Boerenkool en palmkool zijn nog te oogsten. Maar verder groeit er eind december niet veel meer in De Ommuurde Tuin, een één hectare grote biologische tuin in Renkum. Bioloog en landbouwsocioloog Elske Hageraats werkt hier, als zzp’er. Uit overtuiging. Want de landbouw in Nederland moet veel minder intensief en vervuilend worden. Wat is dan het alternatief? „Ik zou veel meer van de kleinschalige, duurzame landbouw in Nederland willen zoals we die hier bedrijven”, zegt ze, terwijl we door de tuin wandelen. Maar veel verdienen doet ze er niet. Twee jaar geleden zat ze nog ver onder het minimumloon. „Net als mijn drie collega’s, én de eigenaresse van de tuin”, zegt Hageraats.
Kan dat niet anders, vroeg ze zich af. Is er een manier om een beter inkomen te verdienen? Ze deed er, samen met de leerstoelgroep rurale sociologie van de Wageningen Universiteit & Research (WUR), onderzoek naar en schreef er een boekje over, Eerlijk loon!
Oneerlijke prijzen
Hageraats richt zich daarbij op bedrijven die onder community supported agriculture (csa) vallen. Het is een opkomende vorm van landbouw, waarbij burgers rechtstreeks afnemen van de, vaak biologische, boer. Ze betalen aan het begin van het seizoen, rond maart, een bedrag vooruit en krijgen daarvoor de rest van het jaar producten van het land. De inkomens van mensen die in een csa werken, zijn doorgaans laag. „Maar ook in de gangbare landbouw liggen de inkomens vaak onder het minimum”, zegt Hageraats, terwijl we het aardbeienveldje passeren. De Algemene Rekenkamer becijferde het in 2019. Zelfs met Brusselse inkomenssteun meegeteld, zit ruim eenderde van de boeren in Nederland onder het minimuminkomen.
Bij De Ommuurde Tuin kunnen de circa 180 leden gedurende 25 weken, van mei tot en met oktober, elke week een kratje afhalen met groenten, kruiden en in het seizoen wat fruit. Voor het samenstellen van een pakket voor één persoon rekent de eigenaresse een half uur, voor twee personen is het één uur, voor drie 1,5 uur, enz. Als bruto uurloon rekende ze tot voor kort tien euro. Dat is vijf keer minder dan het gemiddelde tarief van zzp’ers. „We hielden heel erg rekening met de prijzen in de supermarkten, en waren bang daar al te veel boven te gaan zitten”, zegt Hageraats. Maar die prijzen zijn volgens haar niet eerlijk. Heel veel kosten, bijvoorbeeld allerlei schade aan het milieu, worden er niet in meegerekend. „Bovendien drukken de supermarkten regelmatig de prijs ver omlaag, tot onder de kostprijs.”
De meesten wisten helemaal niet dat we onder het minimumloon zaten
Elske Hageraats bioloog
Begin vorig jaar kregen de leden de vraag of ze wilden overstappen naar een nieuw model: solidaire betaling. De boer houdt de kosten en de gewerkte uren bij, en dat bedrag wordt gedeeld door het aantal leden, zodat er een gemiddelde uitkomt. De leden mogen vervolgens zelf bepalen welk uurloon ze de boer willen betalen. Er is geen minimum of maximum. „We moedigen aan dat men het doet op basis van het eigen bruto uurloon, en de eigen gezinssamenstelling.” Hageraats streeft naar minstens 16 euro bruto, het minimum bedrag dat door het kabinet in 2019 was aangekondigd en sinds dit jaar van kracht is. „Slechts twee personen tekenden ervoor”, zegt Hageraats naast een langgerekte, afgedekte composthoop. Daarom besloot ze de leden op de dag dat ze hun laatste pakket van het seizoen konden ophalen, het nieuwe inschrijfformulier persoonlijk te overhandigen. Daarin stond uitgelegd dat zij en haar collega’s „nog geen minimumloon” verdienden, en dat ze daar graag samen met de leden naartoe wilden.
Het was een spannend moment, zegt Hageraats. „Omdat we geen financiële buffer hebben, voelde het voor ons als een flink risico.” Maar het liep goed af. Op een paar na reageerden de leden heel positief. Bovendien meldden meer mensen zich aan, en ontstond er een wachtlijst. „De meesten wisten helemaal niet dat we onder het minimumloon zaten.” Mensen waren bereid tussen de 16 en 25 euro uurloon te betalen. Het gemiddelde kwam uit op 17,92 euro.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80358874-7f992a.jpg|https://images.nrc.nl/MB2H6kTk8NpHMpmPqJIuOfl0dZQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80358874-7f992a.jpg|https://images.nrc.nl/GJqkNM3oyWAA6kg18CV6RYOMk6g=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80358874-7f992a.jpg)
Duitsland en België
Hageraats deed ook onderzoek naar andere csa’s, in binnen- en buitenland, samen met studenten van de WUR. In Duitsland werken ze bijvoorbeeld met Bieterrunden, vertelt Hageraats bij een serie bijenkasten. Een csa presenteert daarbij de leden alle kosten, inclusief het salaris van de boer. Dat wordt omgerekend naar kosten per lid. „Vervolgens mogen de leden naar eigen inzicht bieden.” Dat gaat anoniem. Als het totaalbedrag lager ligt dan de geraamde kosten, volgt een nieuwe veilingronde. „Totdat de kosten gedekt zijn.”
In België besloten de leden van de Plukboerderij, een csa tien kilometer onder Antwerpen, uit zichzelf meer te gaan betalen, nadat de boerin hen open en eerlijk alle kosten en uitgaven had voorgelegd. Omdat er veel contact is tussen csa’s onderling, volgden andere al snel het voorbeeld.
In Nederland is een csa in Nijmegen nu als eerste bezig alle kosten en gewerkte uren nauwgezet in kaart te brengen, en aan de hand daarvan de leden een solidaire betaling te vragen. De Ommuurde Tuin wil de leden ook een overzicht van alle kosten gaan geven, zegt Hageraats, terwijl we via kaalgeplukte spruitenplanten en wat achtergebleven kooltjes bij een kleine kas met naar citroen geurende verveine komen. „Je kan niet duurzaam produceren als je de kosten niet kan dekken.”