Gelukkig heeft de mens in Antropoceen, de musical twee kwallen om op terug te vallen. Zij peppen ‘m op, als hij het even niet meer ziet zitten. Het is ook niet niks: voor zijn ogen sterven de voelsprietvis en de mozaïekstaartrat uit; de Baobab-boom en het koraal kondigen hun einde aan. En dan te bedenken dat de mens daar zelf verantwoordelijk voor is. De zeedieren zetten snel een vrolijk deuntje in.
Performancecollectief Club Gewalt laat één mens (Amir Vahidi) met een petje en enorme rugzak de gehele mensheid vertegenwoordigen, die geconfronteerd wordt met de klimaatcrisis. Een dijk breekt door, de oceaan (Loulou Hameleers) eist steeds meer land op en de natuur spreekt de mens vermanend toe. Wat gaat hij doen om deze ecologische ramp te stoppen? Of is het eigenlijk al te laat?
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/08/data75127304-37807d.jpg)
Het ‘antropoceen’ uit de titel is de mogelijke naam voor het tijdperk waarin we nu leven: een periode waarin de mensheid grote invloed heeft op planeet aarde. Auteur Anne van de Wetering duikt diep in deze materie. De voorstelling is een tsunami van wetenschappelijke theorieën en Engelse termen, maar het verhaal blijft overeind en veel perspectieven krijgen de ruimte: van de geschiedenis van de wereld en uitstervende diersoorten tot de ‘hockeystickcurve’, die de opwarming van de aarde uittekent.
In regie van Sanna Vrij zijn de scènes fijn houtje-touwtje. Spelers sleuren rook- of windmachines over het toneel en helpen elkaar in outfits. Dat zijn opvallende kostuums, ontworpen door Bas Koster. Hij gaf de kwallen (Gerty Van de Perre en Lucas Schilperoort) hippe zonnebrillen en cowboyhoeden, de vulkaan een pak met wilde rood-oranje prints en de jurk van de oceaan waaiert in golvende stroken uit.
Elektronisch experiment
In Antropoceen zetten (veelal komische) choreografieën het traditionele musicalgevoel aan, maar de muziek doet daar niet meteen aan denken. Componisten Amir Vahidi en Robbert Klein mixten musicaleske uithalen met complexe elektronische composities. Zij lieten zich inspireren door ‘hyperpop’, een jong muziekgenre dat de grenzeloosheid van het internet omarmt. Hierin staan mens en machine niet tegenover elkaar, maar worden één. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het veelvuldig gebruik van auto-tune-achtige technieken: een technologisch foefje waarmee zangers hun stem vervormen of vocale oneffenheden wegpoetsen. Antropoceen staat bol van dit soort effecten. Zo klinkt het bij de kwallen net alsof ze onder water zingen.
Iedere scène heeft een geheel eigen sound. In het openingsnummer galmt nog een traditioneler musicalgeluid, terwijl de mens ‘zijn’ waterwerken en de landbouw bejubelt. Later bezingt de aarde (Suzanne Kipping) haar geschiedenis in een lang shownummer en botst de mens in een ruig duet met de natuur. De veelheid aan muzikale wendingen maakt de voorstelling wat ontoegankelijk, zeker omdat het experiment op sommige momenten ver voert en lang aanhoudt. Toch duwt Club Gewalt je met de neus op de feiten. Het collectief knalt van het toneel (zo hard, dat je soms letterlijk voor je trommelvliezen vreest) en deze klimaatmusical raast zeker nog wel even na in je hoofd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/10/0511zatessaypaulluttikhuislos6b-web.jpg)