Noord-Brabant sluit ‘achterdeur’ voor bouw distributiecentra

Scherpere regels Provincie en gemeenten willen voorkomen dat grote distributiecentra zich op ‘ongewenste’ locaties kunnen vestigen.

Foto Rob Engelaar/HH

Noord-Brabant scherpt de regels voor de bouw van distributiecentra aan. Samen met de gemeenten wil het provinciebestuur daarmee voorkomen dat deze centra zich op „ongeschikte en ongewenste locaties” vestigen, maakte de provincie donderdag bekend.

Eerder wees de provincie al een aantal locaties – waaronder in Waalwijk, Tilburg, ’s-Hertogenbosch en Veghel – aan waar nog distributiecentra groter dan 3 hectare gebouwd mochten worden. Dit moest wildgroei op andere locaties voorkomen.

De provincie richt haar pijlen nu ook op al bestaande bedrijventerreinen. Uit onderzoek van adviesbureau Stec Groep in opdracht van de provincie blijkt dat ongeveer een derde van de Brabantse bedrijventerreinen potentieel interessant is voor vestiging van grootschalige logistieke centra. Veel bedrijfspanden daar zijn aan vernieuwing toe of worden in de komende jaren afgebroken, waardoor er zo’n 150 tot 250 hectare vrijkomt voor nieuwe bedrijfsruimten. „Dit samen maakt de kans op ongewenste ontwikkelingen groot”, aldus het onderzoek.

Ruimte voor kleinbedrijf

Volgens de provincie zijn de bedrijventerreinen lang niet altijd geschikt voor grote distributiecentra. Bovendien zouden gemeenten soms graag iets anders doen met de grond. De bestemmingsplannen van deze locaties laten grootschalige logistieke centra echter wel vaak toe. Door nu samen op te trekken en beleid hiervoor te ontwikkelen, willen de provincie en de gemeenten nu „voorkomen dat ‘de achterdeur’ openstaat” voor ontwikkelingen die haaks staan op andere plannen voor de ruimtelijke ordening in Noord-Brabant. „Zo blijft er op de Brabantse bedrijventerreinen ook ruimte beschikbaar voor bijvoorbeeld lokaal midden- en kleinbedrijf, transitieopgaven en transformaties van de terreinen naar andere functies”, schrijft de provincie.

Nederland telt zo’n negenduizend distributiecentra, waarvan er ruim 3.100 de afgelopen twintig jaar zijn gebouwd. Volgens Stec Groep groeide het aantal vierkante meters dat door deze centra in beslag wordt genomen naar ruim 39 miljoen in 2020, een toename van 50 procent sinds 2010. Het aandeel van logistiek vastgoed in het totaal aan vastgoedbeleggingen groeide de afgelopen drie jaar van 11,4 procent naar ruim 30 procent.

Maar grond is schaars, niet alleen in Brabant maar in heel Nederland. De kritiek op het snel toenemende aantal distributiecentra neemt de laatste jaren toe. Ze zorgen voor een hogere verkeersdruk op de aanvoerwegen en hun komst gaat ten koste van groen of van locaties die ook kunnen dienen voor woningbouw.

Vorig najaar werd in Maastricht, Geldrop en Tilburg geprotesteerd tegen bouwplannen voor distributiecentra. Ook lijmde een milieuactiegroep de sloten van achttien Albert Heijn-filialen dicht uit protest tegen een gepland distributiecentrum in de Lutkemeerpolder.

Waterbedeffect

De nieuwe regels in Brabant hebben nu al gevolgen. Zo wilde een Chinese megastore er een XXL-loods van ruim drie hectare bouwen om van daaruit de Europese markt te bedienen. Maar die is nu niet meer welkom, schrijft Omroep Brabant.

Om nog toestemming te krijgen voor zo’n distributiecentrum kijken de provincies en gemeenten onder meer naar de economische meerwaarde en of er gebruik zal worden gemaakt van Brabantse toeleveranciers en afnemers. Om een waterbedeffect te voorkomen zou volgens gedeputeerde Erik Ronnes (CDA, Ruimte en Wonen) vergelijkbaar beleid voor het hele land moeten komen.

Lees ook: Wie zich ergert aan de ‘verdozing’ van Nederland, kan het beste bij zichzelf beginnen