Bij zijn vertrek waarschuwde president Dwight D. Eisenhower in 1961 het Amerikaanse volk voor de macht van wat hij het ‘militair-industrieel complex’ noemde. Dat was de schimmige kongsi van belangen van de wapenindustrie, de legerleiding, adviseurs en politici die meer wilden. Meer opdrachten, betere wapens, meer banen, meer geld. De rekening schoven ze door naar de belastingbetalers.
Eisenhower was als voormalige vijfsterrengeneraal en oorlogsheld een ongewone ‘klokkenluider’ bij de wisseling van de macht in Washington in 1961.
Maandag is in Den Haag de macht gewisseld. Alleen premier Mark Rutte (VVD) blijft, maar in hem zie ik geen klokkenluider à la Eisenhower. Jammer, want Nederland heeft ook zijn ‘industriële complexen’: gaswinning en Schiphol.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/12/data79635127-2856dc.jpg)
Bijna zeven jaar geleden publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een rapport over de risico’s van de gaswinning die stelselmatig onderschat of genegeerd waren. De Raad schetste daarin het samenspel van economische en politieke belangen in wat de partijen bij de gaswinning het ‘gasgebouw’ noemden. Voor de buitenwereld was het een besloten én gesloten gezelschap. Voorlieden gingen zonder opzien te baren door de ‘energiedraaideur’. Van een ministerie naar een gasexploitant, of een toezichthouder op de gaswinning. Private en publieke belangen liepen door elkaar heen. De veiligheid van Groningen kwam er bekaaid af.
Ook al wordt dat ‘gasgebouw’ ontmanteld omdat de gaswinning wordt stilgelegd, het spookt nog steeds. De aankondiging van demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat Stef Blok (VVD) dat de gaswinning toch verdubbeld wordt, is een stuiptrekking van gediskwalificeerde politiek. Openheid op de valreep, als het niet anders meer kan. Het wakkert het wantrouwen in Groningen en elders in de zogenaamde nieuwe bestuurscultuur alleen maar aan.
Traditiegetrouw krijgt de nieuwe minister van Financiën de sleutels van de schatkist overhandigd. Daarmee heeft Sigrid Kaag (D66) van Wopke Hoekstra (CDA) ook de sleutel voor het luchtvaart-industrieel complex gekregen. Dat is de kluwen van belangen van KLM en moederbedrijf Air France-KLM, van Schiphol en van het beleid dat daarop rust: Nederland als vestigingsplaats van buitenlandse bedrijven.
Hoekstra heeft hoog spel gespeeld en verloren. Hij wilde in Air France-KLM een positie krijgen als aandeelhouder die gelijkwaardig is aan die van de Franse staat. Dat lukte. Maar toen het concern in coronatijd extra kapitaal nodig had, deed hij niet mee. De Fransen wel. Parijs is nu de facto de baas.
Het ministerie van Financiën bezit ruim 5 procent van de KLM-aandelen, 10 procent van Air France-KLM en 70 procent van Schiphol. Rutte III heeft KLM gered met geld en garanties. Inmiddels heeft KLM ook een indrukwekkende belastingschuld. Voor de schatkist staan miljarden op het spel.
Er is nog iets loos. Luchthaven Schiphol en de Franse evenknie ervan, Aéroports de Paris, hebben hun samenwerking verbroken. Ze waren de alliantie in 2008 aangegaan, mede om hun grootste klant, Air France-KLM, te bedienen. Gaat Parijs straks meer vluchten van Air France-KLM naar zich toetrekken? En Schiphol dan? Net als in Groningen draait op en rond Schiphol alles om groei en economie. Niet om duurzaamheid en bewoners. Hoelang nog?
Bij de benoeming van Kaag klonk het verwijt dat ze geen expert is. Alsof economen zaligmakend zijn. Hoekstra had als oud-McKinsey-consultant de beste papieren om de gordiaanse knopen door te hakken. Minder of meer Schiphol? KLM nationaliseren? Of KLM onder Franse leiding? Hij deed het niet. Nu moet Kaag het oplossen. Iets met diplomatie?