Wat gebeurt er als je de Maastunnel wél halveert?

Praat over de straat Het experiment met vermindering van rijstroken op de Maastunnelroute „beknot” de vrijheid van de automobilist, stelt de politie. Maar het is juist de stad die zich heeft moeten schikken naar de orde van de auto.

Illustratie Fokke Gerritsma

De politie twijfelt aan het nut en de effectiviteit van het verkeersexperiment bij de Maastunnel in Rotterdam. Een van de argumenten luidt: „De vrijheid van het verkeer wordt beknot”.

Wie auto rijdt weet dat juist de vrijheid ervan zo aantrekkelijk is. Voor een mantelzorger die een paar keer per week naar een plek moet waar geen goed openbaar vervoer is georganiseerd, is een auto een zegen. Wilde natuur is vaak echt alleen makkelijk te bereiken met een auto.

Dus trekt ook de partij voor vrijheid en democratie (de VVD) nu de handen af van het Maastunnelexperiment. „Als je een gezin hebt, dan heb je die auto gewoon nodig. Om je kind naar voetbal te brengen, of je vader te bezoeken in het bejaardenhuis”, zegt lijsttrekker Vincent Karremans in het AD.

Lees hier ook de eerste aflevering van de nieuwe rubriek ‘Praat over de straat’ van Thalia Verkade

Massaal T-Fords kopen

Terug naar de politie. Het is opvallend hoe anders die vroeger naar vrijheid keek. Toen Amerikanen in de jaren 10 van de 20ste eeuw dankzij de lopende band massaal T-Fords konden gaan kopen (te krijgen in elke kleur als het maar zwart was, omdat zwart het snelste droogde in de fabriek) en daarmee de steden in reden, zagen agenten juist dát als een beknotting van de vrijheid. Want zij moesten de chaos die volgde proberen te bedwingen.

In zijn boek Fighting Traffic over die tijd, schrijft Peter Norton: ‘De politie zag het probleem als een nieuwe vorm van wanorde, veroorzaakt door een nieuw voertuig: de automobiel. Het idee dat de politie had voor de oplossing volgde uit haar beeld van het probleem. Als het probleem was dat de auto door diens nieuwe mogelijkheden de bestaande orde op straat verstoorde, dan luidde de oplossing: automobilisten moeten zich houden aan de bestaande orde.’

Dus dwong de politie de automobilist met een slakkengang te rijden. En zagen de agenten files juist als een bondgenoot die automobilisten afremde. De politie kwam niet op voor de vrijheid van de automobilist, zoals nu, maar voor de vrijheid van de stadsbewoner. Je kunt niet voor beiden tegelijk opkomen, zegt Norton: ‘Als straatgebruikers vrij zijn om auto’s te gebruiken, dan wordt de vrijheid van alle straatgebruikers (inclusief automobilisten) om iets anders te gebruiken dan de auto beknot’.

Onder druk van het idee dat de auto vrijheid geeft, is in Amerika en daarna overal de auto niet aan de orde van de stad aangepast. De stad heeft zich vanaf de jaren 30 geschikt naar de orde van de auto. We bouwden hier de Maastunnel en trokken die autoweg bovengronds door, dwars door de stad. Zo konden mensen grotere afstanden gaan afleggen.

Lees ook dit opinie-artikel van hoogleraar Derk Loorbach: Hoog tijd om de auto op grote schaal terug te dringen in Rotterdam

Kinderen zelfstandig over straat

Werken of uitwedstrijden spelen op autolocaties aan de andere kant van de rivier is daardoor mogelijk of makkelijker geworden. Ver weg van ouders wonen ook. Of dat nu positief of negatief is: een brede Maastunnel maakt het voor meer mensen mogelijk grotere afstanden af te leggen. Daardoor kunnen die mensen sommige bestemmingen niet meer zonder auto bereiken. Is dat vrijheid? Of afhankelijkheid?

Wat als je het mechanisme om zou draaien? Als je de vele voetbalvelden aan publieke ruimte in de stad die nu voor auto’s wordt gebruikt voor andere bestemmingen inricht? Die daardoor weer meer op loop- en fietsafstand van elkaar komen te liggen? Als je de Maastunnel wel halveert?

Het beknot de vrijheid om met veel mensen tegelijk auto te rijden Maar het geeft stadsbewoners ook vrijheid terug. Vrijheid om frisse(re) lucht in te ademen, zachter te kunnen praten op straat. Kinderen krijgen vrijheid om zelfstandig over straat te gaan. Ouders hoeven minder te taxiën. Is dat geen vrijheid van het verkeer?

Thalia Verkade schrijft op deze plek om de week over het verkeer en de straten in Rotterdam, hoe we daarover praten en hoe die manier van praten van invloed is op hoe we erover denken