Onlangs werd ik door een luid bellende flitsbezorger op een haar na van het fietspad gereden. Ik ga mijn beklag doen, schoot door me heen. Maar hoe? Ik had natuurlijk geen kenteken van hem, want formeel is zo’n stormram nog steeds een fiets.
Best vreemd eigenlijk dat je als klant voortdurend wordt aangespoord om bezorgers ratings te geven, maar dat je als burger met lege handen staat als ze je bijna omver rijden. Zo wordt er een premie op rücksichtslos rijden gezet: hoe sneller, hoe meer sterren, duimpjes of ballen.
Het woord ‘community’ ligt bezorgbedrijven voor in de mond. Dat is mooi, maar de stad bestaat niet alleen uit bezorgers en klanten. Tussen dark store en afleveradres ligt geen racebaan, maar publiek domein, waar kinderen spelen, waar wordt gewandeld en gefietst.
Gelukkig is het niet moeilijk wat meer evenwicht in het systeem te brengen. De platformeconomie is toch zo goed in track and trace? Welnu, geef ook medeweggebruikers de mogelijkheid om bezorgers te beoordelen. Zet op de rugkubus of bakfiets een QR-code, die iedereen kan scannen om punten te geven.
Oneerlijk voor die toch al uitgebuite bezorgers? Integendeel: eindelijk wordt de ratrace een halt toegeroepen. Hoe meer klachten, hoe groter de druk op bezorgbedrijven om de tijdslimieten te verruimen. Van bezorgen ‘in enige minuten’ naar hoffelijke service.
En wie zegt dat het alleen om klachten gaat? Deel uit, die duim, aan de jongeman die voor het zebrapad stopt, geef vijf sterren aan het meisje dat even afremt om een zwabberend kind voor te laten gaan.