Rutte IV laat vermogens grotendeels ongemoeid

Belastingen Politieke partijen riepen om een hogere belasting op ‘kapitaal’. Maar de nieuwe coalitie beperkt zich tot kleine ingrepen. „Extreem teleurstellend.”

De Zuidas in Amsterdam. Bedrijven krijgen van het nieuwe kabinet wat lastenverzwaringen toegeschoven.
De Zuidas in Amsterdam. Bedrijven krijgen van het nieuwe kabinet wat lastenverzwaringen toegeschoven. Foto Getty Images/EyeEm

Een belastingstelsel is een paneel vol knoppen en schuifjes. Betalen de burgers in een land veel aan de staat als ze boodschappen doen of sigaretten kopen, of toch eerder als ze hun loon ontvangen? Of juist als ze veel geld op de bank hebben? Samen bepalen al die knoppen waar het geld uit de samenleving wordt opgehaald – en wie het meeste overhoudt.

Dat knoppenpaneel stond hoog op de agenda in de verkiezingscampagne van 2021. Want het schuifje voor belastingen en sociale premies op arbeid staat in Nederland ver naar boven. Wie hier werkt, moet een behoorlijk deel van zijn of haar salaris afstaan, vergeleken met veel andere landen. De schuif voor inkomen uit kapitaal staat juist laag. Goed nieuws voor wie een grote som geld schenkt of erft, of flinke winst boekt uit aandelen of verhuur van huizen.

Alleen: niet goed als je de ongelijkheid wil aanpakken.

Dat moest anders, vonden veel politieke partijen vorig jaar in campagnetijd. De belasting op arbeid moest omlaag, die op vermogen en winst juist omhoog. D66, ChristenUnie en de linkse partijen gingen het verst in hun voorstellen, zo bleek uit de doorrekening van de verkiezingsplannen die de economen van het Centraal Planbureau in maart maakten. Maar ook VVD en CDA sloten zich, zij het mondjesmaat, aan bij de roep om een hogere belasting op ‘kapitaal’.

Helemaal onverwachts was dat niet, na jaren van ophef over multinationals die weinig belasting betalen, na Piketty, na de zorgen over groeiende vermogensongelijkheid na de financiële crisis van 2008. Nu leek dat gedachtegoed ook breed in de politiek door te sijpelen.

Maar lees het coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV: de schuiven en knoppen van het belastingpaneel blijven grotendeels ongemoeid als het om vermogen gaat. De coalitie beperkt zich tot kleine ingrepen: bedrijven krijgen van het nieuwe kabinet wat lastenverzwaringen toegeschoven, en een paar vermogensbelastingen worden aangepast.

Concreter: ouders kunnen straks niet meer belastingvrij hun kinderen, die een huis kopen, een ‘jubelton’ schenken, particuliere woningverhuurders worden zwaarder belast, en spaarders gaan belasting betalen over hun werkelijke rendement in box 3, niet over een verzonnen rendement zoals nu. Opgeteld zijn de plannen goed voor 400 miljoen euro aan extra belastinginkomsten.

„Extreem teleurstellend”, noemt Bas Jacobs, hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de belastingplannen van het nieuwe kabinet. Het nieuwe kabinet doet een paar goede ingrepen. Maar Jacobs pleit al jaren voor een grondige herziening van het belastingstelsel. En van opschoning van de wirwar aan belastingen op inkomsten uit vermogen is in het coalitieakkoord geen sprake. Dat is extra opvallend, omdat niet alleen economen, maar ook ambtenaren indringend adviseren dat wel te doen.

„De fiscale wetgeving draagt bij aan vermogensongelijkheid”, stelde een groep ambtenaren die het stelsel onderzochten in 2020 onomwonden in een adviesrapport.

Geen inspanning? Belasten

„Voor mij als econoom is het simpel: alles waar je geld mee verdient en geen inspanning voor levert, wil je belasten”, zegt Bas Jacobs. Denk aan een huis dat in waarde stijgt, of beleggingswinst op aandelen van bedrijven met monopoliemacht. „En alles waar je hard je best voor moet doen, wil je niet zwaar belasten.” Denk aan werken en ondernemen. Daar wordt namelijk iedereen beter van.

Maar Nederland, zegt Jacobs, doet het andersom. „Wat we hier doen, is waar je niet hard je best voor doet licht belasten of zelfs subsidiëren. En waar je hard voor werkt, wél zwaar belasten. Zulke belastingen zijn schadelijker voor de economie én leiden ertoe dat de ongelijkheid groter wordt. Dan weet je dat je het niet goed doet.”

Als iemand immers meer belasting betaalt over verdiensten uit werk dan over vermogensinkomen, weet diegene wel wat te doen: zorgen dat zóveel mogelijk geld niet als salaris telt, maar als inkomen uit vermogen. Jacobs: „Je krijgt zo welvaartsverlies in de economie, omdat mensen hun vermogensopbouw en beleggingsgedrag aanpassen. Maar je hebt ook belastingderving, omdat mensen de mazen in de wet opzoeken.”

En dat is niet alles. Ook verschillende vormen van vermogen worden heel anders belast. Vermogensopbouw in huizen wordt gesubsidieerd via de hypotheekrenteaftrek. Vermogenswinsten worden soms wel en soms niet belast. Spaargeld wordt weer wel belast, maar tot nu toe op basis van een verzonnen, nu onrealistisch hoog, rendement. Jacobs: „Wat Nederland met dat fictieve rendement doet, is volkomen uitzonderlijk. ”

Al die verschillende manieren om inkomen uit vermogen te belasten, leiden ertoe dat het vermogen dat in handen is van de rijkste mensen minder zwaar wordt belast dan dat van spaarders en kleine beleggers.

Wie het slim speelt, zorgt ervoor dat zijn vermogen simpelweg onder het gunstigste schuifje op het paneel belandt. Daarvan profiteren vooral de grotere vermogens, concludeerden ambtenaren van het ministerie van financiën en de Belastingdienst in 2020 – en hun fiscale adviseurs.

Zo lek als een mandje

De scheefgroei is goed terug te zien in box 2, een voor veel Nederlanders onbekend deel van het belastingstelsel. Omdat alleen mensen met een aanzienlijk deel van de aandelen in een bedrijf – het ‘aanmerkelijk belang’ – in die box belasting moeten betalen, vallen er slechts 440.000 mensen onder. Dat zijn er veel minder dan de miljoenen Nederlanders die belasting betalen in box 1 (over inkomen uit werk en woning) en box 3 (sparen en beleggen).

Het gaat in box 2 om grootaandeelhouders in bedrijven en om directeuren-grootaandeelhouders, die eigenaar én baas zijn van hun eigen bv. Dat zijn soms, maar lang niet altijd, mensen met gigantische vermogens. Een restauranteigenaar, de partner van een belastingadvieskantoor op de Zuidas, de baas van een groot familiebedrijf: allemaal zitten ze met hun vermogen in box 2 en betalen ze daar belasting over hun vermogen.

In box 2 zit heel veel vermogen. Lang werd gedacht dat het om zo’n 200 miljard euro ging. Dat bleek een grove onderschatting. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek hadden de huishoudens in box 2 in 2019 samen 368 miljard euro aan vermogen. Dat bedrag was niet gelijk verdeeld. De 10 procent meest vermogende huishoudens had 96 procent ervan in handen.

In box 2 betalen mensen op diverse manieren belasting over hun vermogen: bijvoorbeeld over de vermogenswinst als ze hun bedrijf of hun belang als grootaandeelhouder verkopen. Het probleem is dat er veel manieren zijn om die belastingdruk te verlagen. „Box 2 is zo lek als een mandje,” zegt Jacobs. En juist de allerrijksten profiteren daarvan. Het is niet voor niets dat veel fiscalisten in training zich juist op dat deel van het belastingsysteem richten, zegt Koen Caminada, ook hoogleraar en econoom. „Box 2 is voor de schatkist een relatief klein onderdeel van het belastingstelsel maar er valt veel geld te verdienen met belastingarbitrage, voor belastingadviseurs én voor vermogenden.’’

Er zijn allerlei manieren om vermogen via box 2 te laten groeien zonder er (veel) belasting over te betalen. Een voorbeeld: een ondernemer moet belasting betalen als hij de winst uit zijn bedrijf haalt, maar de heffing is veel minder als het geld in de bv blijft. Dus keren bv-eigenaren zichzelf doorgaans zo min mogelijk winst uit. „Die bv’s zijn heel aantrekkelijk om als spaarpot te gebruiken”, vat Jacobs samen. Eigenlijk, zegt Caminada, stimuleert box 2 uitstel en nog eens uitstel.

Om toch over het geld te kunnen beschikken, kunnen dga’s makkelijk geld uit hun eigen bedrijf lenen. Het vorige kabinet wilde de maximaal toegestane lening verlagen naar 500.000 euro, maar in het coalitieakkoord is dat 700.000 euro geworden. „Een ongewenst douceurtje voor directeuren-grootaandeelhouders”, noemt Jacobs dat.

Daar houdt het niet op. „Als je die bv doorgeeft aan je kinderen, betaal je ook nog eens heel weinig schenkings- of erfenisbelasting”, zegt Jacobs. Tot een waarde van 1 miljoen euro is bij erven van een familiebedrijf geen belasting verschuldigd, daarboven weinig. De reden daarvoor is dat kinderen die een familiebedrijf erven anders veel belasting moeten betalen terwijl het geld in het bedrijf vastzit, in stenen en machines.

„Dan komen de opvolgers in de problemen, is het verhaal”, zegt Caminada. „Maar als het probleem is dat je die belasting in één keer moet betalen, moet je dáár iets aan doen. Je kan over vele jaren gespreid laten betalen. Het is geen rechtvaardiging voor een hoge vrijstelling.”

In het coalitieakkoord wordt onderzoek naar deze bedrijfsopvolgingsregeling aangekondigd. Maar ambtenaren onderzochten die regeling al en concludeerden dat driekwart van degenen die een familiebedrijf erven de erfbelasting prima kunnen betalen.

Jacobs: „Deze regeling wordt vrijwel uitsluitend gebruikt voor belastingontwijking, door families die absoluut geen kasproblemen hebben om de erfenisbelasting te kunnen voldoen.” Het aantal bedrijven waarvoor deze regeling bij vererving echt behulpzaam zou zijn, is volgens hem „op de vingers van twee handen te tellen”.

Zie ook: Leuker kunnen economen de belastingen niet maken, wel beter

Zo moeilijk is het niet

Caminada, Jacobs en de ambtenaren die de gaten in het belastingsysteem doorlichtten, delen nog iets. Allemaal zeggen ze: zo moeilijk zijn de oplossingen niet. Drastische herverdeling van vermogen kwam in het verleden vaak op gang na grote gebeurtenissen – oorlogen, revoluties – die de samenleving op hun kop zetten. Maar met simpele ingrepen valt nu ook al veel te bereiken.

Zo adviseren de ambtenaren simpelweg de belastingtarieven tussen boxen meer gelijk te trekken. Dan wordt al dat geschuif direct minder aantrekkelijk. „De verschillen wil ik eruit”, zegt ook Caminada.

Hij noemt een ander voorbeeld, dat ook opduikt in de ambtelijke adviezen: maak het minder aantrekkelijk geld op te potten en zo belasting uit te stellen. „Je moet bij iemand met veel vermogen ieder jaar alvast wat afromen, als voorheffing.”

Bas Jacobs wil uiteindelijk dat alle vermogensinkomsten en -winsten worden belast, zegt hij. Tegen één tarief.

Dat er ondanks alle aandacht voor ongelijkheid niet meer gebeurt aan het belastingstelsel, vinden Caminada en Jacobs slecht te verdedigen. Jacobs: „Het gaat om een heel klein deel van de belastingbetalers, waar heel veel geld en vermogen mee gemoeid is. Ik merk dat politici hun vingers niet branden aan box 2. Als er bij gewone kiezers geen haan naar kraait en er wél een heel sterke lobby is, tsja, wat doe je dan als politicus?”