Het goedkoopste project vraagt ruim 34 miljoen euro subsidie, het duurste, wil. opgeteld, meer dan 900 miljoen.
De makers van deze twee plannen, waarover straks meer, willen evenals 35 andere aanvragers geld van het Nationaal Groeifonds. Dat is ook wel bekend als het Wopke-Wiebesfonds: een zak met 20 miljard euro van de overheid voor projecten die een basis moeten leggen voor de toekomstige welvaart.
Gemiddeld vragen indieners van de 37 projecten in de lopende tweede ronde van het Groeifonds om 325 miljoen euro, blijkt uit een overzicht op de website van het fonds. Daar worden de plannen kort ‘voorgesteld’.
Dit is het tweede jaar dat het fonds subsidies geeft. In de loop van deze maand volgt de eerste selectie van de kanshebbers. Eén ding is nu al duidelijk: het moet anders met het Nationaal Groeifonds. Dat hebben VVD, D66, CDA en ChristenUnie eind vorig jaar zo afgesproken in het nieuwe coalitieakkoord.
Verrassend, gezien de voorgeschiedenis van het Groeifonds.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2019/01/dijkgraaf-robbert-online-artikel.png)
Politieke ommezwaai
Het Groeifonds was namelijk na jaren voorbereiding nog maar net begonnen. Bij de oprichting in 2020 kwamen twee trends samen. De eerste is de ultralage rente. De overheid leent het geld tegen lage rente en het Groeifonds besteedt dat aan zinvolle investeringen. De tweede trend is de ommezwaai in de economische politiek in Den Haag. De overheid moet een rol spelen als aanjager van economische groei en vernieuwing. Dat is bijvoorbeeld ook de opdracht van het al eerder opgerichte investeringsfonds Invest-NL, dat groeiende bedrijven financiert en geld steekt in de energietransitie. Invest-NL had 1,7 miljard euro bestedingsruimte, waarvan na twee jaar 400 miljoen is gebruikt.
Het Groeifonds droeg al vóór de nieuwe ingreep van Rutte IV de sporen van politieke rivaliteit. Twee ministers, Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) en Wopke Hoekstra (Financiën, CDA), claimden ieder het idee. Vandaar de bijnaam van het fonds.
Nu wijzigt het kabinet-Rutte IV al weer de doelstellingen van het fonds. Extra opvallend: dezelfde vier partijen die in het coalitiekabinet-Rutte III verantwoordelijk waren voor de oprichting van het fonds, hebben deze herstructurering bedacht.
Daarmee geven ze het fonds een ambivalent karakter. Aan de ene kant wil het kabinet een fonds dat onafhankelijk van politieke voorkeuren de best mogelijke investeringen selecteert. Daarom is de selectie in handen gelegd van een raad van tien deskundigen onder leiding van oud-minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën, PvdA). Maar de keerzijde is nu ook duidelijk: politieke voorkeuren wijzigen de doelstellingen.
Wat gaat er veranderen?
Miljarden tussen de rails?
Het Groeifonds had bij de oprichting in 2020 drie kernthema’s: kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur.
Dat derde thema is per project het kostbaarst. Aanleg van wegen, spoorlijnen en pijpleidingen (voor verduurzaming van de energievoorziening, bijvoorbeeld) is arbeidsintensief en vergt al snel miljarden euro per karwei. Daar komt bij dat deze projecten (metro, lightrail, nieuwe treinverbindingen) sterke lobby’s hebben, namelijk politieke geestverwanten van de ministers in steden en provincies. Dat bleek ook bij de selectie van projecten vorig jaar, toen het fonds begon. Twee investeringen in openbaar vervoer, van samen 2,5 miljard euro, sprongen eruit (doortrekken Noord-Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp en het ov in de zuidelijke Randstad). Zij zijn goedgekeurd, maar de plannenmakers moeten de projecten verder onderbouwen.
Met zulke bedragen zouden de infrastructuurprojecten de goedkopere plannen voor innovatie en kennisontwikkeling kunnen wegdrukken. Sorry, geld op. Dat zou Nederland van de regen in de drup helpen. Nederland geeft juist aan onderzoek en ontwikkeling structureel minder uit (2,18 procent van het nationaal inkomen) dan bijvoorbeeld Duitsland (3,3 procent), en ook minder dan de Europese doelstelling van 2,5 procent van het nationaal inkomen.
Nu is precies het tegenovergestelde gebeurd. Het coalitieakkoord van Rutte IV heeft juist het thema infrastructuur uit de doelstellingen van het Groeifonds gedrukt. De 2,5 miljard euro die het Groeifonds eerder al voor de ov-projecten heeft gereserveerd, wordt overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds dat beheerd wordt door de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers (VVD). Met het loslaten van investeringen in infrastructuur blijven kennis en innovatie over als kernthema’s van het Groeifonds.
De winnaar is...?
De gevolgen van deze politieke ingreep zijn tweeledig. Om te beginnen stijgt het budget voor investeringen in de drie ‘oude’ hoofdthema’s per saldo met 2,5 miljard euro. Want het Groeifonds blijft 20 miljard euro houden, terwijl ook het budget voor het Mobiliteitsfonds wordt verhoogd met de genoemde 2,5 miljard.
Twee: de onderzoek- en innovatielobby is de grote winnaar. Als slagroom op de taart komt er ook een apart fonds voor onderzoek en wetenschap (5 miljard euro).
De focus van het Groeifonds op subsidies voor kennis en innovatie lijkt een rechtstreeks gevolg van de extra invloed van ‘onderwijspartij’ D66 in het nieuwe kabinet. Naast het ministerie van Financiën (Sigrid Kaag) zijn ook Onderwijs (Robbert Dijkgraaf) en Klimaat en Energie (Rob Jetten) in handen gekomen van D66.
Vanuit de laatste twee werkterreinen komen veel aanvragen voor steun van het Groeifonds. Zowel de goedkoopste als de duurste aanvraag in de lopende ronde komen uit onderwijs en onderzoek.
De initiatiefnemer van het goedkoopste project, dat 34 miljoen euro subsidie vraagt, is een coalitie met deelnemers die uiteenlopen van scholen tot educatieve softwareleveranciers. In totaal vergt hun project 40 miljoen euro. Het plan wil een „digitale (leermiddelen)infrastructuur” aanleggen, staat op de website van het Groeifonds. Doel: digitaal onderwijs snel, veilig en toegankelijk maken.
Het hoogste bedrag aan steun vraagt het project Einstein Telescope, dat als doel heeft een ondergronds observatorium te bouwen om zwaartekrachtgolven te meten. De projectgroep wil 42 miljoen euro voor de voorbereidingen en, als het lukt de telescoop naar Nederland te halen, nog eens 870 miljoen euro voor de verwezenlijking van het project. Totale investering: 2 miljard euro.
Wie de initiatiefnemers zijn, vermeldt de Groeifondswebsite niet. Maar je hoeft niet ver te zoeken. Het is een project van onder meer het Nationaal instituut voor subatomaire fysica (Nikhef) en de provincie Limburg. Vanuit Limburg wordt in Den Haag volop gelobbyd om de telescoop naar Nederland te halen.
Het Groeifonds wilde geen lobbyfonds worden, maar lobby’s willen wel het Groeifonds.