Het lijkt er op dat de Raad van State in de slagschaduw van de Toeslagenaffaire de burger beter gaat beschermen tegen onevenredig harde overheidsbesluiten. De belofte van ‘responsieve rechtspraak’, die in het bestuursrecht als nieuwe ambitie geldt, lijkt deze week ingelost. De Raad van State neemt voortaan als maatstaf voor ‘evenredigheid’ de vraag of het overheidsbesluit geschikt, noodzakelijk en evenwichtig was. Een intensievere, meer gedifferentieerde toetsing dus, die concrete, door de burger ‘beleefde rechtvaardigheid’ moet opleveren. Géén ‘bureaucratisch’ of ‘autonoom recht’ meer waarin de bestuursrechter verplicht afstand houdt. Ik citeer nu het advies van de advocaten-generaal Wattel en Widdershoven dat aan de uitspraak vooraf ging. Méér rechter op uw pad dus, overheden.
In de drie voorbeeldzaken die de Grote Kamer in mei op zitting had en (pas) nu beoordeelde, bleef in één zaak het betreffende overheidsbesluit overigens gewoon intact. Een dwangsom van een halve ton voor een verhuurder die van de stad Amsterdam moest ophouden met illegaal kamers voor veel geld te verhuren in een pand waar dat niet mocht – een halve ton dwangsom bleek nog steeds ‘evenredig’. Maar aan de twee sluitingen van ‘drugspanden’ werd wel gesleuteld.
De afdeling koos vorig jaar deze drie kwesties uit voor een zitting van de speciale ‘Grote Kamer’ – aangevuld met raadsheren van twee andere hoogste bestuursrechtcolleges. Zo kan er samen een principiële kwestie worden besproken en opnieuw beoordeeld. Iets wat in de Toeslagenaffaire dus heeft ontbroken – niemand had bij de Raad van State tijdig in de gaten dat daar iets mis liep.
In mei ging het op de zitting dus om ‘evenredigheid’: de gevolgen van een overheidsbesluit dienen in een redelijke verhouding te staan tot het belang dat de regel dient. Huiselijk gezegd: geen dwangsom van tienduizend euro voor een te vroeg buiten gezette vuilnisbak. Maar hoe vul je zoiets nader in? De uitspraak was helaas in het juristenjargon waarin een ‘betoog slaagt’, als er iemand gelijk krijgt. Soms moet je als lezer eerst ontkenningen tellen voordat je weet of de rechter ja of nee zegt: „Niet is gebleken dat de rechtbank niet alle relevante omstandigheden ten tijde van haar uitspraak bij de beoordeling heeft betrokken, zodat ook daarin geen grond is gelegen voor het oordeel dat zij niet zelf in de zaak heeft mogen voorzien.” Het is nooit te laat om daar niet mee door te gaan, waarde rechtsprekers.
Maar goed. Had de overheid in casu met een minder vergaande maatregel genoegen kunnen nemen? Is woningsluiting effectief? Hoe ernstig is de inbreuk op de grondrechten van de burger? Hoeveel vrijheid had de overheid in casu, hoe nadelig zijn de gevolgen voor de burger, hoe zwaar het belang dat de regel verdedigt? De bestuursrechter heeft er aldus een handvol vragen bij. De bewoners van twee drugspanden kregen van de Grote Kamer iets meer bescherming dan waar ze misschien eerder op rekenden. De ene gemeente, Harderwijk, moet nóg eens nadenken over de gevolgen voor het gezin met zes kinderen. Bij de sluiting van een drugspand wordt vaak ook het huurcontract ontbonden. Pogingen te verhuizen stranden meestal op zwarte lijsten met aspirant-huurders met drugsconnecties.
Wat weegt er dan zwaarder, een veilige buurt, minder lokale drugshandel of een geruïneerd gezin: dakloos en uit elkaar gevallen. Let op – in beide zaken waren de drugshandelaren zelf al lang en breed gearresteerd en opgesloten. Dit betreft de vervolgschade. Gemeenten moeten ook naar de situatie van nu kijken, waarin de handel is gestaakt, de klanten verdwenen lijken en de buurt niet meer klaagt. Voor het gezin staan er grondrechten op het spel, het huisrecht en het privéleven, beschermd door art. 8 van het Mensenrechtenverdrag, zo constateert de rechter. De burgemeester mag zulke vervolgschade niet meer negeren. De andere gemeente, het Friese Waadhoeke, zou met de woningsluiting de drie zzp’ende hoofdbewoners brodeloos maken.
Ook daarin hoor ik een echo van de Toeslagenzaken. Daarin bleven de ruimere gevolgen (faillissementen, uithuisplaatsingen, scheidingen, werkloosheid) juist buiten beeld. Omdat er niet naar werd gevraagd, het werd verzwegen of verborgen gehouden.