Na interviews met 350 betrokkenen, ruim vijftig dagvaardingen en het doorpluizen van 35.000 documenten zal het werk van de 6-januari-onderzoekscommissie van het Congres dit jaar pas echt beginnen. Vorig jaar onthulde de zogeheten ‘Select Committee to Investigate the January 6th Attack on the United States Capitol’ al veel nieuwe feiten over de bestorming van het parlementsgebouw. Die ontkrachtten al het aanvankelijke beeld dat de rellen min of meer ‘spontaan’ ontstonden. Het desnoods met geweld saboteren van Joe Bidens uitverkiezing, blijkt inmiddels, was voor meerdere betogers en protestleiders al weken voor 6 januari een serieuze optie.
In de loop van dit jaar zal de commissie wekenlang openbare hoorzittingen organiseren. Daar zal ze getuigen oproepen, die haar bevindingen van begin tot eind zo overtuigend mogelijk moeten overbrengen aan het Amerikaanse publiek. Vervolgens komt er een eindrapport over wat ze zelf als „een binnenlandse terreuraanval” kwalificeert. Maar voor het zover is, heeft de commissie nog vele vragen te beantwoorden – zoals deze drie.
1 Welke rol speelden sommige leden van het Congres zelf op en voorafgaand aan 6 januari?
Het onderzoek van de Huis-commissie richt zich onder anderen op directe collega’s. Medevolksvertegenwoordigers die zelf ook een veilig heenkomen moesten zoeken toen de meute betogers hun werkplek binnendrong, maar die inmiddels de verdenking op zich hebben geladen dat ze op een bestorming uit waren – of die in ieder geval niet trachtten te voorkomen.
Zo stond Paul Gosar, afgevaardigde uit Arizona, samen met twee vrouwelijke fractiegenoten op het oorspronkelijke affiche van de Wild Protest-betoging, een van de marsen op 6 januari, die was georganiseerd door Stop the Steal-voorman Ali Alexander. In een video in streamingapp Periscope, die hij later zou verwijderen, zou deze extreem-rechtse provocateur drie dagen na de rellen verklaren dat hij de protestdag strategisch vorm gaf met hulp van Gosar en twee andere Republikeinse rechterbuitenbeentjes, Mo Brooks en Andy Biggs. Ook Alexanders stafchef zou in juni tegen de journalistieke onderzoeksite ProPublica zeggen dat er in de weken voorafgaand aan 6 januari nauw contact is geweest met de Congresleden.
Zo wordt bijvoorbeeld op 14 november in Washington al een soort generale repetitie georganiseerd. Een week nadat Biden is uitgeroepen tot winnaar van de presidentsrace, lokt de Million MAGA March circa tienduizend Trump-fans naar de hoofdstad. Voor het eerst smelten verschillende pro-Trump-groepen samen: van wit-nationalistische milities en rechts-radicale studenten tot complotvlogger Alex Jones en de dan net gekozen, in complottheorie QAnon gelovende Republikeinse afgevaardigde Marjorie Taylor Greene.
Het tijdschrift Rolling Stone onthulde in oktober dat sommige protestmarsorganisatoren al meewerken (praten) met de Huis-commissie. Twee van hen zouden hebben getuigd dat ze door afgevaardigden zelf of door hun stafmedewerkers ‘een blanco pardon’ zou zijn beloofd. Ofwel: president Trump zou hun gratie verlenen, mochten ze juridisch in de problemen geraken.
2 Hadden Trump en zijn directe entourage een sturende rol?
De commissie is zeer geïnteresseerd in de zogenoemde ‘war room’ (crisiscentrum) die advocaat John Eastman opzette in het Willard, een hotel vlak bij het Witte Huis. De jurist schreef een memo waarin hij uiteenzette dat vicepresident Pence – in weerwil van de Amerikaanse grondwet – de verkiezingsuitslag wel degelijk nog teniet kon doen. Tussen 2 en 8 januari zou in zijn suites een bonte stoet Trump-getrouwen zijn langsgekomen om alle actie rond de zesde voor te bereiden. Er is geen bewijs dat president Trump zelf de hotelsuite bezocht, maar van zijn privé-advocaat Rudy Giuliani, oud-spindoctor Steve Bannon en andere loyalisten staat dit wel vast.
Commissievoorzitter Bennie Powell liet eind december aan CNN-journalist Jim Acosta weten dat „de ‘war room’ en zijn aanwezigen een cruciaal onderdeel zijn van het onderzoek. Met name ELKE PERSOON die per telefoon heeft gecommuniceerd.” Trump zou op 5 januari 2021 ’s avonds gebeld hebben met het Willard, meldde de Britse krant The Guardian. Als die telefoongesprekken zijn gevoerd vanaf een Witte Huis-lijn, moeten ze terug te vinden zijn in de National Archives and Records Administration (NARA). De commissie heeft bij de NARA documenten opgeëist. Trump heeft daar bezwaar tegen aangetekend.
Dat de commissie gericht naar deze veronderstelde telefonades vraagt, kan erop wijzen dat door Willard-deelnemers is gepraat. Naar buiten toe houden Trump-getrouwen de gelederen nog strak gesloten. Net als de ex-president klagen ze over een politieke heksenjacht en beroepen ze zich op hun verschoningsrecht (de advocaten) of regeringsprivileges (de oud-functionarissen). De commissie probeert door deze omerta heen te breken. Zo laat ze in dagvaardingen doorschemeren dat ze al meer weet dan ze openbaar maakt. Het moet de achterdocht voeden in Trumps kring van getrouwen: wat als anderen al wel praten?
3 Hield de regering opzettelijk versterkingen tegen?
De ongeregeldheden rond het Capitool hielden mede zo lang aan, doordat de U.S. Capitol Police volledig onder de voet werd gelopen. USCP-chef Steven Sund smeekte urenlang om versterking van de Nationale Garde van Washington, DC en van buurstaten Maryland en Virginia. In de hoofdstad kunnen die echter alleen gemobiliseerd worden met toestemming van de federale regering (die van Trump) en die bleef tot in de namiddag uit. Traineerde het Pentagon opzettelijk snelle bijstand?
In zijn getuigenis voor de commissie klaagde Sund gedetailleerd over de chaos en onwil in de commandoketen van het defensieministerie. Veel aandacht gaat uit naar een conference call die Sund rond 14.30 uur voerde met de burgemeester en korpschef van Washington en enkele hoge Pentagon-functionarissen. Volgens Sund zou luitenant-generaal Walter Piatt, directeur van de legerstaf, hebben tegengeworpen dat de ‘beeldvorming’ van militairen bij en in het Capitool hem niet beviel. Hij stelde voor om gardisten politietaken in de stad te laten overnemen en zo agenten vrij te spelen die dan naar het Capitool konden.
Over het groepstelefoongesprek bestaan veel verschillende lezingen. Piatt ontkent zijn uitspraken over beeldvorming en andere betrokkenen wijzen naar elkaar voor de lange vertraging bij het mobiliseren van de gardes. Verklaringen die de commandant van de DC-garde en hoge legerfunctionarissen aflegden tegenover de commissie en tegenover de inspecteur-generaal van het Pentagon zijn onderling met elkaar in tegenspraak. De commissie zal moeten bepalen wie de waarheid spreekt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/00web-0601buikoenextra.jpg)