Elk jaar organiseert het Vincent van Gogh College extra activiteiten buiten het gewone lesprogramma: kerst- en paasvieringen, dagexcursies, verschillende meerdaagse reizen. Om die activiteiten te kunnen betalen vraagt de school in Assen ieder jaar een vrijwillige bijdrage aan de ouders. De schoolgids verwijst ouders die moeite hebben met het betalen van de bijdrage naar een kwijtscheldingsregeling. Maar: een bijdrage die vrijwillig is, kan niet worden kwijtgescholden.
Omdat de financiering vanuit het Rijk alleen het reguliere lesprogramma dekt, zijn scholen afhankelijk van de jaarlijkse ouderbijdrage om extra activiteiten aan te kunnen bieden. Naast excursies en reizen zijn dat bijvoorbeeld bijlessen, huiswerkbegeleiding en tweetalig onderwijs.
De kosten verschillen sterk per school, want iedere school heeft een ander aanbod. De gevraagde bedragen variëren van enkele tientjes tot honderden euro’s. Een kwijtscheldingsregeling biedt ook kinderen die het thuis minder breed hebben de gelegenheid om aan de activiteiten mee te doen.
Alleen: scholen gaan met het verwijzen naar zo’n regeling in de fout. Door een wetswijziging mogen scholen sinds dit schooljaar kinderen niet meer uitsluiten van extra activiteiten, ook niet als de ouderbijdrage niet is betaald. Vóór deze wijziging was al bij wet geregeld dat scholen via de schoolgids duidelijk moeten maken dat de ouderbijdrage vrijwillig is – en dat toegang tot het reguliere lesprogramma hier nooit van afhankelijk is. Scholen mochten kinderen tot dit schooljaar wél uitsluiten van activiteiten als de ouderbijdrage die daar speciaal voor bedoeld was niet was betaald.
Dat leidde volgens Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks) tot schrijnende situaties. Bij een kleine groep, enkele tientallen kinderen per jaar, gaat het mis. „De hele klas ging op schoolreisje, behalve de kinderen van wie ouders niet konden betalen. Die moesten op school achterblijven en kregen een alternatief programma. Het zijn wel elke keer juist die kinderen die je het ook zo gunt om met de klas wat leuks te doen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52040727-b03ff3.jpg)
Steekproef
Om deze ongelijkheid tegen te gaan diende Westerveld samen met Kamerlid Peter Kwint (SP) een initiatiefwet in. Kern van het voorstel: de ouderbijdrage is vrijwillig, en het niet-betalen ervan mag geen reden meer zijn om kinderen uit te sluiten. De reden voor het niet-betalen is daarbij niet van belang. Ook een kosteloos alternatief, zoals kinderen op school aan een opdracht laten werken, mag niet meer.
De wet, die op 1 augustus 2021 is in gegaan, verplicht scholen om dit expliciet te melden in de schoolgids, zodat ouders weten dat het niet betalen van de bijdrage geen pijnlijke gevolgen voor hun kind heeft.
Uit onderzoek van NRC blijkt dat veel middelbare scholen zich niet aan de gewijzigde wet houden. Op middelbare scholen is de vrijwillige ouderbijdrage vaak hoger dan op basisscholen, door bijvoorbeeld excursies naar het buitenland en bijzondere onderwijsvormen zoals tweetalig onderwijs. Dit zorgt ook voor een grotere afhankelijkheid van die bijdrage.
In een steekproef is nagegaan of de schoolgids vermeldt dat kinderen niet worden uitgesloten als de ouderbijdrage niet wordt betaald. Van de 120 onderzochte scholen meldt meer dan de helft van de scholen (65) dit niet. Hoewel de overige 55 scholen wel nadrukkelijk melden dat kinderen niet worden uitgesloten van activiteiten, gaat het bij een gedeelte in deze groep (16 scholen) nog steeds mis. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar een kwijtscheldingsregeling, zoals het Vincent van Gogh College in Assen ook doet.
Maar een kwijtscheldingsregeling wordt niet genoemd in de wet. Wel kan zo een melding van de school over een regeling suggereren dat kinderen kunnen worden uitgesloten als er niet wordt betaald. „Een vrijwillige ouderbijdrage kan niet worden kwijtgescholden. Als een collectant voor de deur staat hoef je ook geen kwijtschelding aan te vragen. Bovendien is een van de doelen van de wetswijziging duidelijke communicatie naar ouders. Dat is hiermee niet het geval”, zegt een woordvoerder van de Inspectie van het Onderwijs.
Foutje
Scholen geven desgevraagd verschillende redenen voor de foutieve informatie. Het is „verkeerd opgeschreven” in de schoolgids en „moet nog worden aangepast”, of gaat het om „een oud document” dat nog van de website moet worden gehaald.
Alice Vellinga, bestuurder van het Vincent van Gogh College, zegt: „We sluiten niemand uit en vermelden dat ook in de schoolgids. Voorheen hadden we de kwijtscheldingsregeling juist om nooit leerlingen uit te hoeven sluiten. Die hoort daar dus niet meer. Dat is echt een foutje, ik ga daar snel naar kijken.”
Andere scholen zeggen dat de schoolgids wél de wetswijziging volgt, en wijzen erop dat de bijdrage vrijwillig wordt genoemd. „Maar”, zegt Westerveld, “dat was altijd al zo. De wetswijziging verplicht scholen juist om daar aan toe te voegen dat niemand wordt uitgesloten.”
Is het mogelijk dat scholen de wetswijziging verkeerd geïnterpreteerd hebben? “Alle scholen zijn meerdere malen geïnformeerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook de VO-raad [Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs] heeft er uitgebreid aandacht aan besteed. Als schoolbestuurder zou je dit gewoon moeten weten.”
Sommige scholen zeggen dat ze niemand uitsluiten, maar zijn bang dat veel minder ouders gaan betalen. Om de activiteiten toch te kunnen laten doorgaan, kiezen ze daarom voor een minder expliciete formulering. Mede-initiatiefnemer van de wetswijziging Peter Kwint herkent dit. „Sommige scholen hopen eigenlijk dat ouders de wet niet kennen. Dat is vaak een veilige gok, want ouders kennen de wet natuurlijk niet tot in detail.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/data69715637-55b8a6.jpg)
Niet op de hoogte
Eerder onderzoek van het tv-programma Kassa met organisatie Ouders & Onderwijs onderstreept dit. Daaruit bleek dat meer dan de helft van de ondervraagde ouders niet op de hoogte was van de aangepaste wet en nog steeds dacht dat kinderen mogen worden uitgesloten.
Volgens de Inspectie van het Onderwijs komen er al langer signalen binnen dat de communicatie van scholen niet in orde is. Ze stelt dat scholen duidelijk moeten communiceren en dat de schoolgids – ook volgens de wet – daarvoor als instrument moet dienen.
In de steekproef valt ook op dat bijna de helft van de scholen (53) ouders die moeite hebben met betalen doorverwijst naar Stichting Leergeld. Deze organisatie schoot de afgelopen jaren ouders te hulp die de ouderbijdrage niet konden betalen. Nu de wet expliciet zegt dat uitsluiting niet meer mag, heeft Stichting Leergeld besloten niet meer bij te springen. Ouders die bij de stichting aankloppen voor hulp bij de ouderbijdrage, worden geïnformeerd over de gewijzigde wet en met die kennis teruggestuurd naar hun school.
Gaby van den Biggelaar, directeur van Stichting Leergeld, merkt dat scholen nog niet altijd op de hoogte zijn van het nieuwe beleid van de stichting. „Dit bevestigt dat wij te veel als financier worden gezien voor allerlei schoolse activiteiten. Als scholen de activiteiten belangrijk vinden, moeten ze bij het ministerie aankloppen voor extra bekostiging, niet bij ons.”
Ook Westerveld ontving, zelfs al vóór de wetswijziging, kritische mails van schoolbestuurders die dachten dat dit het einde van alle schoolreizen zou betekenen. Dat vindt ze te makkelijk. „Die bestuurders hebben niet eens geprobeerd om met ouders het gesprek aan te gaan. Ik zou zeggen: gooi dit open op tafel en leg uit wat de consequenties zijn wanneer niemand meer betaalt. Maar ga niet de wet omzeilen met vage formuleringen.”