Roel Van Beek (32) en Jolijn Duiverman (25) zitten aan de eettafel van Jolijns moeder Geke, in haar twee-onder-een-kapwoning in Ulft. Hier eten ze elke dag stipt om half 6. „Dat is de afspraak”, zegt Duiverman. „En wat we beloven doen we ook.” Toch zou het fijn zijn soms net wat later, of wat eerder te kunnen eten.
Roel van Beek woont en werkt in Den Haag, als zijn schoonmoeder uit de Achterhoek vraagt of hij niet bij haar wil komen wonen. Van Beek komt zelf uit ’s Heerenberg. Jolijn woont bij haar moeder in en Van Beek is daar toch al bijna elk weekend te vinden. Zijn werk als politieagent in Den Haag is spannend en leuk, vindt hij, en zijn huurappartement in Den Haag is lang niet verkeerd. Maar als Van Beek in het weekend weer eens in de rustige tuin van Geke met de buurman staat te kletsen, weet hij: dit trekt mij veel meer dan de stad.
Bovendien willen Van Beek en Duiverman in Ulft gaan samenwonen. Van Beek verhuist naar de twee-onder-een-kapwoning van zijn schoonmoeder, en vindt al snel een baan in Arnhem. Vanuit Gekes huis gaat het stel op zoek naar een koopwoning. Het is toch maar voor even, is het idee.
Dat is nu twee jaar geleden.
In twee jaar bekeken Duiverman en Van Beek 30 huizen, verhoogden ze hun maximale prijs van 275.00 naar 325.000 euro, verlaagden ze hun eisen en zochten ze ook in dorpjes om Ulft heen. „We worden constant overboden”, zegt Jolijn. „Voor starters kunnen wij best wat lenen, vind ik zelf. Dat maakt het frustrerend, wij hebben allebei een goede vaste baan, wat maakt nou dat het niet lukt?”
Krimpregio
De gekte op de huizenmarkt is ook tot in de Achterhoek doorgedrongen. „En ik heb het idee dat het hier extra gevoeld wordt, want een jaar of tien geleden is door Achterhoekse gemeenten ingezet op krimp”, zegt Wout Steentjes, makelaar in Lichtenvoorde. Officieel is de Achterhoek een krimpregio. Wie krimp verwacht, gaat geen huizen bouwen.
„Maar wij praten allang niet meer over het woord krimp”, zegt Ted Kok, wethouder (huisvesting) bij de gemeente Aalten. In 2020 is in bijna alle Achterhoekse gemeenten het inwoneraantal toegenomen. Ook de groep nieuwkomers uit andere delen van het land is sinds 2017 groter dan de groep vertrekkers. In 2020 bedroeg dat binnenlands migratiesaldo 999 mensen.
Dat heeft zijn weerslag op de huizenmarkt. Een gemiddelde koopwoning in de Achterhoek kostte in 2018 nog geen 250.000 euro, in 2020 was dit al bijna 380.000 euro. Wie eind 2021 in de streek een huis wilde kopen, kon gemiddeld kiezen uit anderhalve woning. De druk op de huizenmarkt is daarmee gelijk aan de rest van het land.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data80300220-670cfb.jpg)
Kok ziet steeds vaker dat jongeren die niks kunnen kopen, dan maar bij hun ouders blijven wonen. Huren is toch een beetje je geld weggooien, is de gedachte. „Het feit dat 70 procent hier in de categorie koopwoning valt, zegt veel”, zegt Kok. En het is niet alsof de huurhuizen in de Achterhoek voor het oprapen liggen. „Ook woningcorporaties zijn ingesteld op krimp, vertelt Kok. „Een paar jaar geleden waren er hier nog 30 reacties op een huurhuis, dat zijn er nu wel 200.”
Zo woont Harm Rooks (30) uit Beltrum bij zijn ouders op zolder. Daar heeft hij wel geluk mee, vindt hij zelf. „We hebben de bovenverdieping een beetje opgeknapt, dan heb je toch een plekkie voor jezelf.” Rooks werkt al vanaf zijn vijftiende, eerst in de bouw en nu als kunstgrasinstallateur. Met de hypotheek die hij zonder partner kan krijgen, is in zijn dorp met minder dan drieduizend inwoners, eigenlijk niks te kopen.
Rooks zóú in principe wel ergens anders kunnen wonen, iets verderop, in Groenlo of zo. „Maar daar is het hetzelfde verhaal”, zegt hij. „En ik heb mijn hele leven in Beltrum gewoond.” Beltrum is klein, maar het is er „goed voor elkaar”, zegt hij. „Er is een kroeg, een basisschool. Ik heb er een vriendengroep, het voetbal. Alles in één dorp.”
Vriendenkring
„Die vriendengroepen zijn denk ik een belangrijke reden voor mensen om te zeggen: ik wil dáár een huis”, zegt Rinus te Dorsthorst (26). Hij heeft al zijn vrienden – „een mannetje of negen” – in Lichtenvoorde. Hij zoekt met zijn vriendin – die uit de buurt van Utrecht komt maar door hem van de Achterhoek is gaan houden – sinds een half jaar een koophuis in Lichtenvoorde.
Nu woont hij nog in Arnhem, zijn studentenstad. Bijna elk weekend gaat Te Dorsthorst terug om met zijn vrienden wat te doen, dan slaapt hij bij een vriend of bij zijn ouders. „De laatste tijd vind ik het ook steeds belangrijker bij familie te zijn. Mijn moeder is in de 60 en durft geen lamp meer op te hangen, als ik daar ga wonen kan ik er vlug zijn. Mijn situatie is wel gek eigenlijk”, zegt hij. Doelend op het feit dat hij vanuit de stad terug wil naar zijn dorp, maar dat dát hem juist moeite kost.
Ook in de Achterhoek, net als in andere delen van het land, maken mensen met een huis in de verkoop de meeste kans, ziet makelaar Steentjes. En mensen met een huis in het westen van het land in de verkoop, winnen de wedstrijd al helemaal. Voor de prijs van een appartement in de Randstad koop je een rijtjeshuis in de Achterhoek.
We hebben een goeie baan. Voor starters kunnen wij best wat lenen. Dat maakt het frustrerend
Jolijn Duiverman, zoekt met partner al twee jaar naar een koopwoning
Jolijn Duiverman en Roel van Beek lopen altijd via de rustige straten in Ulft naar een bezichtiging. „Dan komen we daar en zien we soms een auto staan met op het nummerbord: Alphen aan de Rijn”, zegt Duiverman. „En dan zeggen wij al tegen elkaar: ‘we kunnen beter niet naar binnen’.”
Het zijn geen „busladingen vol” met mensen uit het westen, nuanceert makelaar Steentjes uit Lichtevoorde. „Maar duidelijk meer dan een paar jaar terug en ook steeds meer dertigers en veertigers, waar het voorheen vooral zestigplussers waren.”
Mensen hebben ontdekt dat het in de Achterhoek fijn wonen is, denkt hij, en door het thuiswerken hebben woningzoekers in het hele land hun zoekgebied vergroot. „Dat zorgt hier voor extra druk op de markt”, zegt Steentjes. „En jongeren die hier vandaan komen, moeten dan ergens anders kijken.”
Niek van Wijngaarden (27) zocht in eerste instantie een koopwoning in Lichtenvoorde met zijn vriendin, maar gaf dat al snel op. „Al mijn vrienden zijn op zoek naar een huis dat er niet is”, zegt hij. „Het aanbod is zó klein, en je moet altijd overbieden.” Hij besloot op een nieuwbouwproject in Doetinchem te reageren en werd gekozen. „Ik ben enthousiast, maar het is ook spannend”, zegt Van Wijngaarden. „Ik hoop dat de afstand tot Lichtenvoorde niet te groot blijkt.” Mensen als Van Wijngaarden ben je ‘kwijt’, als dorp, zegt Steentjes. „En de vraag is of ze nog terugkomen.” Voor gemeenten is dat zuur, zegt wethouder Kok. Om voorzieningen zoals de basisschool te houden, is de aanwas van jongeren belangrijk.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/04/fiwoningmarkt.gif)
Ook al kén je de verkopende partij – toch een voordeel van wonen in een kleine kern zou je zeggen – dan legt de gunfactor het vaak af tegen het geld dat je met een huis op de vrije markt kunt krijgen. „Verkopers zeggen ons weleens expliciet op zoek te zijn naar kopers uit het dorp”, zegt Iris Nieuwenhuis (27) die met haar vriend een koophuis in Lichtenvoorde zoekt. „Dat overkwam ons laatst, maar die mensen zijn toch voor het hogere bod gegaan. En dat snap ik ook wel, het gaat om véél geld.” Nieuwenhuis wordt door veel bekenden in het dorp geholpen met zoeken, maar biedt ook met regelmaat tegen vrienden of bekenden op, laatst nog tegen haar beste vriendin. „Da’s naar, want je wilt niemand de droom ontnemen.”
Uuthuuskes
Midden in de buurtschap Lintelo, tegenover de basisschool, staan twee chalet-achtige gebouwtjes. Om de huisjes ligt mul zand, de oprit moet er nog in. Babet Bollen (24) woont er pas. Ze maakt koffie in het keukentje, terwijl haar katten Noodles en Spots om haar heen drentelen. De vloerverwarming werkt nog niet optimaal, de wifi-kabel moet nog worden gelegd, verder is het een echt huis.
Deze ‘Uuthuuskes’ zijn een tussenoplossing voor jongeren onder de 28 jaar die uut huus willen en niks in hun dorp kunnen vinden. Zij mogen er maximaal 5 jaar in. Voor een Uuthuuske kom je pas in aanmerking als je aantoonbare sociaalmaatschappelijke binding hebt met het dorp waarin het ‘huuske’ staat. Je moet er gewoond hebben of familie hebben, en minimaal twee jaar lid zijn van een vereniging.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80396652-bcd826.jpg|https://images.nrc.nl/mt4EJkaQDJOEqka8E1P3t6gRYt8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80396652-bcd826.jpg|https://images.nrc.nl/TqUZHECQtQ_0TJ6mL0BXkBiI444=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80396652-bcd826.jpg)
Babet Bollen in Lintelo in haar ‘Uuthuuske’, waar jongeren onder de 28 maximaal 5 jaar mogen wonen.
Foto Eric Brinkhorst
Het is een project van de Achterhoekse Wooncoöperatie (AWC), dat sinds vorig jaar begon met het plaatsen van de huisjes. Er staan er acht in de gemeente Aalten en de gemeente Oude IJsselstreek wil 100 flexwoningen kopen, waarschijnlijk Uuthuuskes. De huisjes zijn in principe verplaatsbaar. Zo hoeft het bestemmingsplan voor de grond waarop ze staan, niet gewijzigd. Een Uuthuuske kan bij iemand in de tuin, in een weiland, of een braak stuk dorpsgrond zoals in Bollens geval. Omdat de huur relatief laag is, 525 euro, zou het aantrekkelijk moeten zijn voor jongeren die willen sparen.
Een duurzame oplossing? In een gebied waar kopen de norm is, misschien niet. Op een bijeenkomst over de huisjes in augustus vorig jaar, kwamen 90 jongeren af. „Heel mooi”, zeiden ze tegen Peter van Heek van de AWC. „Maar wij willen kopen.” Dat snapt Van Heek ook wel. „Maar soms moet je net zo goed als je in de stad op kamers zit, hier op het platteland ook even op kamers. Een eerste stap.” Toen dagblad de Gelderlander onder lezers belangstelling peilde voor het project, kreeg de krant talloze reacties, maar óók veel van dertigers en veertigers. Babet Bollen werd uitgekozen omdat ze de enige was onder de 28 die reageerde, zegt ze. „De rest was 30 jaar en ouder.”
Veel gemeenten in de Achterhoek zijn dan ook begonnen met het bouwen van ‘echte’ huizen. De gemeente Oude IJsselstreek wil de komende tien jaar minimaal 1.000 woningen bouwen, Aalten wil er de komende tien jaar 820 nieuwe huizen bij.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79750898-2a57b4.jpg)
Met het soort woningen dat geschikt is voor starters – niet te veel tuin, dicht bij het centrum, geen vier slaapkamers – kun je ook de oudere doelgroep bedienen, denkt makelaar Steentjes uit Lichtenvoorde. Zo’n 40 procent van de Achterhoekse huishoudens is op dit moment 60 jaar of ouder. Senioren die nu in grote huizen met tuinen wonen, willen wel doorstromen, maar waarheen? Van Heek vreest dat te veel bijbouwen over 10 jaar weer tot leegstand leidt. Als tussentijdse oplossing zijn flexwoningen misschien wel het antwoord, denk hij. „Uuthuuskes zou uiteindelijk ook geschikt kunnen zijn voor senioren.”
Roel van Beek en Jolijn Duiverman willen een huis waarin ze zo mogelijk de rest van hun leven kunnen doorbrengen. Als ze het doen, willen ze het wel echt góéd doen. „We hebben het huis aan de overkant op het oog”, zegt Van Beek. „Die mensen gaan waarschijnlijk verhuizen. Als dat niks wordt, moeten we toch nóg verder buiten Ulft gaan zoeken.”
„We zijn hier altijd welkom, zegt mijn moeder”, valt Duiverman bij. Haar moeder heeft een vriend in het dorp met wie ze wil samenwonen. „We hadden ook nog even het idee dit huis over te kopen”, zegt Duiverman. „En dan zou mijn moeder iets nieuws kopen. Maar voor haar geldt hetzelfde: er is gewoon niks te vinden.”