Oude Stadsdichter
Gershwin Bonevacia
„Als Stadsdichter was ik relatief jong, 26 jaar”, zegt scheidend dichter van de hoofdstad Gershwin Bonevacia (29). Drie jaar lang, vanaf 2019, vervulde hij de eervolle taak om als Stadsdichter van Amsterdam de stad te verrijken en te bezielen met poëzie. „Ik was een dichter van de voordracht, van het optreden en van spoken word. Vanaf het moment dat ik Stadsdichter werd moest ik me toeleggen op de gedrukte tekst, want Het Parool drukte mijn stadsgedichten af, soms zelfs op de voorpagina. Dat stelde andere eisen aan het gedicht.”
Het belangrijkste verschil is dat het gedrukte gedicht de fysieke performance mist. Juist daar hield Bonevacia van: live optreden en al voorlezend improviseren op het podium tijdens Amsterdam Dance Event of de Museumnacht. Dat waren voor hem „stadsgebeurtenissen”. Nu hij afscheid neemt als Stadsdichter zal hij die missen. „Maar”, benadrukt hij aan de telefoon, „ik ga me nu toeleggen op het geschreven dichterschap. De 35 stadsgedichten die ik schreef worden gebundeld en gepubliceerd. Hoewel mijn roots op Curaçao liggen, zijn het vooral de Nederlandse dichters van de geschreven poëzie die me inspireren, zoals Martinus Nijhoff, Lucebert, Remco Campert, K. Schippers en Menno Wigman.”
Het was zijn allereerste doel om Amsterdammers die nooit met poëzie in aanraking komen tóch gedichten te geven, zo toegankelijk mogelijk: „Daarom maakte ik een ode aan het openbaar vervoer, schreef over voetbal en het Champions League-succes van Ajax in 2019 waarin Cruijff en Nouri voorkomen, en ook de grootheden Rijkaard en ‘Sjaak de mister’, Sjaak Swart dus. Ik kreeg enorm veel bijval. Ook sloot ik met een gedicht aan bij de Black Lives Matter-beweging en schreef ik een loflied op het 100-jarig jubileum van bioscoop Tuschinksi. Want dat was wat ik wilde: Amsterdam poëtisch maken en in de stad de momenten opzoeken die ik bezieling kon geven door de poëzie.”
Foto’s Jennifer Knuchel
Bonevacia was nauwelijks aangesteld als Stadsdichter of corona brak uit. De stad ging dicht, scholen en theaters sloten, mensen beleefden eenzame feestdagen aan het eind van 2020. „Dat heeft mijn poëzie sterk veranderd”, zegt hij nu. „Meteen na de eerste persconferentie schreef ik over corona, want het is de functie van de Stadsdichter om te reflecteren op wat er gebeurt. Bij corona kwam erbij dat er een gemeenschappelijke vijand was. Alles wat mensen deden of juist niet mochten in Amsterdam was corona-gerelateerd. Ik droeg mijn poëzie voor via live stream, omdat ik toch een positieve impact wilde geven en met mijn gedichten wilde oproepen tot bezinning.”
In de loop van zijn stadsdichterschap is Bonevacia de stad anders gaan zien en is zijn kennis verbreed. Hij betreurt het dat Amsterdam „een metropool wil worden, zoals New York of Londen. Juist de intimiteit van de stad met haar grachten, de kleinschaligheid zoals ik die ken van steden als Kopenhagen of Lissabon zou Amsterdam moeten koesteren, evenals de aandacht voor subculturen.”
Diversiteit was een van zijn items, vertelt hij, evenals huisvesting en de woningnood, „zeker onder jonge mensen”. Bonevacia hoopt dat zijn stadsgedichten samen een tijdsbeeld geven van de afgelopen drie jaren. Hij vindt het „geweldig fijn” dat zijn gedichten daadwerkelijk een plek hebben gekregen in de stad. „Ze hangen permanent op grote panelen in de Javabuurt en bij station Holendrecht aan de Zuidas; het zijn tastbare bewijzen van poëzie. Ik heb het gevoel tijdens het stadsdichterschap volwassen te zijn geworden, rustiger ook. Nu kan ik me gaan toeleggen op wat het dichterschap voor Amsterdam me al leerde: de kracht vinden voor het geschreven woord.”
De verbonden stad
Ik ga de metro pakken, elke week ergens anders aankomen.
Zal over ze schrijven, de metrostations,
over de mensen die daaromheen wonen, over wat ze hebben meegemaakt.
Ik zal altijd onderweg zijn, altijd op de juiste plek.
Elke halte zijn verhaal.
Elke bestemming een andere betekenis.
Ik vraag me af of ze weten dat ze onderdeel zijn.
Dat ze niet het centrum zijn, maar wel het middelpunt,
dat ze op die manier de stad verbinden.
Gaat het leven niet altijd om: instappen, uitstappen of overstappen?
Zijn we niet allemaal op zoek naar onze lijnen,
zodat we richting kunnen geven aan onze eindbestemming?
Dient de reis als ontmoetingsplek voor Amsterdammers
die je kent van lang geleden of is hij jouw weg naar geluk,
jouw weg naar succes?
Ik ga de metro pakken, elke week ergens anders aankomen.
Zal over ze schrijven, de metrostations,
over de verborgen plekken die de buurt maken, over waar we vandaan komen.
Ik hoop dat je me zal helpen om mijn weg te vinden,
voel me een beetje verdwaald in de stad.
Geen idee waar ik moet instappen.
Ik zal vragen of we verbonden zijn, aan de metromensen.
I amsterdam of wij Amsterdam.
Wat zeg jij?
Ik zal soms even onder de grond,
op zoek gaan naar karakter,
maar het zal nooit eenzaam zijn.
Ik zal van Postjesweg naar de Pijp,
Van de Pijp naar Wibautstraat
plus alle tinten die daartussen leven.
Er zal geen einde komen aan mijn reis.
Elke halte zijn eigen verhaal,
toch altijd verbonden.
Gershwin Bonevacia
Amsterdammertje
Er zijn regels,
want pas als jij jouw favoriete Indonesische toko hebt zien veranderen in
een hipsterkoffiebar met antracietkleurige muren,
je het verschil weet tussen Oud-West en BoLo & Co
De drukte geen ergernis meer in je opwekt,
maar je de hoekjes met groen begint te zien in
de hernoemde steegjes
Als je kan schakelen tussen het perspectief van een
bicultureel transgender persoon naar het lot van een oudere witte noorderling
die het allemaal niet meer zo goed kan horen
Als je in het winkelcentrum van Reigersbos bent geweest,
de laatste metro hebt gemist, onderdeel bent van een broedplaats,
je je regelmatig afvraagt: waar stond mijn fiets ook alweer?
Je de pijn voelt van de ongelooflijk lange weg
die sommige mensen hebben afgelegd om hier te zijn,
klein maar mooi stukje grond
Als het soms ook even kan schuren,
je iemand ‘Klootzak!’ toeroept, maar niet bang bent om terug te keren
om te zeggen dat je het niet meende.
Als het levenslied van Adje, André Hazes of THC
jou op het lijf geschreven is,
je Smibanese kan praten of Patta rockt
Pas als je je druk maakt om de huizenmarkt maar tegelijkertijd voor geen cent
verderop zou willen wonen, je ziet hoe er steeds meer
stadsgenoten noodgedwongen afscheid nemen
Je je fijn voelt in een stampvolle, bloedhete tent op Kwaku,
de Uitmarkt, Milkshake, in Paradiso. Je zorg draagt
voor de mensen en het ritme
Niet alleen bij leven maar ook daarna,
verheven tot grafmonument.
Pas dan kan je zeggen: ik ben een Amsterdammer.
Gershwin Bonevacia
Nieuwe Stadsdichter
Marjolijn van Heemstra
„We leven in een tijd van continue snelheid waardoor we aandacht voor zaken vlak om ons heen vaak vergeten, we zouden meer moeten vertragen”: voor de gloednieuwe Stadsdichter Marjolijn van Heemstra (40) liggen de thema’s voor Amsterdam in het verlengde van haar eerdere proza, poëzie en van haar theaterwerk. „In mijn rol als Stadsdichter wil ik aandacht vragen voor meer ruimte in ons hoofd en leven, en ook voor het belang van duisternis in de stad. Mijn droom is een Amsterdam waar we weer wat sterren zien, hoe mooi zou dat zijn?” Met dit laatste doelt Van Heemstra op haar project ‘Nacht-Wacht’ waarin ze de waarde onderzoekt van donkerte en duisternis in een stad met veel te veel licht. Van Heemstra ging met belangstellenden wandelen door bijvoorbeeld het Vliegenbos in Amsterdam-Noord waar ze vlak bij woont. Kijken naar de sterren, waardering opbrengen voor het donker, dat was en is haar missie. Of, zoals ze schrijft in haar prachtige, vorig jaar verschenen non-fictieboek In lichtjaren heeft niemand haast: „De nacht als nacht omarmen”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81090475-54e31c.jpg|https://images.nrc.nl/NOkgTZC4Ku_ywPb1y47q-eHvOYE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81090475-54e31c.jpg|https://images.nrc.nl/NgLj0nhYchhrJBeV_b-dW9UAxgs=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81090475-54e31c.jpg)
De kersverse Stadsdichter, Marjolijn van Heemstra.
Foto Jennifer Knuchel
„In het bestaan dat we leiden moet alles aldoor sneller”, vertelt ze, „we worden door flitsbezorgers op onze wenken bediend, we consumeren onophoudelijk. Met poëzie probeer ik juist het tegendeel te bereiken: poëzie vraagt toewijding en aandacht, niet alleen van de maker, juist ook van de lezer. Voor het lezen van poëzie moet je moeite doen. Door alle haast en stress waarmee we leven, ontbreekt het de Amsterdammers veelal aan een poëtische levenshouding, die wil ik graag bepleiten.”
Tijdens het schrijven van haar eerste dichtbundel meldde ze zich bij het ruimtevaartmuseum Space Expo Noordwijk aan om huisdichter te worden. Het heelal is een terugkerend thema in haar werk. En dan niet alleen dat uitzicht op de verte, maar ook de blik op de aarde vanuit de ruimte. Een blik die ons ervan bewust kan maken dat de planeet uiteindelijk één organisme is en alles op die planeet dus in afhankelijkheid van elkaar leeft.
Van ruimtedichter of duisternisdichter naar Stadsdichter: het lijkt een hele stap maar voor Van Heemstra ligt het allemaal in elkaars verlengde: „Ik vind het prettig om in verschillende vormen te denken. De kern is aldoor het schrijven. In lichtjaren heeft niemand haast heet weliswaar non-fictie, maar er zit veel poëzie in. Ik sta graag op het podium en vertel verhalen, ik houd van de fysieke aanwezigheid in het theater. Op de toneelvloer probeer ik vaak verhalen uit, die daarna in boekvorm komen.”
Bij het woord ‘ruimte’ denken mensen al snel aan die astronautenruimte van bijvoorbeeld een ruimtevaarder als André Kuipers, maar Van Heemstra vertaalt in haar werk en dus straks ook in het stadsdichterschap die ruimte ook naar het kleine: „Er is nog zoveel te winnen op de vierkante meter waarop we in Amsterdam leven, met elkaar. Een aspect van ruimte of eerder ruimtegebrek is de woningnood in de stad. Daar maak ik me ernstig zorgen over. Nu wordt de stad volgebouwd met peperdure appartementen die deels voor expats bestemd zijn, voor mensen dus die hier nog niet eens wonen. Ik snap niet dat Amsterdam niet in eerste instantie goed zorgt voor de mensen die er wél zijn.”
Het doet haar „pijn” te beseffen dat Amsterdam weliswaar een groenfonds heeft, maar hoegenaamd uit die overvolle geldlade geen nieuwe bomen plant maar alles dicht- en volbouwt, „alleen niet voor de Amsterdammers zelf. Zij vormen toch het hart van de stad. Een stad heeft plekken nodig waar mensen samenkomen en elkaar in rust kunnen ontmoeten. Anders blijven alleen die plekken over waar je elkaar in drukte tegen het lijf loopt, en dat is geen goede basis voor een ontmoeting. Juist op zulke pleinen is groen nodig, dat heeft de lockdown bewezen. Mensen die binnen geen ruimte hebben, krijgen het buiten ook niet. Bij het metrostation van Noord staat een groot bord met erop ‘Wonen midden in het groen’, maar waar is dat groen? Ik zie het nergens.”
Van Heemstra heeft, zoals ze zegt, „een missie” in haar functie als dichter van de hoofdstad: Amsterdam een beetje poëtischer maken, met hopelijk wat sterren erboven. „Ik hoop wat bij te kunnen dragen aan de vertraging in de stad. Poëzie leent zich daar goed voor, met een goed gedicht kun je eventjes de tijd stilzetten. Misschien kun je het poëtisch activisme noemen.”
Dwarsdoorsnede
In de darmen van de stad
wordt gerommeld met de tijd.
Als een bloederige buik
liggen dieptelagen open.
Een parkeerdek ligt pal in de
middeleeuwse haven,
tussen tempels en galgen
zijn stations uitgehakt, ruim
als tombes. In de doorsnede
vol totems en opvallend veel
messen ligt hier en daar
een onverteerd huis
naast een ondergrondse akker,
waar het oude water stroomt
en wij een kosmische seconde
denderen langs de scherven.
Marjolijn van Heemstra
Uit: Reistijd, bedtijd, ijstijd. Gedichten. Das Mag, 2020
De Stadsdichter van Amsterdam wordt aangesteld door Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA), met financiële steun van De Kleine Komedie, de gemeente Amsterdam en SLAA. Het Parool is vaste mediapartner. De Poëzieweek loopt t/m 2 februari, Ramsey Nasr schreef het poëziegeschenk, Wij waren helemaal onder de betovering geraakt. 2 februari treedt Nasr op in Perdu, Kloveniersburgwal 86. Inl: www.perdu.nl