Na een kortstondige pijn in mijn lijf had ik een dag lang koorts. En nu word ik wakker met een dikke keel. Moe maar optimistisch doe ik de zoveelste zelftest. In afwachting van het streepje dat me gezond zal verklaren, veeg ik mijn laatste twijfels opzij. Uiteindelijk ben ik geen zanger, ik heb op de altviool mijn stem niet nodig. De rozerode uitslag overtuigt me en ik begeef me naar de studio.
Nog beduusd en nu al weer minder scherp schuif ik achter mijn lessenaar. Silent Earth, een stuk van de Zweedse componist Karin Rehnqvist, lijkt me een toepasselijk begin van deze dag. Geduldig tel ik de rustmaten, totdat ik eindelijk de snaar laat trillen op een flageolet. Maar de harmonische boventonen roepen niet alleen Rehnqvists verontrustende kijk op de nabije toekomst van de aardbewoners op, maar ook een kriebel in mijn keel. Zodra ik na een hoestbui mijn adem weer onder controle heb, lijkt mijn strijkstok ineens moeite met de zwaartekracht te hebben.
Was het een wijs besluit om naar mijn werk te komen?
De harp-glissando’s zwiepen me nog meer vragen toe, ook de cimbalen spelen op mijn geweten en galmen in mijn hoofd na. Met schrik zie ik de vochtige vlekken op de zwarte toets als het koor Save yourself from us zingt. De door mij overgeslagen PCR-test zou weleens het antwoord geweest kunnen zijn.
Na afloop blijf ik op mijn stoel zitten, ik neem ruim de tijd om het mondkapje over mijn gezicht te trekken. En ik raak per toeval in een plezierig gesprek met de dirigent, dat me helemaal afleidt van mijn sores. Hierna gaat het gestaag beter met me. Totdat twee dagen later de dirigent niet op komt dagen.
Ongeruste golven bestormen mijn onderbuik als ik hoor dat hij keelklachten kreeg en zijn spoed-PCR-test positief is bevonden. De productiebegeleider heeft donkere kringen onder de ogen. Ze kondigt af dat, hoe wonderbaarlijk, niet één maar twee dirigenten het programma zullen overnemen. Opgelucht over het einde van de cultuurlockdown willen ze alles doen om het eerste concert met publiek door te laten gaan.
Iedereen werkt mee, de nieuwe dirigenten doen zwetend hun best om binnen een dag de meesterwerken tot een fulminante uitvoering te brengen. Alleen ik zit te somberen want dit is allemaal mijn schuld, vrees ik. Of toch niet?