Opinie

Auto’s versus natuur: dan liever de boom in

Menno Tamminga

Als vakbonden een pro-werkgeversdemonstratie houden, weet je dat het kapitalisme zoals we dat kennen springlevend is. Althans, in Born. Bonden voeren meestal actie tégen de werkgevers. Voor hogere lonen. Betere arbeidsvoorwaarden. Dus wat is de boodschap van de demonstratie afgelopen week vóór de kap van het Sterrebos dat naast de VDL Nedcar-autofabriek in Born ligt? In de bomen zaten actievoerders tégen de kap.

Familiebedrijf VDL (vijftienduizend werknemers, 4,6 miljard euro omzet), de eigenaar van Nedcar, wil daar de fabriek uitbreiden. De extra capaciteit moet een nieuwe klant opleveren: Rivian, een Amerikaanse producent van elektrische auto’s. De tijd dringt. In 2023 stopt huidig opdrachtgever BMW.

Prestige, geld en ruim vijfduizend vaste en losvaste banen staan op het spel. VDL heeft Nedcar in 2012 van het faillissement gered. Politici lopen weg met het concern, met het rood-wit-blauw in zijn bedrijfslogo. VDL is altijd duidelijk: wie in China bussen bestelt die je net zo goed bij VDL in Valkenswaard kunt kopen, stoot Nederlanders het brood uit de mond.

Kortom: kappen, die bomen in Born, daar werkt VDL aan de toekomst van Limburg én die van Nederland.

Lees ook deze reportage:Het wordt steeds drukker in de boom van activist en klimmer ‘Ed’

Als werknemers opkomen voor hun werkgever, proef je het familiegevoel. Bij staalfabriek Tata (voorheen Hoogovens) in IJmuiden muitten de werknemers anderhalf jaar geleden toen de buitenlandse eigenaar ‘hun’ directeur Theo Henrar opzijzette. Drie jaar geleden sprong het KLM-personeel massaal in de bres toen de Franse grootaandeelhouder van Air France-KLM ‘hun’ president Pieter Elbers leek te willen lozen.

Bij VDL Nedcar speelt meer dan loyaliteit aan bedrijf en baan. In de strijd om het Sterrebos zie je de contouren van de politiek-economische confrontaties die dit decennium zullen beheersen. Wie in de energietransitie kolencentrales wil sluiten, windmolens en zonneparken op land wil bouwen, stikstofuitstoot van boerenbedrijven wil decimeren en hergebruik van grondstoffen prioriteit wil geven, ontkomt niet aan keuzes en confrontatie. Uit de keuzes komen onvermijdelijk zichtbare verliezers tevoorschijn. Vandaar de confrontatie. Banen versus bomen. Bedrijfsbelang contra natuurbelang. Burgers tegen burgers.

Centraal in de confrontatie staan wijzelf. De afgelopen dertig jaar hebben burgers steeds meer verschillende rollen ingenomen en gekregen. We zijn zelfstandige of werkgever, gericht op omzet en winst. We zijn werknemer, gericht op inkomen en carrière. We zijn huizenbezitter, gericht op een prettige, groene leefomgeving. We zijn belegger, zelf of via een pensioenregeling, gericht op rendement. Maar mag dat ten koste gaan van werknemers van bedrijven waarin we beleggen? Of ten koste van de biodiversiteit?

We zijn consumenten, die een scherpe prijs willen. En als die aankoop dan uit China moet komen, is dat erg?

We zijn vaders, moeders of grootouders, die hun kinderen en kleinkinderen een leefbare toekomst willen geven. We zijn belastingbetalers. En we zijn kiezers.

In ons doen en laten voelen we soms meer voor de actievoerders in de boom, soms meer voor de vakbondsdemonstranten, soms voor de VDL-directie. We zijn kameleontisch, maar hebben één gemeenschappelijk kenmerk: we zetten het hier en nu op nummer 1, 2 en 3 en we onderschatten de kansen én gevaren van de toekomst. Een twee eeuwen oud bos kappen ten behoeve van een elektrische auto? De wereld wordt er straks niet beter op als het Sterrebos intact blijft, alles blijft zoals het is. Maar bij kap is de toekomst wel een Sterrebos armer. Het zoveelste.

Menno Tamminga schrijft op deze plaats elke dinsdag over ondernemingsbeleid en economie.