Opinie

We hebben haast, dus moeten we ingrijpen

Maxim Februari

We hebben haast. Er is corona, klimaatcrisis, cyberoorlog, en dus moeten we ingrijpen, desnoods buiten de wet om. Tegelijkertijd hebben we nieuwe wetten nodig voor opsporing en toezicht om de burgers in de richting van de samenlevingsdoelen te bewegen.

Minder regels voor de staat en meer voor de burgers: je kunt er rechtsstatelijke twijfels bij hebben, maar die moet je als welwillende burger misschien inslikken. Twijfels zorgen namelijk voor onrust en onrust speelt groeperingen in de kaart die de rechtsstaat bedreigen, waardoor we juist nog meer surveillance moeten inzetten en nog meer beperkingen voor de staat moeten afschaffen. Het is – dat zal duidelijk zijn – een cirkel.

We hebben haast. Maar laten we toch een stap terug doen en kijken naar de verschillende partjes van de cirkel. Te beginnen met de mondiale dreiging. Op 3 januari zegt Henk Kamp, toenmalig demissionair minister van Defensie, in een gesprek met NRC dat „vanuit Rusland, China en enkele andere landen” cyberaanvallen worden gedaan. De aanvallers stelen informatie en proberen met onjuiste informatie de bevolking tegen de eigen overheid op te zetten.

Nederland kan daartegen volgens de minister niet genoeg ondernemen. „Eigenlijk zijn wij met de handen op de rug gebonden. Landen als Rusland en China kunnen doen wat ze willen, maar wij hebben ethische principes en regels.” Je kunt je moeilijk verdedigen „als je alle procedures en regels moet doorlopen”. Tijdelijke aanpassing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is nodig voor een „snelle manier van besluitvorming”.

Procedures en ethische principes zitten kortom in de weg. De demissionair minister wil ze niet meteen afschaffen, maar wetswijziging duurt te lang en dus is tijdelijke wetsaanpassing nodig om snel informatie te kunnen onderscheppen. Best begrijpelijk, nu China en Rusland niet aan procedures doen. Aan de andere kant, wij zijn China en Rusland niet.

Elders in de opsporingsketen wordt helemaal niet meer op wetsaanpassing gewacht. Op zoek naar terroristen leest de politie telefoons van asielzoekers uit en kopieert data op grote schaal, zonder dat daarvoor een wettelijke grondslag bestaat.

Om Nederlandse burgers door te lichten wordt nog wel echt een wet gemaakt. De Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) regelt het delen van persoonsgegevens tussen de overheid en private partijen. Maar de wet is omstreden: ze geeft de minister de bevoegdheid later bij lagere wet alsnog samenwerkingsverbanden toe te voegen, dat wil zeggen, zonder behandeling in het parlement. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft geadviseerd de wet niet aan te nemen. De Raad van State zegt dat zo’n constructie „in geval van spoed” toch kan.

Volgens de Volkskrant is deze wet een van de drie dossiers waarop de nieuwe staatssecretaris voor Digitale Zaken meteen haar invloed kan laten gelden. De wet, nu ter behandeling in de Eerste Kamer, is namelijk „potentieel net zo schadelijk” als de koppeling van gegevens door de Belastingdienst is geweest in het Toeslagenschandaal. „Het zou een goede boodschap zijn als de nieuwe staatssecretaris zou zeggen dat die wet van tafel moet”, zegt Kees Verhoeven, voormalig D66-woordvoerder digitale zaken.

Je mag hopen dat de staatssecretaris inderdaad zal wijzen op het probleem met de wet en op de grote maatschappelijk gevaren van gegevenskoppeling. Maar dat zal ze dan moeten doen in een omgeving waarin spoed en haast voorrang eisen en bestuurders vooral last hebben van procedures, regels en ethische principes. Niet uit slechtigheid, maar omdat burgers nu eenmaal van bestuurders verwachten dat ze criminaliteit uitbannen, cyberaanvallen pareren en ziektes genezen.

Zo bestrijdt de democratie uit haast haar problemen met oplossingen die weer nieuwe problemen veroorzaken. We zijn ziek, er dreigen terroristische aanvallen, er komt een komeet op ons af, China en Rusland doen het ook: genoeg redenen om te lonken naar grotere uitoefening van staatsmacht dan de wet toestaat. En wie het voor de wet wil opnemen, en dus voor de rechtsstaat, loopt het gevaar die groeperingen te ruggensteunen die met aanvallen op de overheid de rechtsstaat juist willen afschaffen.

Het is een cirkel, een paradox, een patstelling. Om de invloed van Rusland en China tegen te gaan, moet het bestuur verruslandiseren en verchinesiseren, en wie daar kritisch naar wil kijken, levert munitie aan de radicale partijen die, al dan niet onder invloed van Rusland en China, de bevolking tegen de eigen overheid opzetten.

Wat te doen? Het is wellicht goed de haast en spoed onder ogen te zien en rustig te bespreken met welke problemen de snelle oplossingen gepaard gaan.

Maxim Februari is jurist en schrijver, www.maximfebruari.nl.