Ineens is het ondenkbare niet meer ondenkbaar. Nadat Mali deze week de Franse ambassadeur op het matje riep om hem mede te delen dat hij binnen 72 uur het land moest verlaten, echode in Franse nieuwspanels dezelfde vraag: is er nog een toekomst voor Frankrijk in de Sahel? De oud-kolonisator zag zijn aanwezigheid in de regio lang als vanzelfsprekend, maar daar denkt de lokale bevolking anders over.
In krap een week tijd moest niet alleen de Franse ambassadeur uit Mali vertrekken, maar werd ook een Deense uitzending van zo’n negentig soldaten gesommeerd kort na aankomst het land te verlaten. Zij kwamen als onderdeel van een door Frankrijk opgetuigde taskforce. Maar volgens Mali’s machthebbers, klaar met wat zij zien als de voortdurende Franse bemoeienis op hun grondgebied, hadden zíj nog geen toestemming gegeven.
Deze op papier Europese missie had Frankrijks uitweg moeten zijn uit de Sahel, waar het sinds 2013 strijdt tegen aan Al-Qaida en Islamitische Staat gelieerde jihadisten. Maar na de exit van hun ambassadeur kondigde Noorwegen aan af te zien van hun deelname. Ook Zweden laat zijn soldaten komend jaar terughalen. En zo wankelt ineens alles.
Aan tafel bij France 2 wilde de Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian woensdag nog niet zover gaan om ook een Frans vertrek aan te kondigen. Hun strijd tegen terreur in de Sahel beperkt zich niet tot Mali, suste hij. Met andere landen in de regio worden nu „druk gesprekken gevoerd”, evenals met hun Europese partners.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80751700-ade1be.jpg)
Over Mali zelf, waarmee de relatie flink bekoelde sinds militairen er in de zomer van 2020 de macht grepen, en daarna in 2021 nog eens, was de minister wel scherp. Voor het eerst sprak Le Drian over een rupture militaire, een militaire scheuring, met het land waarin Frankrijk inmiddels al negen jaar met duizenden soldaten aanwezig is. „Houdt u de optie open te blijven?”, drong de interviewster van het nieuwsprogramma aan. „We overleggen, we reflecteren en zullen de komende dagen handelen”, antwoordde de minister met een minzaam lachje.
Elders in Parijs veert Niagalé Bagayoko achter haar computerscherm op. „Het is de verkeerde vraag”, zegt de onderzoekster en directeur van het Africa Security Sector Network, een koepelorganisatie gericht op veiligheidsvraagstukken op het Afrikaanse continent. „De vraag waar het om gaat, is of Frankrijk überhaupt wel in de Sahel kán blijven. Ik zie niet hoe het antwoord daarop nog langer ‘ja’ kan zijn.”
Wat bedoelt u daarmee?
„Het belangrijkste verzet tegen Frankrijks aanwezigheid komt van de publieke opinie in Mali. Het zijn de Malinese autoriteiten met wie deze diplomatieke crisis zich nu uitspeelt, maar uiteindelijk kunnen diplomatieke crises via verschillende kanalen worden opgelost. De houding van bevolkingen daarentegen is onvoorspelbaar en onbeheersbaar.”
Die houding is in steeds sterkere mate anti-Frans, en niet alleen in Mali. Van Burkina Faso tot Niger groeit de woede over de ogenschijnlijke onmacht van Parijs om een escalatie van het geweld in de regio te voorkomen. „Recent hebben we kunnen zien wat er gebeurt als die woede explodeert”, zegt Bagayoko.
Zo werd afgelopen november in Burkina Faso een Frans militair konvooi door duizenden demonstranten tegengehouden toen het op weg was naar Mali via Niger. Een week lang bleef het konvooi gestrand, terwijl boze menigtes anti-Franse leuzen scandeerden. Toen het konvooi eindelijk werd doorgelaten, wachtte het in Niger eenzelfde ontvangst. Bij dat protest vielen drie doden en twintig gewonden.
Nigers president Mohamed Bazoum riep Frankrijk op een onderzoek naar het incident in te stellen en „de daders te straffen”. De Franse minister van Defensie liet daarop weten dat Franse soldaten „beheerst en adequaat hadden gereageerd” – een reactie die niet alleen bij Bazoum verkeerd viel.
Is dit anti-Franse sentiment nieuw?
„Niet per se, in het verleden hebben we dit eerder gezien. Wat afwijkend is, is dat de afwijzing van Frankrijk nu gepaard gaat met een veel bredere verwerping van internationale partners, die als nutteloos worden gezien.”
Ja, stelt de onderzoekster, er zijn virulente en gewelddadige speeches waarin Frankrijk wordt beledigd en waarin wordt opgeroepen de Russen het te laten overnemen. Dat zijn de luide stemmen. Maar de overgrote, stille meerderheid is daar volgens Bagayoko niet mee bezig. Die constateert alleen dat de internationale interventies de bevolking in het dagelijks leven niets verder brengen. „Op die golf van onvrede vaart de regering in Mali nu. Ze zijn nog niet zover dat ze het vertrek van de Franse troepen eisen, maar hun manoeuvreerruimte wordt steeds smaller.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81392769-6cf4fd.jpg|https://images.nrc.nl/8Atl7T8wKnpy3rAleNrQqEM47B4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81392769-6cf4fd.jpg|https://images.nrc.nl/flxbjBsyQiwRSw8WMFe88bvpei8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81392769-6cf4fd.jpg)
Hoe ziet u in dat licht de uitzetting van de Franse ambassadeur?
„Ik denk dat het heel belangrijk is te onthouden dat de ontsporing van de relatie tussen Frankrijk en Mali niet bij de staatsgreep begon. Dat begon maanden eerder al, toen de toenmalige president Ibrahim Boubacar Keïta gehoor wilde geven aan de roep in eigen land om met de jihadisten in gesprek te gaan. Voor Frankrijk was dit een no go, het land maakte daar een rode lijn van en eiste dat de Malinese regering zich daaraan hield.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/data61594795-a85c90.jpg)
Na de staatsgreep trok Parijs meer rode lijnen. Zo was er de eis voor nieuwe verkiezingen, niet later dan februari van dit jaar. En een ferm ‘nee’ tegen de komst van huurlingen van de Russische Wagner Group, waartegen verschillende Europese landen recent nog sancties afkondigden. Maar van verkiezingen is voorlopig geen sprake, terwijl de komst van Russische soldaten inmiddels een feit is – al is niet zeker of ze bij Wagner horen.
„Uiteindelijk gaat het om een enorme discrepantie in hoe de veiligheidssituatie in Mali en de Sahel door de regeringen in Bamako en Parijs wordt gelezen, en welke oplossingen nodig zijn: of dat gaat via onderhandelingen of nieuwe partnerschappen”, zegt Bagayoko. „Er zijn belangrijke strategische verschillen die uiteindelijk aan het licht kwamen toen [de Franse president] Emmanuel Macron in juni aankondigde de Franse aanwezigheid in de regio te herzien.”
De Malinese autoriteiten beschuldigden Frankrijk daarop hen aan hun lot over te laten. Een ander verwijt: Frankrijk meet met twee maten. Waar de Malinese junta door Le Drian permanent wordt weggezet als „illegitiem”, klonk uit Parijs geen enkele veroordeling toen afgelopen voorjaar in Tsjaad de zoon van president en bondgenoot Idriss Déby met behulp van het leger zijn plek innam, na diens plotselinge dood, tegen alle grondwettelijke procedures in.
Sneed Parijs zichzelf daarmee in de vingers?
„Er is overduidelijk een inconsistentie in Frankrijks diplomatie, waarbij enerzijds de stabiliteit van Tsjaad wordt gebruikt om het Franse standpunt daar te rechtvaardigen, terwijl datzelfde argument voor Mali niet opgaat. Voor de Malinezen – en het Afrikaanse volk in bredere zin – is dat onmogelijk te begrijpen. Als je je diplomatie baseert op normen en waarden, maar die niet gelijk toepast, dan wordt zij betekenisloos.”
„Helaas is Frankrijk niet het enige land dat in deze val is getrapt. Zorgwekkender in mijn ogen is dat dit ook voor Afrikaanse multilaterale organisaties geldt, zoals de Afrikaanse Unie en ECOWAS [het samenwerkingsverband van vijftien West-Afrikaanse landen]. Zo heeft ook de Afrikaanse Unie Tsjaad geen sancties opgelegd. Dit soort inconsistentie is extreem problematisch en verklaart in mijn ogen wat we daarna hebben gezien: een domino van staatsgrepen in de regio.”
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data81395401-d3665d.png|https://images.nrc.nl/oqK58LnnWN-juMicQpmf_PDh-T8=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data81395401-d3665d.png|https://images.nrc.nl/EAyVSEiO_xANf7FuSzAkRUhq0aI=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data81395401-d3665d.png)
Vooral ECOWAS, zegt de onderzoekster, heeft zichzelf „zwaar in diskrediet” gebracht door niet in te grijpen toen presidenten hun grondwetten lieten herschrijven om aan de macht te blijven, zoals in Guinee en Ivoorkust. Dat waren ook coups, stelt Bagayoko. Constitutionele coups. Maar toen klonk er geen piep vanuit ECOWAS. In Guinee werd de president in september alsnog afgezet door militairen. Met brede steun van het volk.
Mali kon onlangs wel rekenen op forse economische sancties van het regionale blok, waar de junta Frankrijk de schuld van geeft. „Uiteindelijk betaalt het volk de prijs”, zegt Bagayoko. „Zij voelen straks de pijn, vandaar dat ze massaal de straat op gingen om tegen de sancties te demonstreren.” De leus die tijdens die demonstraties ook klonk? France dégage. Frankrijk rot op.