Het is 30 december 2021 als journalist Jason Pinas (35) vroeg in de ochtend door zijn broer wordt gewekt. Onder de auto voor hun huis, in een wijk buiten Paramaribo, liggen twee met plakband aan elkaar vastgemaakte handgranaten. Pinas realiseert zich onmiddellijk dat de granaten voor hem bedoeld moeten zijn. Buren volgen die ochtend nieuwsgierig hoe politieagenten de auto en de plek vervolgens onderzoeken en de Explosieven Opruimingsdienst de handgranaten in beslag neemt. „Dit is een aanslag”, zegt Pinas zichtbaar aangeslagen voor de draaiende camera’s. Het nieuws slaat in als een bom. Ook internationaal. Jason Pinas, onderdeel van een nieuwe lichting journalisten, die vlotte en meeslepende reportages weet te schrijven voor dagblad De Ware Tijd, staat vanaf dat moment bekend als de meest bedreigde journalist van Suriname. Tot voor kort ging Pinas veel op pad om in het hele land verhalen te maken. Nu zit hij al maanden thuis en durft niet naar buiten vanwege zijn veiligheid. ’s Avonds als de beveiliger, aangesteld door de Surinaamse overheid, komt en voor zijn deur de wacht houdt, lukt het Pinas wat meer te ontspannen. Tegelijk voelt hij een permanente onrust. „Ik weet gewoon niet wie ik wel en wie ik niet kan vertrouwen. Wie zit hierachter, en waarom is er tot nu toe nog geen duidelijkheid vanuit de politie over hoe het staat met het onderzoek?” De handgranaten staan niet op zichzelf, gelooft hij. Pinas wordt namelijk al langer bedreigd.
Op 14 december 2021 wordt hij tijdens zijn werk in elkaar geslagen door beveiligers van vicepresident Ronnie Brunswijk. Hij wordt op de grond gesmeten, getrapt, en met de dood bedreigd. Het is die dag druk bij het parlement waar aanhangers van Brunswijk zich hebben verzameld. Pinas, die op een afstandje staat, loopt naar Brunswijks auto en probeert wat foto’s te maken. Maar dan begint Brunswijk te gillen. „Maak geen foto binnen in mijn wagen!” Maar dat was Pinas naar eigen zeggen helemaal niet aan het doen. „‘Ik mag toch gewoon foto’s maken? Dat is mijn werk als journalist’”, zei ik tegen Brunswijk. Vanaf dat moment weet hij niet meer zo helder wat er is gebeurd. Een van de beveiligers smijt hem op de grond en begint te slaan. Een ander beveiliger probeert zijn telefoon af te pakken en begint op Pinas’ handen te trappen die dan niets anders kan dan het toestel loslaten. „Ik hoorde ze nog roepen dat ze me zouden vermoorden”, zegt hij. Brunswijk is getuige van het geweld maar doet niets. Ook de talloze omstanders komen niet in actie. Met moeite lukt het Pinas overeind te komen.
Brunswijk is niet onomstreden. Voordat hij vicepresident werd kwam hij vaker in het nieuws vanwege openlijke geweldpleging. Vrijwel direct na de mishandeling houden Surinaamse journalisten een stil protest. Ook werd door een groep journalisten besloten tot een boycot van Brunswijk. Hierdoor haalde de vicepresident veel minder het nieuws dan ervoor.
Persvrijheid onder druk
Sinds de regering van president Santokhi in 2020 is aangetreden, staat de persvrijheid in Suriname zwaarder onder druk. De dreigementen, het geweld en de handgranaten die Jason Pinas onder zijn auto vond, zijn onderdeel van een breder patroon van intimidaties door invloedrijke personen en bewindslieden tegenover journalisten. Daarbij maken journalisten zich al langer grote zorgen over hoe bijvoorbeeld persconferenties worden georganiseerd in het land. Het zijn eerder lange monologen van de desbetreffende politici waarbij journalisten nauwelijks de mogelijkheid krijgen om vragen te stellen. Het zijn zorgelijke ontwikkelingen in een land waar nog niet zolang geleden de persvrijheid werd vertrapt tijdens de militaire dictatuur en journalisten werden vermoord. „Ik heb die periode van de dictatuur niet meegemaakt”, zegt Pinas, „maar ook nu nog houd ik er serieus rekening mee dat hier gestoorde mensen rondlopen die gevaarlijke dingen doen. Ik voel me onveilig”, zegt hij.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81819634-9d0f67.jpg|https://images.nrc.nl/PQ_9HqIo7ms9v6xlfrfPsiGcMvI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81819634-9d0f67.jpg|https://images.nrc.nl/84ukqRvNvtpWm1oQ5xPTbgUn6jM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81819634-9d0f67.jpg)
Na de aanhouding en daaropvolgende snelle vrijlating van de beveiligers die Pinas mishandelden, maakte het Openbaar Ministerie bekend dat zij lid waren van het Jungle Commando, het vroegere privéleger van Brunswijk. Het Jungle Commando werd in 1992 ontmanteld en bestaat dus officieel niet meer. Maar ex-leden van de rebellengroep hebben nu een prominente rol gekregen binnen de entourage van Brunswijk, sinds hij vicepresident is. En daar blijft, ook nu nog, een dreiging vanuit gaan. Het voormalige Junglecommando-lid Siegfried Brielle uitte afgelopen week dreigende taal richting journalisten, onder meer richting de hoofdredacteur van de Surinaamse nieuwssite Starnieuws Nita Ramcharan. „Ik ga een waarschuwende vinger wijzen, hou je mond, speel geen haantje de voorste. Ik weet veel meer dan je denkt, doe rustig”, aldus Brielle in een online uitzending van Culturu TV. De Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) kwam onmiddellijk met een felle verklaring uit dat dit onacceptabel is.
Jason Pinas bereidt zich ondertussen voor op de voortzetting van de rechtszaak tegen de beveiligers die hem hebben mishandeld. Maar werken kan hij nog steeds niet, want hij voelt zich niet veilig. Want wie plaatste die handgranaten voor zijn huis? En waarom is de rechtszaak nu weer vertraagd? Als freelancer betekent niet werken: geen inkomsten. Daarom hebben Pinas’ collega’s geld ingezameld om hem financieel te steunen. En recentelijk werd hij gekozen in het hoofdbestuur van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) zitting te nemen. „Het geeft me energie om me ervoor in te zetten om de organisatie te versterken. Juist nu is dat heel hard nodig.”