Het is heerlijk weer, kort na de jaarwisseling in de baai voor Marigot, aan de Franse zijde van Sint-Maarten. Hier heeft Laura Dekker (26) met haar bemanning net Oud en Nieuw gevierd, vertelt ze in een telefonisch interview vanaf haar boot, op ruim 3.700 zeemijl van Amsterdam. „We hebben verstoppertje gespeeld aan boord, taart gebakken en zijn in het water gesprongen.”
Tien jaar eerder kwam ‘zeilmeisje’ Laura na een tocht van 27.000 zeemijl aan op ditzelfde eiland, en schreef geschiedenis als de jongste solozeilster die rond de wereld voer. Ze vertrok als 14-jarige, vierde twee verjaardagen op zee en rondde haar reis na 519 dagen af.
Lees ook: Hoe het mediacircus rond Laura Dekker tien jaar geleden begon.Dekker zeilde voor het laatste deel van haar reis bewust naar het Caribisch gebied in plaats van naar Europa – zo klaar was ze met Nederland. Ze was een jaar later dan gepland vertrokken, omdat de leerplichtambtenaar en vervolgens Bureau Jeugdzorg rechtszaken aanspanden om haar te weerhouden van haar tocht. Er werd zelfs geprobeerd haar uit huis te plaatsen. Uiteindelijk behielden haar (gescheiden) ouders de ouderlijke macht en konden zij zelf beslissen om haar te laten gaan of niet. Na een juridische strijd van bijna een jaar kon ze vertrekken.
Een decennium later staat het wereldrecord nog altijd – en Dekker vaart ook nog steeds. „Morgen of overmorgen varen we door naar Saint Vincent en de Grenadines”, zegt ze vanaf haar boot, die net als haar ‘wereldreisboot’ Guppy heet.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81025058-a82a23.jpg|//images.nrc.nl/WGOYRpAd_X8JLiwpZWraJLfe4jY=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81025058-a82a23.jpg)
Laura Dekker op haar zeiljacht Guppy in jachthaven Den Osse in Brouwershaven, in 2010. Als 14-jarige vertrok ze hier voor haar solozeiltocht. Foto ANP/Marco Swart
Het is deze maand tien jaar geleden dat je je soloreis voltooide. Had je het jubileum groot in je agenda staan?
„Nee, helemaal niet. Pas toen mensen mij erover schreven dacht ik: o ja!”
Ben je trots dat het record nog altijd staat?
„Ik vind het wel leuk, maar ik zou het niet erg vinden als iemand het verbreekt.”
Inmiddels ben je tien jaar ouder en moeder van een zoon van drie. Hoe kijk je terug op de reis die je als tiener ondernam?
„Nog steeds als iets heel erg moois. Hoe verder weg het is, hoe meer ik het waardeer. Dan besef ik wat een mooie reis het was, hoeveel ik ervan heb geleerd en hoezeer het mijn leven beïnvloed heeft. Het was heel cool om juist op die leeftijd te reizen en zo veel verschillende dingen te zien en zelf te moeten doen, want juist dat helpt je heel erg bij je ontwikkeling.”
Wat heb je ervan geleerd?
„Zo veel. Onder andere waarderen wat je hebt. Ik had bijvoorbeeld geen douche, warm water, koelkast, vriezer of internet. Als je dat dan even wel hebt, ga je je realiseren hoe veel dat waard is. Ik ben nog steeds zo blij als ik een warme douche kan hebben. Ik heb ook geleerd om door te gaan en niet op te geven, geleerd om me niets aan te trekken van wat anderen van mij denken en dat ik mezelf moet en kan zijn. Die inzichten heb ik mede door de verschillende mensen en culturen die ik onderweg tegen ben gekomen opgedaan. Dan zie je dat niet alles overal gaat zoals in jouw land of dorp. Ook heb ik geleerd meer praktisch te zijn, om op te ruimen, de boot netjes te houden, te plannen en op tijd dingen te repareren.”
Zijn er dingen die je achteraf bezien anders had willen doen?
„Ik zou niets willen veranderen, want het is ook door de moeilijke tijden dat ik nu sta waar ik sta.”
Wat vond je van alle kritiek die je kreeg?
„Ik heb er lang veel moeite mee gehad om dat een plekje te geven, maar ik denk dat ik er inmiddels wel aardig doorheen ben. Ook voor mijn ouders, die zó hun best deden om mij te helpen het zo veilig en verantwoord mogelijk te organiseren – en dan krijgen ze al dat gezeik over zich heen. Nu ik zelf een kleine heb, denk ik daar extra over na. Je wordt als discussie-object gezien en behandeld en niet meer als mens met gevoelens. Maar ik kan mensen ergens ook wel begrijpen.”
O ja?
„Omdat het heel menselijk is meteen een mening paraat te hebben en die rond te schreeuwen. In plaats van naar twee kanten van een verhaal te luisteren. Mensen geloven heel snel wat ze in de media lezen en gaan niet naar een persoonlijk verhaal zoeken. Terwijl in die tijd veel onzin geschreven werd en alle informatie door elkaar begon te lopen. Dan wordt het een zootje.”
Dus als critici jouw kant van het verhaal zouden hebben gehoord, hadden ze kunnen zien dat het niet onverantwoord was?
„Nou ja, dan hadden ze er in ieder geval over na kunnen denken en kunnen zien dat er ook een andere kant van het verhaal is.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81025052-417210.jpg|//images.nrc.nl/rw-6zGXETOR6q_MpimTrPGMGMrQ=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81025052-417210.jpg)
Laura Dekker arriveert in de haven van Sint Maarten, na een zeiltocht van 519 dagen. Ze is dan 16. Foto ANP/Jerry Lampen
Er was ook kritiek uit de zeilwereld. De Duitse zeiler Lucas Schröder wilde geen aanspraak maken op de Conny van Rietschoten Trofee, een prestigieuze zeilprijs, omdat jij ook genomineerd was.
Lachend: „Ja, dat klopt. Maar ik heb toen ook wel geleerd dat je moet loslaten wat mensen denken. Zij [de zeilwereld] reageerden over het algemeen beter, dus dat is voor mij dan ook wel aanmoedigend.”
Wat heb je na het voltooien van je soloreis in januari 2012 gedaan?
„Ik ben doorgevaren naar Nieuw-Zeeland en heb daar nog heel lang op mijn boot gewoond en daarvan mijn thuisbasis gemaakt. Ik ben deliveries gaan doen, waarbij je schepen voor andere mensen van A naar B vaart, vooral in de Stille Oceaan.
„Op een Nieuw-Zeelandse middelbare school gaf ik outdoor education, wat daar een vak is. Dan gingen we zeilen, een weekend kamperen, vis vangen, vuurtjes maken met 14- en 15-jarigen. Tijdens die lessen dacht ik: het zou leuk zijn als ik leerlingen op de boot kon meenemen en hen in een storm zelf dingen zou laten oplossen. Zo is dat idee een beetje gegroeid, maar het duurde nog een paar jaar voor we zelf zeiltochten met tieners gingen organiseren.”
Kun je daarvan rondkomen?
„Vóór corona gaf ik ook veel lezingen voor bedrijven, dat was mijn hoofdinkomen. Dat is nu een beetje weggevallen, al heb ik online wel af en toe presentaties en workshops, maar dat is in die vorm wel lastiger. Op een boot wonen is gelukkig niet zo duur, zolang je dingen zelf kunt onderhouden.”
Verder organiseer je zeiltochten voor kinderen.
„In de Nederlandse winter varen we zes maanden met tieners. Een belangrijke inspiratie daarvoor was mijn eigen reis. Hoe kan ik wat ik geleerd heb op de een of andere manier delen en doorgeven? Ik wil andere tieners diezelfde kans geven. Het is een leeftijd waarop je jezelf aan het ontdekken bent en denkt: waar sta ik in de wereld? Nu zijn we natuurlijk met een groep, maar ik zie de tieners met dezelfde dingen worstelen als ik destijds.
„En we doen jaarlijks ook nog een kortere Europatrip van tien dagen waarbij we varen met jongere kids, van acht tot twaalf. Het is veel werk, maar heel leuk om ze te zien groeien en leren – en om te blijven zeilen.”
Wat voor zelfde dingen zijn dat?
„Met het ontwikkelen van een eigen identiteit: wie ben ik en wie wil ik zijn? De tieners komen er tijdens de reis vaak achter welke dingen echt bij ze passen en welke niet. Dat helpt enorm met bepalen wat ze later willen doen en met hun zelfontwikkeling. Dat was voor mij ook wat ik leerde tijdens mijn reis. Daarnaast natuurlijk het opruimen en netjes houden van de boot, het plannen van schoolwerk en andere dingen voor de trip, zoals omgaan met zakgeld voor de reis.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81027089-bad059.jpg|//images.nrc.nl/_SXHdR6YyEK0KOw-4f7f-OFVljM=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data81027089-bad059.jpg)
Het zeilschip waar Laura Dekker nu mee vaart. Foto Laura Dekker
Vinden de ouders dat niet spannend?
„Dat verschilt heel erg. Sommigen vinden het moeilijk en willen precies weten wat er wanneer gebeurt. Anderen denken: laat ze maar een keer ‘op hun neus vallen’, allemaal onderdeel van het leerproces.”
Je reist continu landsgrenzen over. Heeft de pandemie je bewegingsvrijheid ingeperkt?
„Het maakt het er niet makkelijker op. We moeten beter uitzoeken waar we wel en niet heen kunnen en krijgen veel meer papierwerk. We doen wel wandeltochten en je ziet de cultuur, maar voorheen gingen we ook bij mensen lokaal thuis eten en dat riskeer je nu even niet. Maar het gaat wel, we zijn nergens vast komen te zitten. Als alles dicht zou gaan, kunnen we in principe in één keer terugvaren naar Nederland.”
Laura ontmoette in 2017 in Nederland botenbouwer Sander Vogelenzang, die op zijn zeventiende zelf al een scheepje bouwde waarmee je de Atlantische Oceaan kan oversteken. Ze kochten een Scorpio 72, waarmee ze nu samen varen. In 2018 werd hun zoontje Tim geboren.
Tim is al sinds zijn geboorte mee aan boord en staat op je website op de crewlijst als ‘deckswab’. Gaat hij in de toekomst je record breken?
„Hij wil altijd overal bij helpen. Ik denk dat hij over een paar jaar de groep gaat vertellen hoe alles werkt. Hij vaart altijd mee.”
Zou je het als zijn moeder niet erg spannend vinden als hij hetzelfde op zijn 14de zou ondernemen als jij destijds – het is toch niet geheel zonder risico’s?
„Wie weet. Ergens hoop ik niet dat hij uitvaart, want ik weet niet of ik dat aankan, maar ik heb vrij weinig keus.”
Nee?
„Nee, grapje natuurlijk. Ik zou het moeilijk vinden hem te laten gaan, omdat ik hem zou missen, maar ik hoop dat hij zijn dromen volgt. We zullen hem daar uiteraard in steunen. Ik realiseer me nu wel hoe moeilijk het voor ouders is om hun kinderen los te laten. Maar ik weet ook hoe belangrijk dit is, dus we doen dat wel. Tim vindt zeilen tot nu toe heel leuk, maar als hij iets totaal anders wil doen ondersteun ik dat ook.”
Je hebt maar één jaar van je leven in een huis gewoond, verder altijd met je ouders of zelf op een boot. Voel je je ergens thuis?
„Ik heb altijd op een boot gewoond – ik beschouw Guppy als mijn thuis. We hebben ook niets anders.”