Twee keer zoveel vuurwerkslachtoffers als vorig jaar

Jaarwisseling Hoewel vuurwerk weer verboden was, waren er meer slachtoffers dan vorig jaar. Daaronder waren ook veel kinderen onder de twaalf.

Vuurwerk afsteken tijdens Oud en Nieuw in Maasdam.
Vuurwerk afsteken tijdens Oud en Nieuw in Maasdam. Foto Jeffrey Groeneweg/ANP

Het aantal slachtoffers van ongevallen met vuurwerk is de afgelopen jaarwisseling verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. In totaal lieten dit jaar 773 mensen zich met verwondingen, gemiddeld wat ernstiger dan vorig jaar, behandelen op de spoedeisende hulp van ziekenhuizen en op huisartsenposten. Dat waren er vorig jaar 383. Wel is het aantal slachtoffers nog steeds veel kleiner, 40 procent, dan twee jaar geleden, toen er geen vuurwerkverbod gold.

Dit blijkt uit onderzoek van kenniscentrum VeiligheidNL in samenwerking met betrokken zorginstellingen.

De cijfers zijn „best schokkend”, stelt directeur Martijntje Bakker van VeiligheidNL, „voor een jaar waarin hetzelfde vuurwerkverbod gold als het jaar ervoor”. De organisatie geeft twee verklaringen voor de stijging: het draagvlak voor de lockdownmaatregelen was vermoedelijk minder groot dan vorig jaar; bovendien kon er deze jaarwisseling, anders dan vorig jaar, legaal vuurwerk in België worden gekocht.

In de grensprovincie Noord-Brabant deden zich relatief veel ongevallen voor, overigens samen met de regio’s IJsselland, Twente, Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden.

Bij een buurtfeestje in het Twentse Haaksbergen kwam op oudejaarsdag een 12-jarige jongen als omstander om het leven bij een incident met een klaphamer, die overigens niet als vuurwerk geldt.

Lees ook: Vuurwerk kopen in België: ‘Sommigen komen vanuit Groningen rijden’

‘Verbod niet voldoende’

Opvallend veel kinderen onder de twaalf jaar liepen verwondingen op; 190 nu tegen 120 vorig jaar. Bijna de helft van hen had het vuurwerk zelf afgestoken. Bakker: „Kennelijk zijn kinderen en hun ouders er niet goed van op de hoogte dat kinderen onder de twaalf geen vuurwerk mogen afsteken.” Dat geldt ook voor het kleine F1 vuurwerk, zoals sterretjes en knalerwten, dat het gehele jaar door te koop is en dat net als vorig jaar is uitgezonderd van het algehele verbod. Ruim één op de vijf letsels werd dit jaar veroorzaakt door dit lichte vuurwerk. Kinderen doen volgens Bakker bovendien relatief vaak „rare dingen” met vuurwerk, zoals naar elkaar gooien, vuurwerk in andermans handen aansteken, en brandend vuurwerk uittrappen, waartoe een zogenaamde tiktokchallenge opriep. „Dat kan heel nare brandwonden aan voeten opleveren.”

De cijfers wijzen dit jaar opnieuw uit dat het vuurwerkverbod in elk geval effect heeft op het aantal slachtoffers maar bewijzen volgens VeiligheidNL ook dat een verbod „niet voldoende” is om te zorgen voor een nog verdere daling. Bakker: „Er is meer voorlichting nodig. Al was het maar wijzen op het belang van het dragen van een vuurwerkbril.”

De meest voorkomende letsels zijn, net als in voorgaande jaren, brandwonden, vooral aan handen en vingers. Het aandeel oogletsels steeg licht, tot 19 procent, en één op de vijf slachtoffers had letsel aan het hoofd. Ook waren er dit jaar opnieuw „enkele amputaties” van een of meerdere vingers, „allemaal veroorzaakt door zwaar illegaal vuurwerk”. Zoals gebruikelijk raakten vooral jongens en mannen gewond, 80 procent.

Lees ook: Verzekeraars: schade tijdens jaarwisseling bijna twee keer zo hoog als vorig jaar