Rutte IV
Oppositie buitenspel
Tijdens de regeringsverklaring merkte premier Rutte dinsdag op dat de coalitie in de Tweede Kamer beschikt over een meerderheid maar in de Eerste Kamer niet. Daarom zal het kabinet samenwerken met alle positieve krachten, binnen en buiten het parlement, aldus de premier. Dat is een redenering vanuit het denken over een meerderheidsstrategie, in plaats vanuit het volgen van het constitutionele meerderheidsbeginsel. De oppositie wordt buitenspel gezet, tenzij het niet anders kan. De Tweede Kamer is echter geen verlengstuk van het kabinet en vertegenwoordigt de gehele bevolking. Parlementariërs stemmen zonder last, aldus de Grondwet. De meerderheidstrategie is daarmee in strijd. Illustratie van een nieuwe bestuurscultuur?
Rutte IV (2)
Beschamende vertoning
Ik had vrij genomen om naar de regeringsverklaring te luisteren. Want het is niet onbelangrijk om kennis te nemen van waar het nieuwe kabinet met Nederland naar toe wil. Voor onze toekomst, voor onze jeugd. Ook belangrijk is te horen hoe de oppositie tijdens het debat inhoudelijk kritische opmerkingen maakt en plannen probeert te wijzigen, te verbeteren.
Het debat begon met Wilders, en duurde. Het werd een beschamende vertoning, waar Wilders zijn oude plaat afdraait. Het is of je kijkt naar een slechte uitzending van Andere Tijden. Het is beschamend.
Queer ouders
Literatuur als zelfhulp?
Tekenend voor de lastige verhouding tussen activisme en literatuur is het stuk van Eke Krijnen over queer ouderschap, ‘Ik ben altijd zijn moeder’ (18/1). Daarin wordt iedere lhbti-ouder opgeroepen tot verzet, tegen nogal wat. De aanklacht: „Meer moeten doen. Het is een rode draad die door het ouderschap van lhbti’ers loopt.” Ter argumentatie wordt ook mijn autofictionele roman Nachtouders uit 2019 aangehaald. Krijnen is duidelijk teleurgesteld: „Verzet je, riep ik Saskia toe, tijdens het lezen van Nachtouders.” In de roman beschrijf ik mijn groeiproces als niet-biologische mama. Ik begon heel onzeker aan het ouderschap en vond en vind gaandeweg wat ik voor mijn zoontje ben.
Verzet en strijd versus zelfbevraging en groei. Vermoedelijk heeft Krijnen mijn boek halverwege aan de kant gelegd uit ergernis en heeft ze zo de evolutie die ik in mijn boek schets gemist, ofwel is dit haar activistische literatuuropvatting. Literatuur mag in deze visie enkel dienen als empowerend illustratiemateriaal in de strijd om gelijke rechten, twijfel hoort er niet bij. Literatuur zal zelfhulp zijn of niet zijn. Gelukkig hoeven schrijvers zich daar niets van aan te trekken.
Nefaster is wat dit soort opinies kan doen voor mensen in een gelijkaardige situatie. Queer ouders, en overigens alle ouders, die vol vragen zitten, krijgen het zo nog benauwder. De pechstrook van de twijfel is afgeschaft. „Ik hoopte op versterking van mijn positie als niet-biologische moeder”, schrijft een strijdvaardige Krijnen nog. Angst, dissidentie of twijfel moeten in de kiem gesmoord. Dat neigt naar het dictatoriale. Literatuur zal ons niet redden, dit soort activisme evenmin.
schrijver