Opinie

Belast de opbrengst van vermogen, niet het vermogen

Belasting Een belasting op vermogensopbrengsten is doelmatiger dan een vermogensbelasting, constateren en
Foto Ramon van Flymen/ANP

Nederland heeft in 2001 met de forfaitaire vermogensrendementsheffing in box 3 van het belastingstelsel een internationaal fiscaal curiosum gecreëerd. Nergens in de westerse wereld zijn privé-vermogensopbrengsten onbelast en wordt alleen het onderliggende vermogen belast. Eind december trok de Hoge Raad na bijna twintig jaar een streep door box 3. Deze week debatteerde de Tweede Kamer erover.

Staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën, CDA) moet de meer dan een miljoen mensen compenseren die in het verleden bezwaar hebben gemaakt of dat nog gaan doen tegen hun aanslag in box 3. Ook heeft de staatssecretaris moeten besluiten om voorlopig geen belastingaanslagen in box 3 op te leggen.

Het arrest van de Hoge Raad zorgt voor acute problemen voor de Nederlandse schatkist. Het leidt naar schatting tot 5 miljard euro aan belastingderving per jaar. Daarbovenop komen de kosten van compensatie voor de onjuiste aanslagen uit het verleden. Ook kan het staken van de belasting in box 3 tot massale belastingontwijking leiden, waardoor de overheid mogelijk nog miljarden extra aan inkomsten derft.

Vermogenden zullen namelijk proberen om, geholpen door handige fiscalisten, hun belaste vermogens in box 1 en 2 over te hevelen naar box 3 waar voorlopig helemaal geen belasting hoeft te worden betaald.

Denk daarbij aan mensen met een grotendeels of geheel hypotheekvrij eigen huis dat meer dan een miljoen euro waard is. Maar ook aan ondernemers die veel vermogen hebben opgebouwd, al dan niet in een bv. Of mensen die huizen verhuren of pensioen opbouwen via hun bv’s. Het behoeft geen betoog dat vooral de meest vermogenden hiervan het sterkst kunnen profiteren. Belastingbetalers met gelijke inkomens uit hun vermogen, maar verschillen in de manier waarop ze dat inkomen verdienen, worden bovendien totaal ongelijk behandeld als de heffing in box 3 wordt gestaakt.

De belastingheffing in box 3 moet daarom zo snel en goed mogelijk worden hervormd.

Progressieve vermogensbelasting

De linkse partijen PvdA, SP en GroenLinks en sommige economen pleiten er nu voor om de belasting in box 3 om te bouwen tot een progressieve vermogensbelasting. Maar een vermogensbelasting verschuift het probleem slechts en lost niets op, omdat vermogensopbrengsten nog steeds onbelast zijn. Het voorstel voor een vermogensbelasting is daarom net zo krom als de invoering van de forfaitaire vermogensrendementsheffing in 2001.

Nederland zou niet een vermogensbelasting moeten invoeren, maar een belasting op alle werkelijke vermogensopbrengsten, inclusief vermogenswinsten. Het regeerakkoord van Rutte IV lijkt daarop aan te sturen.

Een belasting op vermogensopbrengsten is doelmatiger dan een vermogensbelasting. De overheid belast dan de bovennormale vermogensrendementen beter, die ontstaan door geluk, beleggingstalent, excessieve beleggingswinsten (bijvoorbeeld door monopolies) en economische schaarste (bijvoorbeeld door onroerendgoedprijsstijgingen). Door opbrengsten te belasten en verliezen te compenseren deelt de overheid in geluk en pech en vermindert zo de risico’s van risicomijdende huishoudens.

Dat geeft allemaal minder economische schade dan vermogensbelastingen die relatief zwaarder drukken op de normale vergoeding op vermogen en daarmee spaarzin, investeringen en ondernemerschap sterker ontmoedigen. Een belasting op vermogensopbrengsten zal, in tegenstelling tot een vermogensbelasting, in goede tijden de conjunctuur afremmen en in slechte tijden stimuleren.

Een belasting op vermogensopbrengsten is rechtvaardiger dan een vermogensbelasting. Mensen met hoge vermogensopbrengsten betalen dan meer belasting dan mensen met lage opbrengsten, ook al hebben ze hetzelfde vermogen. Bij een vermogensbelasting zouden ze exact hetzelfde betalen.

Maak van de nood een deugd

De overheid kan van de nood een deugd maken. Ze kan vermogensinkomsten uit rente, dividend en huur direct bij uitkering belasten met een vlak tarief van zo’n 25-30 procent, net als in andere landen. Die belasting kan een eindheffing zijn, waardoor mensen deze inkomsten niet meer hoeven aan te geven. Banken en beleggingsmaatschappijen kunnen de belasting inhouden en afdragen.

Tegelijkertijd kan box 3 worden omgevormd tot een voorheffing op een vermogenswinstbelasting. De voorheffing werkt bijna precies zoals de heffing in box 3, maar wel met een uniform tarief van bijvoorbeeld 1,2 procent. Contanten en rekeningcouranttegoeden worden uitgesloten. Een royale vrijstelling kan voorkomen dat kleine vermogens worden belast met de voorheffing. Wel betalen zij later belasting over vermogenswinsten.

Dit regime voorkomt nu al miljarden aan belastingderving, damt de meest excessieve vormen van belastingarbitrage in en zorgt dat vermogenden gewoon belasting blijven betalen. Ook biedt het uitzicht op de realisatie van de voorstellen in het regeerakkoord.

Lees ook: Kamerdebat over box 3-fiasco: ‘Hef op vermogen naar draagkracht

Verreken verliezen met winsten

Na de belasting van vermogensinkomsten en de invoering van de voorheffing zal de overheid zo snel mogelijk een belasting op werkelijke vermogenswinsten moeten invoeren, zoals ook vrijwel alle westerse landen dat doen. De uitzonderingen in de EU zijn Bulgarije en Malta. Dat kan met een vlak tarief van 25-30 procent. Verliezen kunnen met winsten worden verrekend. De voorheffing kan grotendeels voorkomen dat belastingbetalers vermogensverliezen naar voren halen en de realisatie van vermogenswinsten uitstellen.

Zodra het nieuwe stelsel is ingevoerd, kan de eerder ingehouden voorheffing worden verrekend met de belasting op werkelijk gerealiseerde vermogenswinsten. Schenking, overlijden of migratie moet aan realisatie worden gelijkgesteld, ook weer om te voorkomen dat belastingbetalers de vermogenswinstbelasting ontwijken.

De Hoge Raad heeft de Nederlandse overheid voor het blok gezet. Dat geeft niet alleen nu acute problemen, het biedt ook een uitgelezen kans om de belastingheffing over vermogensopbrengsten nu eindelijk fundamenteel te hervormen met een belasting over alle vermogensopbrengsten, inclusief winsten, net als in vele andere EU- en OESO-landen. Dat is doelmatiger en rechtvaardiger dan het huidige stelsel.