Amerikaanse chirurgen hebben vrijdag een genetisch aangepast varkenshart getransplanteerd naar een man van 57 jaar. De man had een levensbedreigende hartaandoening en kwam niet in aanmerking voor een menselijk donorhart omdat hij er te slecht aan toe was. Het is voor het eerst dat een levende patiënt een genetisch gemanipuleerd orgaan van een varken krijgt.
De operatie vond plaats in het University of Maryland Medical Center in Baltimore, meldt de The New York Times, dat het nieuws dinsdag naar buiten bracht. De casus is nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd en nog niet door collega-onderzoekers beoordeeld.
Het is een langgekoesterde wens van wetenschappers om dierlijke organen geschikt te maken en te gebruiken om tekorten aan menselijke donororganen op te lossen. In Nederland waren op 1 december vorig jaar 1.332 donororganen nodig, waarvan 139 harten. Slechts 21 hartpatiënten kregen in januari tot en met november een transplantatie.
Kans op afstoting
Er worden al langer delen van dierlijke organen getransplanteerd, zoals varkenshartkleppen, maar een werkend orgaan was tot nu toe nog niet mogelijk, vanwege de grote kans op afstoting. Varkens zijn geschikte donordieren omdat ze ongeveer even groot zijn als mensen en anatomisch en fysiologisch lijken op mensen. Een ander voordeel van varkens is dat ze een korte draagtijd van 115 dagen hebben en veel jongen in één keer krijgen. Als de techniek eenmaal ontwikkeld is, kunnen onderzoekers snel organen beschikbaar hebben.
„Dit is vrij revolutionair”, zegt transplantatiechirurg Cyril Moers van het UMC Groningen. Hij merkt daarbij op dat een dierlijk hart makkelijker te transplanteren is dan bijvoorbeeld een nier. Moers: „Het hart is een spier die moet knijpen, meer niet. Een nier moet ook allerlei biologische functies uitvoeren, zoals hormonen aanmaken, en kan daarom op meer manieren falen.” Toch is dit een bijzondere stap, zegt Moers. „Het is voor het eerst dat een levende patiënt een genetisch aangepast dierlijk orgaan krijgt. Als het orgaan niet aanslaat, zal hij sterven.”
The New York Times meldt dat de patiënt nog aan een hart-longmachine gekoppeld is; een apparaat dat tijdelijk de functie van hart en longen overneemt. De betrokken artsen melden aan de Amerikaanse krant dat het nieuwe hart functioneert en al een groot deel van het werk doet. Dinsdag zou de patiënt wellicht van de machine af kunnen. „Dat is natuurlijk spannend”, zegt Moers. „Zolang iemand aan de hart-longmachine hangt, weet je niet of het hart zelfstandig zijn functie kan uitoefenen.”
Het varkenshart dat de 57-jarige man kreeg, kwam van het biotechnologiebedrijf Revivicor, dat een hart ontwikkelde met tien genetische aanpassingen. Vier varkensgenen werden uitgeschakeld, onder andere om acute afstoting te voorkomen, maar ook om te voorkomen dat het hart eenmaal in het lichaam nog verder zou groeien. Daarnaast voegden de onderzoekers zes menselijke genen toe aan het varkensgenoom. Door het varkensorgaan als het ware menselijker te maken, verkleint de kans op afstoting ook.
Veel ophef
Afstoting is de grootste zorg voor transplantatie. In 1984 kreeg een klein meisje, bekend geworden als Baby Fae, een bavianenhart dat niet genetisch was aangepast. Ze stierf al na twintig dagen, nadat haar immuunsysteem het hart had afgestoten. Die actie zorgde voor veel ophef, waarna het onderzoek zich op varkens richtte en onderzoekers de mogelijkheden onderzochten om de organen genetisch te manipuleren om afstoting te voorkomen.
Twintig jaar geleden spraken leden van de internationale vereniging voor hart- en longtransplantatie af dat als in tien opeenvolgende experimenten bij bavianen, zes van hen meer dan drie maanden overleven met een getransplanteeerd varkenshart, ze de stap naar mensen mogen zetten. Tot dusver heeft niemand laten zien dat ze zoveel bavianen met varkensharten zo lang in leven kunnen houden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data39074722-dd4a65.jpg)
„Je kunt dingen altijd beter uitzoeken maar je moet ook oppassen dat je dan niet ineens vijftig jaar verder bent”, zegt Moers. „Bovendien weten we niet hoe ver dit soort bedrijven al zijn, aangezien zij hun onderzoek niet altijd in het publieke domein brengen. Zij nemen ook een enorme gok. Als het mislukt, zijn ze zo tien jaar terug in de tijd.”