Choreograaf Sarada Sarita.

Foto Andreas Terlaak

Interview

‘Mijn drive is female empowerment, gelijkheid, rechtvaardigheid’

Rijzende ster: dans Net voor de coronacrisis kreeg de carrière van Sarada Sarita vleugels. Met vogue en waacking voegt zij een nieuwe kleur toe aan hedendaagse dans.

Thuis begon het al, het zelf dansjes maken met haar twee zussen. Sarada Sarita Keilman (34) werd als kind grootgebracht op een dieet van creativiteit en culturele diversiteit. Haar ouders hadden elkaar – „in een tempel!” – gevonden, aangetrokken door de Vedische cultuur van yoga, meditatie, oosterse filosofie en kunst. De een vanuit een Hollandse, de ander vanuit een Chileense achtergrond, „met Iberisch en indiginous dna.”

Die afkomst en de balletschool van haar Zuid-Amerikaanse moeder, zouden bepalend zijn voor haar ontwikkeling. Na de Performing Arts Institute van Lucia Marthas trad ze op in musicals, op commerciële evenementen en in theatervoorstellingen. Daarnaast begaf ze zich in de underground hiphopscene, waar ze vogue en waacking ontdekte. Vogue, voortgekomen uit de ballroomscene, is geïnspireerd op de houdingen van modellen op magazinecovers en catwalks. Typisch zijn de flitsende armbewegingen die lijnen en ‘fotolijstjes’ rond het hoofd vormen. Het funky en expressieve waacking werd geboren in disco’s in het Los Angeles van de jaren zeventig.

In New York, waar ze van 2013 tot 2016 verbleef, verdiepte Keilman zich verder in de twee stijlen, die in de Verenigde Staten waren ontstaan als veilige, creatieve vrijplaats van de (zwarte en Latino) trans- en queergemeenschap. „Ik kon me al nooit vinden in de masculiene cultuur van hiphop en het commerciële entertainment, waar je in het hokje ‘mooi poppetje’ word geduwd. Mijn drive is female empowerment, gelijkheid, rechtvaardigheid, waarden die ik in de vogue- en waackingscene – queer mensen van kleur, dus vaak dubbel onderdrukt – herkende. Zij creëren hun eigen wereld en vieren de vrouwelijke energie.”

De uitbundige New Yorkse clubcultuur fungeerde als booster voor haar creativiteit. Terug in Nederland stal ze vaak de show met intense vertolkingen, onder andere in de balletsprookjes die ISH in samenwerking met Het Nationale Ballet presenteerde. Gesteund door het Fonds Podiumkunsten kon Keilman eigen werk ontwikkelen: een mix van hedendaagse dans, vogue en waacking. „Ik was benieuwd of je met de precieze vormen van vogue en de pure, expressie essentie van waacking een verhaal kunt vertellen.”

Dat verhaal, Q4: Quantified, werd meteen bekroond met de BNG Bankprijs. Recensenten herkenden een nieuwe kleur in het palet van de hedendaagse dans. Het was een geabstraheerde, ‘leesbare’ choreografie in New Way Voguestijl over hokjesdenken, beperkende sociale normen, mannelijkheid en vrouwelijkheid. Over „oordelende ogen”, zegt spoken word-artiest Otion in de voorstelling.

Tegenwoordig zijn dat dé thema’s. Een paar jaar geleden echter was het gesprek erover nog lastig, stelt Keilman. „In Nederland is het beter dan in de Verenigde Staten, maar racisme en seksisme bestaan hier ook. Ik zag als kind al dat mijn moeder anders werd behandeld.” Behalve in haar theaterwerk, adresseert Keilman de onderwerpen ook in haar lespraktijk, die nadrukkelijk openstaat voor dansers op zoek naar een eigen expressie, buiten de geijkte hokjes. „Want ook binnen de danswereld liggen de normen nog behoorlijk vast.”

Zelf wil ze overigens niet vast komen te zitten in het hokje ‘theatrale waacking en voguing’, al is The Quintessentials – Q 5 op waacking gebaseerd. Of het nog een live tournee krijgt, is door corona onzeker, maar een gefilmde versie is in de maak.