Moet de staat zijn verlies nemen op ABN Amro?

Deze rubriek belicht iedere week ontwikkelingen op de beurs. Ditmaal: bank ABN Amro.

Hoelang blijft de Nederlandse staat nog meerderheidsaandeelhouder van ABN Amro? Afstoten van het staatsbelang – in 2008 verworven door nationalisatie van de bank tijdens de kredietcrisis – is plots terug op de agenda. Minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) liet zich vorige maand in de Kamer ontvallen dat ze „opnieuw wil kijken naar de afbouwstrategie”.

De laatste keer dat de staat een deel van zijn belang in ABN Amro op de markt bracht, was in september 2017. Het NLFI, beheerder van het staatsaandeel in genationaliseerde financiële instellingen, verkocht toen 65 miljoen stukken en bracht zo het staatsbelang terug van 63 naar 56 procent. Sindsdien is het stil.

Inmiddels lijken de omstandigheden voor ABN Amro gunstiger. „De afgelopen kwartalen toonden aan dat de impact van de coronapandemie op de Europese economieën relatief meeviel”, aldus analist Thomas Couvreur van KBC Securities. En de vooruitzichten zijn niet ongunstig. Zeker nu ECB-chef Lagarde afgelopen donderdag heeft gezinspeeld op een mogelijke renteverhoging in 2022, om de hoge inflatie in te tomen. Voor ABN Amro (2020: 7,9 miljard euro omzet) en andere banken die veel inkomsten uit de rentemarge halen, betekent een hogere rente direct hogere verdiensten. Couvreur: „Er gaan steeds meer stemmen op dat het huidige rentebeleid niet langer houdbaar is, gezien de inflatiecijfers. Een strikter ECB-beleid zou uiteraard op alle banken een positieve impact hebben.”

Bewegingsvrijheid

Mocht de reductie van het staatsbelang in ABN Amro worden hervat, dan gaat een wens van veel beleggers in vervulling. De gemiddelde investeerder ziet de staat liever gaan dan komen, omdat hun belangen lang niet altijd met elkaar overeenkomen. „Als je op de markt opereert, moet je een vorm van bewegingsvrijheid hebben”, zegt adjunct-directeur Errol Keyner van beleggersvereniging VEB, die al jaren voor afbouw pleit. „Met de staat als grootaandeelhouder wordt van alle kanten aan een bankbestuur getrokken. De staat wil misschien dat je ondernemingen gaat financieren die wel gewenst zijn, maar niet renderen. En je moet geen geld uitlenen aan mensen die het niet kunnen terugbetalen.”

Intussen heeft ABN Amro een stevige kapitaalbuffer opgebouwd. Analisten verwachten dat de bank daarmee eigen aandelen inkoopt, om de winst per aandeel en de koers ervan te laten stijgen. Ook is uitkering denkbaar van een speciaal dividend, zodat de staat nog kan meeprofiteren voordat de NLFI een plukje aandelen op de markt brengt.

Analist Benoît Pétrarque van Kepler Cheuvreux: „Ik verwacht dat ABN Amro inkoop van eigen aandelen aankondigt. Dat zou dan een goed moment voor de Nederlandse staat zijn om aandelen te plaatsen. Dan kan een deel direct van de staat gekocht worden.” Overigens kwam de hint van minister Kaag voor hem sneller dan verwacht. „Maar het gaat goed met de bank. Het ligt dus voor de hand om het staatsbelang te verkleinen.”

Rest de vraag: wanneer? De koers van ABN Amro stijgt alweer een poosje, maar ligt nog zo’n tien euro (ruim 37 procent) onder de prijs bij de verkoop in september 2017. Nu verkopen levert de staat dus gegarandeerd verlies op, terwijl het aannemelijk is dat die toch wel graag quitte zou willen spelen.

„Dat gaat er gewoon niet inzitten de komende jaren”, verwacht Keyner. „Ik zeg: pak je verlies en laat ABN Amro zijn eigen lot in handen nemen. Maar het is denkbaar dat de staat dezelfde fout maakt als veel beleggers die besluiten: ik verkoop nooit onder de aankoopkoers. Zo blijf je altijd zitten.”

Woensdag presenteert ABN Amro zijn vierdekwartaalcijfers.