Het distributiecentrum van de Primark in Roosendaal.

Foto Folkert Koelewijn

Interview

‘Veel mensen zijn zich niet bewust van de negatieve kanten aan online bestellen’

Reint Jan Renes, lector Psychologie voor een Duurzame Stad De pakketjes die via distributiecentra op de deurmat vallen, zijn deel van een keten die een flinke impact heeft op klimaat en maatschappij. Hoe beweeg je consumenten duurzame keuzes te maken? „Het is echt nodig dat de overheid beleid maakt.”

Zijn meest recente online aankoop? Een mini-kunstkerstboom. Eergisteren online besteld, gisteren bezorgd. Het is de week voor Kerstmis, en Reint Jan Renes heeft op het nippertje nog een kerstboom in huis gehaald. „Ik zocht niet eens zozeer op kwaliteit. Wel op wie hem nog op tijd kon bezorgen.”

Ongemakkelijk voelde hij zich er wel over. Renes is lector Psychologie voor een Duurzame Stad aan de Hogeschool van Amsterdam en is zich nogal bewust van zijn ecologische voetafdruk. „Zo’n bestelling zet een hele keten in gang, puur voor mijn gemak.”

Renes wilde de kerstboom dan ook gewoon ergens in de stad gaan kopen, lopend ernaar toe, rustig wat winkels in. „Maar dat kon door de lockdown ineens niet meer.” Zo gebeurde in het klein waar Renes in zijn werk uitgebreid onderzoek naar doet: wanneer mensen klimaatvriendelijke keuzes maken, en wanneer niet.

„Dit was een perfect voorbeeld van wat we moral licensing noemen. Je praat een keuze goed waarvan je, bewust of onbewust, weet dat het niet de meest klimaatvriendelijke is. Ik kon het in dit geval op de omstandigheden schuiven, de lockdown, en de schuld buiten mezelf leggen. Je ziet ook wel dat mensen een keuze vergoeilijken door het te compenseren met iets anders. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga dan wel vliegen, maar mijn auto is elektrisch.’”

Vandaag-besteld-morgen-in-huis, en steeds vaker vandaag-besteld-vandaag-in-huis, is verslavend gemakkelijk. Maar die snelle service heeft ook allerlei negatieve consequenties, voor klimaat en maatschappij. Zodra iemand op ‘bestel’ klikt, wordt een keten in gang gezet die op zijn zachtstgezegd niet zo klimaatvriendelijk is. Denk aan alleen al het vervoer dat nodig is om een pakketje, via distributiecentra, op de deurmat te doen belanden – vervoer is één van de grote CO2-uitstoters. Mensvriendelijk, zou je kunnen zeggen, is de keten ook niet. De arbeidsomstandigheden van bezorgers en werknemers in distributiecentra laten vaak te wensen over. En dan is er nog al het karton waarin de bestellingen worden verpakt, de distributiecentra en magazijnen die natuur en stad overnemen.

Flitsbezorging voedt de gemakzuchtige, egoïstische consument in ons

Reint Jan Renes lector Psychologie voor een Duurzame Stad

Kunnen we die snelle bezorging ooit weer ontwennen?

„Dat wordt lastig. Mensen hebben een sterker gevoel over datgene wat ze verliezen dan over wat ze krijgen. Ik geef mijn studenten aan het begin van een college weleens 5 euro, daar zijn ze dan best blij mee. Als ik dan tegen het eind zeg: ‘sorry, ik wil het geld toch weer terug’, zijn ze veel geïrriteerder dan ze überhaupt blij waren.

„Ik kan dan ook best wel geïrriteerd raken van het gemak waarmee industrieën nieuwe diensten in onze samenleving plaatsen. Ze denken niet goed na over de consequenties ervan. Neem flitsbezorging. Wat voor goeds draagt dat bij? Ze voeden de gemakzuchtige, egoïstische consument in ons. We worden er steeds ongeduldiger van, en niet per se beter. Er zijn genoeg studies die laten zien dat we van al dat consumeren ongelukkiger worden. Door snelle diensten aan te bieden, creëer je ook het verlangen ernaar. Terwijl we het voor een brede welvaart, waarbij oog is voor klimaat, natuur, gezondheid en arbeidsomstandigheden, juist goed is als we onze consumptie versoberen en minderen.”

Ook jij zwichtte weer voor een online aankoop. Waarom is dat toch zo verleidelijk?

„Ik denk dat je dan breder moet kijken naar waarom we de dingen doen die we doen. Bij het nemen van een beslissing, bijvoorbeeld over een aankoop, spelen er drie elementen mee. Motivatie, capaciteit en gelegenheid. Die drie moeten in evenwicht zijn, ook als je een klimaatbewuste keuze wilt maken.”

Dus om de webwinkel links te kunnen laten liggen, moet iemand daar ten eerste toe in de gelegenheid zijn – door bijvoorbeeld een winkel in de buurt te hebben (die dan niet gesloten is door een lockdown), en er vervolgens naartoe te kunnen lopen of fietsen. Maar mensen moeten ook wéten dat er nadelen kleven aan hun consumptiepatroon, en vervolgens naar die informatie kunnen handelen. Dat bedoelt Renes met capaciteit. „In het geval van online bestellen denk ik dat mensen zich minder bewust zijn dat er negatieve kanten aan zitten. Van vlees eten of vliegen weten veel meer mensen dat. Als je de negatieve consequenties niet ziet, ben je ook niet gemotiveerd om het anders te doen. Dan voert slechts gemak de boventoon.”

Hoe zou je mensen dan bewuster kunnen maken van de negatieve consequenties van online bestellen?

„Dat begint bij goede voorlichting. Leer mensen na te denken over wat hun particuliere keuze betekent voor de samenleving. Dat is niet makkelijk. Vanuit de overheid worden we al jarenlang voornamelijk als consument aangesproken. Economische groei is een heilige graal, we moeten vooral consumeren. Ik vond het ook zo cynisch dat een van de eerste Fieldlab-testen, na de eerste lockdowns, een vlucht naar een of ander Grieks eiland was. Waarom zou je dat als overheid in godsnaam doen? Waarom kozen zij niet voor een carbonvrije optie?”

Dus de overheid moet ons helpen, of dwingen, klimaatbewustere keuzes te maken?

„Vooral de industrie. Als de industrie een vrijbrief krijgt om de hele tijd maar fastfood, fastservice en fastfashion te genereren zonder dat daar consequenties aan worden verbonden, waarom zouden ze het dan laten? Het is echt nodig dat daarvoor beleid wordt gemaakt. De overheid moet stellen: wanneer jij iets ontwikkelt wat een negatieve consequentie heeft voor een toekomstige generatie, omdat je de draagkracht van de aarde aantast, dan gaan we dat doorberekenen in jouw prijs.”

Dus een beter milieu begint niet bij onszelf?

„Een beter milieu begint óók bij jezelf. Het is een collectief vraagstuk. Je kunt het niet in je eentje oplossen. Als consument ben je afhankelijk van industrie en overheid.”

Op welke manier ben je als consument dan afhankelijk van de industrie?

„We worden als consument de hele tijd door bedrijven geprikkeld om een bepaalde keuze te maken. Als ik de optie krijg om vandaag iets te laten bezorgen of pas over een paar dagen, dan moet ik wel sterk in mijn schoenen staan om voor de langzamere optie te gaan. Ik moet mezelf letterlijk vertragen. Daar zijn we niet goed in, daar hebben we hulp nodig.

„Voor de gemeente Amsterdam onderzoek ik met mijn onderzoeksteam hoe je autobezitters kunt laten overstappen naar deelvervoer. Als proef hebben we de afgelopen maanden een paar honderd Amsterdammers een app gegeven, die al hun reisbewegingen registreert. Per reisbeweging krijgen ze terug hoeveel CO2-uitstoot dat kostte, en tegelijkertijd opties hoe ze die uitstoot kunnen verminderen. We hopen dat dat mensen van hun auto losweekt. Sommige deelnemers gaven al spontaan aan dat het inzicht in hun CO2-uitstoot ze een beetje een ongemakkelijk gevoel opleverde.

„Webwinkels zouden de ‘betere’ keuze lonend kunnen maken. Bijvoorbeeld: als je bezorging over drie dagen aanvinkt, dan mag je heel precies aangeven wanneer een pakketje bezorgd wordt. Kies je voor de snelste bezorging, dan kan het pakketje elk moment komen. Vervolgens moet je wel ook laten zien wat de positieve effecten zijn van het vertragen. ‘Doordat je voor deze optie kiest, kunnen wij onze werknemers meer rust bieden’, bijvoorbeeld. Of ‘zo kunnen we de bezorging beter plannen en hoeven we minder te rijden’.”