Pink Floyds varken op de grond, december 1976, Londen.

Foto Hypgnosis

De man die Pink Floyd een vliegend varken gaf

Interview | Theo Botschuijver Hij was eind jaren zestig een van de eersten die opblaasbare dingen voor events ontwierp. Wat hij nog graag wil maken is een springmatras waarop mensen en apen samen kunnen dansen.

Nederlanders in James Bond-films? Jeroen Krabbé. Dat weet iedereen. Daphne Deckers, Famke Janssen… en Theo Botschuijver. Hij komt in actie in Diamonds are Forever (1971), bij het hoofdkwartier van booswicht Blofeld op een olieplatform in de oceaan. Een helikopter dropt Sean Connery daar in de buurt, gehuld in een zilveren plastic bal waarin hij over het water naar het platform loopt. De onzichtbare man in die ballon is Theo Botschuijver.

Theo Botschuijver (79) is de bedenker en maker van die bal en andere opblaasbare kunstwerken, samen met zijn partners van het collectief E.R.G. In een voorloper van de Bond-bal, de doorzichtige versie Waterwalk, gaven ze vissers op de Amsterdamse Sloterplas het idee dat Jezus over het water liep, vertelt Botschuijver in zijn huis iets buiten Ouderkerk aan de Amstel, waar hij ook lange tijd in een voormalige school zijn atelier had. Een foto in De Telegraaf van het spektakel op de Sloterplas leverde in 1970 een storm aan internationale publiciteit op.

Botschuijvers tweede claim op internationale faam is het vliegende varken op de albumhoes van Animals (1977) van Pink Floyd. Hij maakte het varken en was erbij toen het tussen de hoge schoorstenen van Battersea Power Station in Londen losbrak en wegvloog richting Heathrow Airport. Paniek en opnieuw veel publiciteit: ‘The day pigs could fly’ kopte een tabloid.

Wolken van pvc

Over het werk van Theo Botschuijver verscheen eind vorig jaar het boek Playful Inventions, met een uitgebreid foto-overzicht. Zijn kennismaking met opblaasbare zaken begon midden jaren zestig tijdens zijn studie aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven. „Een hoop gepionier en gescharrel in bijgebouwtjes, maar een leuke tijd”, zegt Botschuijver over die opleiding. „Veel geleerd en gedaan, zowel over kijken en smaak als technieken als metallurgie, kunststoffen, houtbewerking, giettechniek, modelmaken.”

Voor het eindexamen moest hij een ‘niet utilitaire’ buitenlamp maken en bedacht een wolk-ballon die zwevend boven een tuin licht reflecteerde. Een eerste poging met plastic van de Boerenbond-winkel mislukte want dat bleek poreus, waardoor de helium verdween. „Uiteindelijk heb ik de wolken van pvc gemaakt, waar ik een laagje fijne glaspareltjes opplakte, zodat licht bijna 100 procent teruggekaatste.”

Tijdens het installeren van de wolken gingen ze een hapje eten. De half-opgeblazen wolken lagen nog op de grond. „Toen we terugkwamen was de dorpsjeugd uitgelopen en die had me daar een plezier op die ballonnen! Ze speelden de rafels aan hun broek. Ik was eerst woedend, maar later vond ik het toch een kwaliteit van opblaasbare zaken om te onthouden.”

Opdrachten

Na de wolken vroeg iemand Botschuijver of hij een groot opblaasbaar bed (7 × 10 meter) wilde maken en zo bleven er opdrachten voor ‘inflatables’ komen. In Amsterdam startte hij samen met de kunstenaars Jeffrey Shaw en Sean Wellesley-Miller de E.R.G. (Eventstructure Research Group, 1967-1983). Wellesley-Miller haakte na korte tijd af en Shaw richtte in 1991 het ZKM Centre for Art and Media in Karlsruhe op en is sinds 2010 verbonden aan de City University Hong Kong.

We moesten de bezoekers soms met bijna fysiek geweld tegenhouden

E.R.G. deed in Bern een event met plastic piramides voor de directeur van de Kunsthalle, de later beroemde tentoonstellingsmaker Harald Szeemann. Daarna kwam het verzoek voor een kunstprogramma in Hannover. Daar maakte E.R.G. van een plastic slang van 250 meter een brug over een meer. „Lopen in die tunnel was echt een zinsbegoocheling”, zegt Botschuijver. „Je ziet je eigen reflectie, je loopt in een transparante buis en van boven en aan de zijkanten is het zilverachtig. De akoestiek is vreemd, een raar echo-achtig effect.”

Net als bij de wolken reageerden de mensen enthousiast. „We moesten de bezoekers soms met bijna fysiek geweld tegenhouden.” Later herhaalden ze de tunnel in Groningen en Australië. „Daar hadden we iedere paar meter een speakerbox en dan lieten we geluiden horen van voorbij rennende paarden, onweer en regenbuien. Dat was een soort hallucinatie. Geweldig. Een van de meest geslaagde dingen die we ooit hebben gedaan.”

Interactie

Mensen van alle leeftijden aanzetten tot interactie met een object – en elkaar – was altijd het doel van E.R.G. „Bij onze Floriade-springmatras zag je dat mensen merkten dat je een deuk kreeg als ze met zijn allen bij elkaar stonden. Maar niet als je je verspreidde. Zulke afspraken zie je dan ontstaan.” Een foto van die matras was later de cover van een boek over sociologie (het standaardwerk Balans van de Sociologie van Johan Goudsblom).

In Assen verborg E.R.G. plastic slangen in een kanaal en pompte die later met publiek erbij op. „Niemand wist wat er ging gebeuren. Toen de slangen grillig boven water verschenen gingen mensen er dingen mee doen: terugduwen, vouwen, verplaatsen. ‘Tubing’ noemden we dat. Later hebben we zulke ‘instant sculptures’ ook wel op houseparty’s gedaan.” In 2018 nog bij de opening van de expositie Amsterdam Magisch Centrum in het Stedelijk Museum.

Botschuijver maakte, onder veel meer, een opblaasbaar drumstel voor Cesar Zuiderwijk, een roze olifant voor Casa Rosso op de Amsterdamse Wallen en de enorme blauwe Postbankleeuw die rond 2000 op popfestivals en elders te zien was. Ook was hij vanaf 1975 drie jaar regisseur van items voor de Nederlandse versie van Sesamstraat en maakte hij surrealistische pauzefilmpjes voor de VPRO. Met E.R.G. zat Botschuijver met een flink been in de kunstwereld. Ze maakten drie opblaasbare paviljoens, waaronder het auditorium van twee verdiepingen voor de legendarische tentoonstelling Sonsbeek Buiten de perken (1971). „Dat auditorium was te hoog gegrepen”, erkent Botschuijver. „Dat ging helemaal fout. Vooral als een lezing saai was, werden de mensen al vrij gauw wilder en meestal ontaardde het totaal. Er moesten bewakers bij staan met walkietalkies.”

Theo Botschuijver – Playful inventions. Uitg Lecturis (168 blz, 30,00 euro)

James Bond
De stuntmannen werden beroerd

Waterwalk Sloterplas (1970) Foto Pieter Boersma

‘Het booreiland met Blofelds hoofdkwartier lag net buiten de kust van Los Angeles. Jeffrey en ik hadden uit Nederland een transparante ballon meegenomen, maar de regisseur wilde niet dat je kon zien wie erin zat. De ballon moest zilver gespoten worden. Het stonk daardoor van binnen heel erg naar verf. Bij het booreiland had de oceaan een langzame golfslag, waar weer golfjes opzaten. Heel gek. Erg misselijkmakend ook. Ik had het vooraf een paar keer gedaan en wist wat ik kon verwachten, maar tijdens de opnames kwamen stuntmannen er na een paar seconden helemaal groen uit. Toen ben ik zelf in de ballon gestapt.”

James Bond (Sean Connery) in Diamonds are forever (1971)

Pink Floyds varken
Kapotte voetjes na wegzweven

‘Eind jaren zestig was ik in Londen toevallig bij een van de eerste concerten van Pink Floyd, in een kerkzaaltje met dertig, veertig man in Notting Hill. Zij speelden later vaak op Engelse universiteiten en in dat circuit deden wij wel eens wat opblaasbaars. Voor bands als Soft Machine maakten we soms iets visueels voor hun act: opblaasbare kostuums, dingen die uit de coulissen naar beneden kwamen dwarrelen, al naar gelang. We waren met twee dinosaurussen bij een concert van Rick Wakeman in de London Concert Bowl en Pink Floyd speelde daar een keer met onze opblaasbare octopus. We kenden Ian Knight, een stagedesigner die werkte voor ongeveer alle groepen waar je wel eens van gehoord hebt.

Pink Floyd Varken in de lucht bij Battersea (1976) Foto Phil Taylor Foto Phil Taylor

Later, in 1976, werd ik gebeld door Roger Waters van Pink Floyd: of ik nog opblaasdingen maakte. Net in die tijd hadden Jeffrey en ik er genoeg van. Maar ja, toen was het dus een varken maken. Het moest zeventien meter (50 feet) lang zijn en niet zo’n Disney-ding of wat buiten bij de slager staat te lachen. Ik heb bij een varkensboer in de buurt van Ouderkerk foto’s gemaakt, want je bent gauw geneigd om een cartoonesk dier te maken, varkens zijn langer dan je denkt. In Londen liet ik een ballon op schaal zien aan Waters en Hipgnosis, het bureau dat de hoes ontwierp. Oké zeiden ze, die moet het worden.

„Aan het maken wilde ik mijn vingers niet branden, veel te groot voor mijn atelierruimte. In Augsburg zat de Ballonfabrik, die maakte o.a. blimps, langwerpige ballonnen voor luchtreclame. Zij zorgden ook voor de lier om het varken aan op te laten. De eerste dag van de fotosessie in Londen bij Battersea Power Station lukte het door de decemberkou niet om genoeg helium in het varken te blazen.

„De volgende dag ging het goed en steeg het varken op. Een passant met een fototoestel vroeg of het wat hoger mocht, en de man van Ballonfabrik trok de rem van de lier af. De kabel spoelde steeds sneller af tot die passant ‘thanks, great’ riep. Toen ging de rem erop. In één keer…” De staalkabel brak en het varken vloog weg.

„Iedereen op de set lachen, maar wij waren verschrikkelijk ongerust. Ik heb een foto waarop je het varken vlakbij een vliegtuig ziet. Stel je voor wat er had kunnen gebeuren. Uiteindelijk hebben we hem ’s avonds teruggevonden in Sussex bij een varkensstal – echt waar. Er zaten wat scheuren in en zijn voetjes waren kapot. Schoongemaakt, gerepareerd en de volgende dag zijn de foto’s gemaakt.”

Genesis
Lamp van 1.000 watt in theekist

Genesis The Musical Box Foto Theo Botschuijver

‘Tony Smith, de manager van Genesis, kwam bij ons langs voor hun tournee The Lamb lies down on Broadway (1974/75). We besloten drie achtergrondschermen te maken waarop de gezongen teksten verbeeld werden op een paar duizend foto’s en collages. We kenden de mensen van Genesis en hun sfeer, al vond ik Pink Floyd een begrijpelijker band.

„Na afloop van de tournee door Amerika en Europa kwam Tony weer langs en vroeg of we nog iets konden bedenken. Op de academie, in 1964 of zoiets, had ik met een paar jongens zitten klungelen met een 1.000-wattlamp in een theekist met een spleetje. Als je rook blies in een ruimte en de lamp aandeed, dan ontstond een vlak van licht. Dat vond ik werkelijk wauw! Zou dat op theaterschaal in een enorme hal kunnen?

„Bij TNO in Delft zeiden ze dat het misschien met een laser zou lukken. Wat is een laser, vroeg ik. In een hokje in hun gebouw liet een man in een stofjas de laser zien. Na veel gezeur en 5.000 gulden is dat ding op een dag verhuisd naar een lange gang in de TNO-kelder. Ik had een kurk scheef afgesneden, daar een klein spiegeltje opgeplakt en op een boormachine bevestigd. We bliezen rook in de gang en als de boormachine draaide zag je een kegel van laserlicht. Genesis was erbij en vond het mooi.

„Zo’n laser was een groot ding in die tijd, een smalle kist van een meter lang, met glasbuizen, krachtstroom en waterkoeling. Ik moest die straal in de microfoonstandaard krijgen, zodat de zanger, Phil Collins, het licht over de hoofden van het publiek kon laten schijnen. Glasvezel dat tegen zo’n intense straal bestand was, bestond toen nog niet. We moesten met een optisch hulpstuk, een pentaprisma, het licht buigen. Dat is samen met een instrumentmaker gelukt.”

Springende apen
Een matras vol gorilla’s en kinderen

Springmatras Airground Floriade 1972 Amstelpark Amsterdam Foto E.R.G. Archive

‘Ik ben oud, ik loop slecht, maar er is wel iets wat ik nog graag wil doen, samen met Midas Dekkers. Hij en ik hebben het er vroeger al eens over gehad.” Botschuijver pakt pen en papier en maakt een schets van een opblaasbare springmatras met een hoog hek in het midden. „Ik ben zo benieuwd wat er gebeurt als je op die matras gorilla’s of chimpansees aan de ene kant, en mensen en kinderen aan de andere kant tegenover elkaar zet. Wezens die niet bij elkaar kunnen komen maar via het luchtkussen wel interactie hebben.”

Luchtkussen, 1969 Nieuwmarktbuurt Foto Pieter Boersma

Auditorium buitenkant Sonsbeek Buiten de Perken, 1971

Foto Pieter Boersma
Auditorium binnenkant eerste verdieping Sonsbeek Buiten de Perken, 1971

Foto Pieter Boersma
Auditorium Sonsbeek, Buiten de Perken, 1971
Foto’s Pieter Boersma

Waterwalk Groningen, 1971 Foto Pieter Boersma

Opblaasbare drumkit van Cesar Zuiderwijk, 1987 Foto Theo Botschuijver

Tekening Springende Apen (2021) Theo Botschuijver