Opinie

De samenleving verandert snel, nu de politie nog

Veiligheidscolumn Met 17 miljoen mensen ‘in hun waarde laten’ komt de politie er in 2022 niet. Gevraagd: een Staatscommissie voor de Politiefunctie. over handhaven in de 'nieuwe bestuurscultuur'.

We hebben een nieuwe minister van Justitie en Veiligheid. Ze is na haar beëdiging naar haar departement gereden. Daar was al een set dossiers voorbereid met beleidsonderwerpen die zouden moeten worden aangepakt. Een comfortabele start voor een nieuwe minister en zelden erg verrassend. Er zal geen dossier over de toekomst van de politiefunctie bijgezeten hebben. En dat zou een gemiste kans zijn voor een jonge en ambitieuze minister.

De vraag waar het heen moet met de naleving en handhaving van wetgeving is urgent. Het is de vraag naar de brede politiefunctie van de overheid. Die urgentie is niet alleen het gevolg van de coronacrisis. Het is ook het langetermijngevolg van een visie op besturen waarin je de inmiddels zeventien miljoen mensen in dit land niet de wetten oplegt, maar ze in hun waarde laat. Het is de uitkomst van een beleid van de macht aan de markt en aan de individuele autonomie.

Verstreken

Die visie was ooit nieuw en leidend, maar de houdbaarheidsdatum lijkt intussen verstreken. Tweede Kamerlid Monica den Boer (D66) zag het en drong aan op een ander perspectief. Zij vroeg de regering bij motie om een nieuwe visie op de politiefunctie te ontwerpen. Het is een brede vraag, want ‘politie’ staat hier voor het hele veld van de naleving en de handhaving. De vraag is van belang. Want wie over een nieuwe bestuurscultuur spreekt (en wie doet dat niet) heeft het ook over de kwaliteit van wetgeving, over het zicht op de effecten ervan in de werkelijkheid, over de nalevingsbereidheid en de mogelijkheden van toezicht en opsporing. Het voorkomen van ongekend onrecht en het gaan besturen ‘voor mensen’, raakt ook de politiefunctie.

Dat grote onderzoek naar de politiefunctie is er niet gekomen. Het is een bescheiden working paper van de WRR geworden over de inrichting van de politiefunctie. De WRR keek naar de privatisering van veiligheidstaken en de groeiende digitalisering van de samenleving. En ja, de Raad raadt aan om deze twee gebieden voorwerp te laten zijn van „regelmatige aandacht van de regering”. De ambitie van Den Boer werd dus in overleg met het ministerie gereduceerd tot een verkenning. Lees: het departement zag er niet veel in.

Urgent

Ook bij de politieleiding, overbelast als ze is, heeft iedere dag genoeg aan zijn eigen kwaad. Er is geen tijd voor de lange termijn. Het wordt dus niets zo met de reflectie op de politiefunctie en dat zou heel jammer zijn, want de problemen zijn urgent en belangrijk. Want wie naar een nieuwe politieke cultuur streeft, ontkomt niet aan de vraag hoe steun en naleving voor het (verbeterde) beleid en wetgeving in stand blijft en op welke wijze handhaving daarbij effectief is, ja zelfs kan bijdragen aan het verbeteren van wetgeving en beleid. Wat vraagt dat van de politiefunctie?

Ook de vraag hoe de stilletjes maar onweerstaanbaar groeiende gemeentelijke handhaving en het gemeentelijke veiligheidsbeleid , de komende nieuwe gemeentepolitie, past in de politiefunctie hoort er bij.

Een kabinet dat streeft naar een verdere versterking van de Europese Unie komt voor de vraag te staan hoe de europeanisering van de politie het beste vorm krijgt. Datzelfde geldt voor het immigratiebeleid en de grensbewaking; hoe ziet Nederland de Europeanisering van de grensbewaking met Frontex voor zich? Wordt die gedomineerd door politie- en militaire concepten van Zuid- en Oost-Europese EU-landen of heeft Nederland, wellicht met andere Noord-Europese landen, een eigen perspectief op die grensbewaking?

Strategisch

Het is maar een illustratie van de strategische vragen die aan de politiefunctie raken, naast de digitalisering en de privatisering van de politiefunctie die de WRR opvoert. De behandeling ervan is urgent. Wat zou het mooi zijn als de minister zich niet aan de goed bedoelde hand van de departementsleiding laat meevoeren, maar hier een eigen perspectief kiest. Ik heb zelfs een suggestie voor een vorm.

Er is een oud maar mooi vehikel om ingewikkelde bestuurlijke en juridische vraagstukken aan te pakken; het is de Staatscommissie. Een Staatscommissie voor de Politiefunctie. Een commissie die onafhankelijk van ministeries, van andere belanghebbende instituties, met gezaghebbende leden, met een tijdshorizon die verder mag liggen dan vier jaar, met een staf die voorbereidend werk kan doen en een budget voor onderzoek, zijn tanden zet in het vraagstuk van de politiefunctie.

Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor. Het vraagt meer dan „regelmatige aandacht van de regering”. Zo’n commissie zou mijn nieuwjaarswens voor 2022 zijn en een mooie start voor een kersverse minister.