Corinne Ellemeet, nummer twee op de kandidatenlijst van haar partij, bij haar beëdiging in maart 2021.

Foto Remko de Waal/ANP

Interview

Corinne Ellemeet (GroenLinks) vreest onder Rutte IV ‘een soort subsidie-liberalisme’

Het kabinet wil stikstof halveren en 60 procent minder CO2. Prominent GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet is „oprecht blij” – en toch sceptisch. „Deze zelfde vier partijen hebben in de afgelopen jaren telkens hun eigen milieudoelen niet gehaald.”

GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet ontvangt thuis in Abcoude. Ze is net terug uit Amsterdam, na een wandeling met Rutger Groot Wassink, lijsttrekker van haar partij in de hoofdstad bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart.

En, hoe was de stemming, wandelend langs de Amstel?

„Goed!”

Dan hebben jullie het niet over het regeerakkoord gehad, begrijp ik.

Ze lacht. „Jawel, daar hebben we het ook even over gehad. Er zijn inderdaad wat groene voornemens waar we beiden enthousiast over zijn maar we hebben vooral veel zorgen over de uitvoering,” zegt ze terwijl ze gaat zitten. Achter het huis knapt ondertussen een hovenier de tuin op. „Kijk,” zegt Ellemeet terwijl ze thee inschenkt, „ik ben oprecht blij dat er goede ideeën zijn en er worden zelfs een paar belangrijke randvoorwaarden ingelost. Zo is er heel veel geld beschikbaar. Maar mijn vraag is: welk resultaat wil dit kabinet halen?”

Een reductie van de CO2-uitstoot van 60 procent in 2030, bijvoorbeeld. Precies zoals ook in jullie verkiezingsprogramma stond.

„Ja, dat is waar. Maar het kabinet weigert die ambitie op te nemen in de bestaande Klimaatwet. Daar legt het zich dus niet op vast. Dat heet vrijblijvendheid. Ik heb vaak goede voornemens gezien in Den Haag. Het gaat om de uitvoering. Daarop zal ik het kabinet controleren.”

Is het lastig oppositievoeren tegen een kabinet dat de belangrijkste punten van je eigen verkiezingsprogramma heeft overgenomen?

„Het omgekeerde kan ook waar zijn. Dat wij ons beter kunnen inleven, en daarom scherper zien waar de uitvoering tekortschiet. Dit kabinet wil de stikstofuitstoot met de helft hebben teruggedrongen in 2030. Heel goed! Maar om dat te bereiken moet je bereid zijn het héle systeem te veranderen. Niet alleen de veestapel inkrimpen, maar óók de industrie. Ik vrees een soort subsidie-liberalisme. Zo van: hier hebben jullie uitstoters geld, en zorg maar dat je de boel op orde krijgt. Ik hoop dat Rob Jetten als milieuminister met een samenhangende visie komt. En een plan. Want wat als boeren níét willen meewerken?” Ze nipt aan haar thee. „Aan aangescherpte doelstellingen geen gebrek bij Rutte IV, maar deze zelfde vier partijen hebben in de afgelopen jaren telkens hun eigen milieudoelen niet gehaald. Daar komt mijn scepsis over de uitvoering vandaan.”

Lees ook: Corinne Ellemeet, de nummer 2 van GroenLinks, bepleit een andere koers van links

Bij de verkiezingen van 2021 stond Ellemeet (45) tweede op de kandidatenlijst en belandde ze met 70.978 voorkeurstemmen in de Tweede Kamer, waar ze zich sindsdien bezighoudt met onder meer de toekomst van de gezondheidszorg – „waar dit nieuwe kabinet 4,5 miljard euro op wil gaan besparen,” zegt ze. „Dat is meer dan al die partijen in hun verkiezingsprogramma hadden staan.”

Wat zegt u dat?

„Dat ze na alle uitgaven nog ergens geld vandaan moesten zien te halen om het geheel kloppend te krijgen.”

U pleit zelf ook al jaren voor het beheersen van de almaar stijgende zorgkosten. Dat is nu 5.000 euro per hoofd van de bevolking, in 2060 is dat 15.000 euro als er niet wordt ingegrepen, aldus de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

„Ja, dus over het doel zijn we het eens. Over de weg ernaartoe niet. Wij zien dat er uitgaven zijn in de zorg die onnodig zijn. Als je 10 procent uitgeeft aan administratie, en dat loopt voor sommige artsen op tot wel 40 procent van hun tijd, moet je de zorg anders organiseren.”

Dat zal iedereen in de Tweede Kamer met u eens zijn.

„Dat weet ik niet. Feit is dat er weinig partijen zijn, zeker in deze coalitie, die kritisch naar het systeem kijken. Er zit veel dogmatiek in. Zo willen ze concurrerende zorgverzekeraars houden. Daarmee houden ze die enorme administratielast actief in leven. Dus dan koop ik daar niets voor, en veel belangrijker: de mensen in de zorg en de patiënten ook niet.” Dan slaat ze haar handen ineen. „Maar wij van GroenLinks denken graag mee. Neem het personeelstekort in de zorg. Digitalisering is een deel van de oplossing; een term die ten onrechte op links nog weleens met een vies gezicht wordt uitgesproken. Maar een patiënt die voor een regulier overleg via Facetime contact heeft met zijn arts en dus niet op en neer hoeft naar het ziekenhuis: prima oplossing. Het scheelt tijd, mankracht en dus geld.”

Digitalisering is een deel van de oplossing; een term die ten onrechte op links nog weleens met een vies gezicht wordt uitgesproken

Het is Ellemeet ten voeten uit. Ze wil bovenal „niet cynisch of dogmatisch” zijn, maar „constructief oppositievoeren”, om zo toch invloed uit te oefenen. „Want dat is uiteindelijk wel waar politiek om draait. Zeker in deze jaren van de waarheid. Dat klinkt misschien dramatisch, maar zo voel ik het echt.”

U staat ondanks een progressief regeerakkoord en een in alle opzichten divers kabinet weer met slechts uw eigen gelijk aan de zijlijn.

„Laat ik ruiterlijk zijn: het is goed dat er een groot klimaatbudget komt en dat de loonkloof tussen het basis- en voortgezet onderwijs wordt gedicht. Maar aan de ongelijkheid tussen rijk en arm wordt nauwelijks iets gedaan.”

Toch, heeft D66 zoveel binnen kunnen halen omdát jullie en de PvdA elkaar vast bleven houden?

Het is de enige keer tijdens het gesprek dat ze even stilvalt. Zacht: „Ja, dat is hun onderhandelingspositie zeker ten goede gekomen.” Dan weer opgewekt: „Maar ik ben er van overtuigd dat je ook vanuit de oppositie iets gedaan kunt krijgen. Daar mag je ons op afrekenen.”

Volgers van haar partij zien hoe Ellemeet zich steeds nadrukkelijker manifesteert in de Kamer, het publieke debat en haar partij. Het werpt als vanzelf de vraag op waar haar ambitie ligt. Wat volgt, is een korte, veelzeggende lach. „Je bedoelt de vraag waar ik wil eindigen?”

Ik maak het u makkelijk. Wat wordt u in 2022 zeker níet: wethouder in Amsterdam of de opvolger van Jesse Klaver, na de gemeenteraadsverkiezingen in maart?

Ze knikt vriendelijk, ten teken: bekijk het maar. Dan, na enig aandringen: „Oké. Allebei niet. Ha! Nu jij weer.”