Muziek aan tafel

Muziek bepaalt het leven van altvioliste . Beethoven bederft de tafelmanieren.
Wagner over muziek

Dat is lang geleden! hoor ik iemand achter me roepen als ik het Concertgebouw verlaat. Ik kijk om en herken een oude bekende. „Heb je lekker gespeeld?”, vraagt ze, en ze wijst naar mijn altvioolkist. Na een samen bezochte kookcursus twee jaar geleden verloren we elkaar uit het oog. Nu vallen we elkaar na enige aarzeling net niet in de armen en spreken bij haar thuis af.

Twee dagen later betreed ik haar woning waarvan de overdadig met planten ingerichte keuken het hart is. We lachen zoals vroeger en ze vertelt met trots over haar eigen ‘culi-oase’ in een winkelcentrum. Daarna wenkt ze me naar de chique gedekte keukentafel. „Ik heb voor je gekookt”, verrast ze me. En ze schakelt ook nog een streaming van mijn laatste concert in. Beethovens zesde symfonie stroomt tussen ons als een warme saus en steelt volledig mijn aandacht. Op mijn bord transformeren de foreleitjes op de bloemkoolpuree onmiddellijk in de noten van het thema. Ik zet ritmisch mijn vork erin, proef, maar de daaropvolgende altvioolfrasen verhinderen het ontwaken van mijn smaakpapillen. Mijn vingertoppen spelen al mee op de greep van het bestek. Licht beschaamd laat ik haar praten. Onbevangen schenkt ze me water bij op het moment dat de altviolen een kabbelend beekje van het tweede deel nabootsen en terwijl een fijn netwerk motiefjes me bespeelt, raakt mijn tong verdoofd.

Ze komt met het hoofdgerecht. Ik laat me niet kennen en zet het mes in de met sinaasappel gevulde kwartel als de vogelcadens begint: nachtegaal-, kwartel- en koekoeksklanken vliegen me expliciet aan en ik bevries opnieuw. Oppassend dat mijn bewegingen zich niet tot vierkwartsmaat beperken verschuif ik mijn stoel. Het Scherzo begint, maar als Beethoven opeens de vrolijkheid voor even met mineur vertroebelt, leg ik mijn vork weg. Ze fronst en ik begrijp dat ik disharmonie tussen ons moet voorkomen nog voordat Beethovens storm gaat beginnen.

Zeven maten later geef ik het eindelijk toe: luister, ik ben dol op Beethoven maar net zoals hij kan ik niet zo goed tegen muziek aan tafel. Met een klik zet ze de muziek stil. Mijn smaak keert pardoes terug en ik zit weer aan tafel en niet op mijn werk. Blij dat ik eindelijk weer iets proef, hoor ik haar zeggen: gelukkig ben je allergisch voor muziek en niet voor mijn eten.

Ewa Maria Wagner is altvioliste en schrijfster.