Rob Jetten heeft er deze week met Klaas Dijkhoff nog hartelijk om gelachen. Het woord klimaatdrammer komt in de Dikke Van Dale te staan. „Wie had dat gedacht toen destijds de voorpagina van De Telegraaf op zaterdag op de deurmat viel?” zegt Jetten vrolijk op zijn nieuwe werkplek op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Drie jaar geleden, toen Dijkhoff nog VVD-fractievoorzitter was, noemde hij Jetten in De Telegraaf een klimaatdrammer. D66 wilde verder gaan met het klimaatbeleid dan de VVD en Jetten was als D66-fractievoorzitter aan het drammen, volgens Dijkhoff. Een opmerkelijke aanval, want beide partijen waren onderdeel van het kabinet. Jetten gebruikte het daarna als een geuzennaam; hij liet T-shirts met het woord drukken.
Nu heeft de 34-jarige D66’er een nieuwe functie: minister voor Klimaat en Energie. Een speciale rol, want Jetten heeft meer macht dan de meeste ministers in het nieuwe kabinet Rutte IV. Nieuwe plannen die over klimaat gaan, van welke minister dan ook, moeten zijn goedkeuring dragen.
Want hij gaat ook nog over een grote pot geld: het klimaatfonds van 35 miljard euro. Jetten bepaalt hoe dat wordt uitgegeven. Dat geldt óók voor zijn collega op het ministerie, minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens (VVD), als zij een beroep doet op het klimaatfonds voor de vergroening van de industrie.
Je zou kunnen zeggen: nu is hij een klimaatdrammer met strepen.
„Ik gebruik dat woord bewust niet meer,” zegt Jetten. „We zitten echt in een andere fase. Dat heb ik tijdens de formatie gemerkt.” Rutte IV bestaat uit dezelfde vier partijen als Rutte III: VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Maar „je hoeft deze vier partijen niet meer te overtuigen dat het nodig is. De knop is echt om. Klimaatminister met strepen, zou ik zeggen.”
Jetten heeft haast. Het nieuwe kabinet wil binnen acht jaar vooroplopen in Europa als het om klimaatbeleid gaat, terwijl Nederland nu nog vaak achteraan sukkelt. Bang voor een stevig gevecht met andere ministers is Jetten niet. „Ik ben primus inter pares op klimaatgebied. Ik moet zorgen dat we het echt gaan waarmaken: tenminste 55 procent minder CO2-uitstoot in 2030. Ik merk nu al aan mijn collega’s dat ze daar samen met mij echt de schouders onder willen zetten. Zij moeten een stuk van dat beleid uitvoeren. Daar ga ik bovenop zitten en vragen, uitdagen.”
Dat betekent volgens de bewindsman vaak helpen – om wetgeving voor elkaar te krijgen, en met mede-overheden dingen voor elkaar boksen. „Als het te langzaam gaat, gaan we steeds sturender helpen. Als het echt niet opschiet, gaan we het zelfs voor hen doen. Maar ik hoop dat we daar niet op uit hoeven te komen.”
Er zijn drie coördinerende ministers in Rutte IV met extra macht: op stikstof, klimaat en ruimtelijke ordening. „Tijdens de start van het kabinet, het constituerend beraad, heeft de premier gezegd: dit zijn zulke grote opgaven, we hebben weinig tijd, de coördinerend ministers kunnen op hun strepen staan.”
Daar heeft iedereen voor getekend?
„Niet formeel, maar iedereen voelt dat dit nodig is. Het is de grote verbouwing van Nederland. Meer woningen bouwen, de natuur tegen stikstof beschermen en de energietransitie doorvoeren. Iemand moet de knoop doorhakken. We kunnen het ons niet veroorloven om vertraging op te lopen. We hebben slechts acht jaar. Dan zal het ook af en toe moeten schuren en een beetje pijn doen.”
U heeft een vergelijkbare positie als Frans Timmermans in de Europese Commissie?
„Zo hebben we het in de formatie wel bedacht. Vanwege het besef dat die klimaattransitie zo groot is dat je dat niet alleen kan doen.”
Als er een conflict ontstaat, hoe stevig is uw positie dan?
„Het grote voordeel is dat ik ook een klimaatfonds heb van 35 miljard euro. Ik hoop en verwacht dat ik nooit echt hoef in te grijpen. Ik neem aan dat de collegaministers de komende maanden met hele concrete plannen bij mij komen: zo wil ik het gaan doen in de gebouwde omgeving of in de mobiliteit. ”
Het toewijzen van geld geeft macht?
„Ja, dat helpt natuurlijk enorm.”
Over die grote pot met geld zijn zorgen: komt daar wel voldoende parlementaire controle op? Jetten stelt gerust: „Elke euro gaat in principe langs de Kamer.” Ook sust hij de zorgen van economen of het geld wel doelmatig, oftewel verstandig, zal worden uitgegeven. „Ik zal als coördinerend minister opletten: is de uitwerking van ministers voor de verduurzaming van huizen of van glastuinbouw écht goed? Bij die beoordeling betrekken we ook externen. En als ik overtuigd ben, is het aan de Kamer.”
De toon van Jetten verschilt van zijn voorgangers van VVD-huize. Die zeiden dat klimaatbeleid vooral „haalbaar en betaalbaar” moest zijn. Jetten wil die uitdrukking niet meer horen. „Voor mij is het: Nederland gaat voor groen en iedereen moet kunnen meekomen. We committeren ons aan maximaal 1,5 graad opwarming van de aarde. Dat betekent dat we de ambities fors verhogen. Een hele spannende opgave die op momenten ook pijn gaat doen. Ik wil me veel meer richten op het financieel ondersteunen van mensen en bedrijven die de investeringen niet zelf kunnen doen.”
Omdat klimaatbeleid zo gepolariseerd is („daar heb ik zelf ook aan meegedaan”) wil Jetten luisteren naar mensen die denken: voor mij hoeft dit niet. „Ik was in Nieuwleusen, waar de gemeenschap zelf eigenaar is van de windmolens. Alle winst vloeit naar hen. Prachtig. Maar ook daar voel je ergernis. Een buurtbewoner had last van het lampje dat, om vliegverkeer te waarschuwen, non-stop knippert. Daar ga ik serieus naar kijken: kunnen we er een radarsysteem op zetten, zodat het lampje alleen aangaat als er een vliegtuig nadert?”
Het motto ‘haalbaar en betaalbaar’ mag uit de gratie zijn, het maakt de uitdaging om de uitstoot van CO2 met tenminste 55 procent en liefst met 60 procent te reduceren niet minder. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving grenzen de klimaatplannen zelfs „aan het maximaal mogelijke”. De kabinetsadviseur denkt dat de slagingskans klein is.
Wilt u niet te veel in korte tijd?
„We hebben niet de luxe om het niet te willen. Het gaat zo hard met de opwarming van de aarde dat alle landen meer moeten doen. We doen het ook om een groene economie te bouwen, waar het bedrijfsleven een nieuw verdienmodel uit kan ontwikkelen. Het is een flinke uitdaging, maar ik denk dat het kan.”
Persoonlijk heb ik me wel laten overtuigen dat die twee nieuwe kerncentrales nodig zijn
Iedere Nederlander zal het merken. Huizen moeten duurzamer worden, een nieuwe benzine-auto kopen is over acht jaar waarschijnlijk niet meer mogelijk, stroom moet grotendeels van zon en wind komen. Voor bedrijven wordt het elk jaar duurder om broeikasgassen uit te stoten, terwijl de regelgeving vanuit Den Haag en Brussel strenger wordt. Ook de landbouw moet snel vergroenen.
Er is brede kritiek dat u vervuilende bedrijven vooral subsidieert en niet belast.
„Ik vind die kritiek niet helemaal terecht. We gaan veel meer beprijzen dan we de afgelopen jaren hebben gedaan. De korting voor grootverbruikers van gas en stroom gaat stapsgewijs omlaag. Gas wordt zwaarder belast, elektriciteit minder en de vliegtaks gaat omhoog. In het nieuwe belastingplan zetten we dit jaar al een enorme stap. Bedrijven met de hoogste uitstoot krijgen via maatwerkafspraken subsidie. Maar door de hoge CO2-prijs [kosten voor uitstoot] en de hogere belastingen betalen ze die steun grotendeels zelf.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81698316-103183.jpg|https://images.nrc.nl/In7g60UkmpMbMx3g4bQ2rn3KvZk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81698316-103183.jpg|https://images.nrc.nl/NcKdwDC_eWf45sa6j-G8NrKs2mc=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81698316-103183.jpg)
Wat zijn bij de uitvoering de grootste knelpunten?
„Een groot probleem is de arbeidsmarkt. We moeten ervoor zorgen dat er voldoende mensen voor een baan kiezen in de techniek. Daarom wil ik met andere ministers met een groene-banenplan komen. Een andere belangrijke is het stroomnetwerk: dat moet worden verzwaard. We gaan meer elektriciteit gebruiken en tegelijkertijd vragen zonne- en windenergie ook om meer capaciteit op het net. En ik waarschuw nu al, dat gaat soms echt knellen. Ik kan niet garanderen dat we nooit ‘nee’ moeten verkopen als een bedrijf aangesloten wil worden.”
Dat is best heftig in een beschaafd land.
„Ja, dat is on-Nederlands. Gelukkig zijn gemeenten, provincies en netbeheerders al voor miljarden aan het investeren, maar toch zullen we vaker tegen de grenzen aanlopen. Om de aanleg te versnellen wil ik de verlening van vergunningen versimpelen. Er zijn juridische procedures die twee jaar in beslag nemen. Ik ga met de Raad van State [de bestuursrechter die over vergunningen gaat] overleggen hoe we dat kunnen versnellen.”
Is het denkbaar dat uw ministerie het budget voor de Raad van State verhoogt, zodat de afhandeling sneller verloopt?
„Ik sta echt overal voor open. Ik wil op geen enkele manier invloed uitoefenen op de juridische procedures, maar ik probeer alle creatieve oplossingen te bedenken die er zijn.”
Het kabinet zet de deur open voor twee nieuwe kerncentrales. Dat druist volledig in tegen het D66-verkiezingsprogramma.
„Persoonlijk heb ik me wel laten overtuigen. Ik denk dat de verhouding voor- en tegenstanders bij D66 fiftyfifty is. Wij gaan veel doen met wind en zon, de echt duurzame opties. Maar in de mix moeten we ook vermogen hebben voor als de zon niet schijnt of het niet waait. Het is aan de markt om te laten zien dat kernenergie betaalbaar kan zijn. Wij hebben hiervoor 5 miljard euro gereserveerd. Ik hoop dat we deze kabinetsperiode helder krijgen onder welke voorwaarden centrales kunnen worden gebouwd. Er gaat de komende drie jaar nergens een schop de grond in. Dat is niet reëel.”
De tijd van polderen op klimaatgebied is voorbij.
„De afgelopen jaren hebben we als politiek veel klimaatbeleid echt bij anderen over de schutting gegooid. Ik zat toen in een andere rol en daar heb ik zelf ook aan meegedaan. Maar ik heb veel waardering voor iedereen die aan het klimaatakkoord heeft meegewerkt of aan de regionale energiestrategieën. Die deden dat soms zelfs tegen de stroom vanuit Den Haag in. Mijn boodschap is nu: dit is het coalitieakkoord en daar gaan we niet over onderhandelen. Dat geldt ook voor aanpassingen van bestaand beleid. Ik merk dat sectoren en mede-overheden zeggen: fijn dat het kabinet de regie neemt.”
In de lobby van de energiebedrijven speelt voormalig VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen een belangrijke rol. Klopt het dat zij niet welkom is op uw ministerie?
„Ja, er is vorig jaar in de Kamer gediscussieerd over regels voor het lobbyen door oud-bewindspersonen en wij volgen het afgesproken lobbyverbod van twee jaar. Die regels zijn ook van toepassing op Cora van Nieuwenhuizen.”