Nederland stopt financiering aan Palestijnse ontwikkelingsorganisatie

Israël-Palestina Nederland stopt de financiering aan UAWC, een Palestijnse ontwikkelingsorganisatie. Een onafhankelijk onderzoek stelde geen institutionele banden met een terroristische organisatie vast, maar zag wel betrokkenheid van individuele medewerkers.

Palestijnse boeren oogsten tarwe in Gaza.
Palestijnse boeren oogsten tarwe in Gaza. Foto APAImages / Shutterstock

De Nederlandse regering stopt met de financiering van de Palestijnse ontwikkelingsorganisatie UAWC. Nederland steunde jarenlang landbouwprojecten van deze organisatie, maar schortte de financiering in 2020 op in afwachting van een onafhankelijk onderzoek naar vermeende banden met een terroristische organisatie. Er werd onderzocht of UAWC relaties had met het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), een extreem-linkse groepering die door zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten als terroristisch wordt beschouwd.

Uit het onderzoek, uitgevoerd door het Nederlandse bureau Proximities Risk Consultancy, bleken volgens de Kamerbrief geen organisatorische of financiële banden met de PFLP. Wel waren 34 medewerkers van UAWC volgens het onderzoek ergens in de periode 2007-2020 actief in de extreem-linkse groepering. Sommigen van hen zouden politiek actief geweest zijn voor PFLP terwijl ze ook een leidinggevende functie binnen UAWC hadden.

Volgens de Nederlandse regering had het UAWC-bestuur dit moeten weten en er open over moeten zijn. Het is volgens UAWC’s eigen richtlijnen verboden voor medewerkers om politiek actief te zijn. Ondanks het gebrek aan organisatorische banden besluit Nederland daarom de financiering aan UAWC stop te zetten.

UAWC-directeur Fouad Abu Saif noemt de stopzetting van de financiering in een eerste reactie „verrassend” en „bedroevend”. „Met dit besluit zwicht Nederland voor Israëlische propaganda en druk”, aldus Abu Saif. Hij ontkent ten stelligste dat medewerkers tijdens hun werk bij UAWC actief waren voor PFLP. „Medewerkers mogen niet lid zijn van of actief zijn in een politieke groepering”, aldus Abu Saif. „Of mensen politieke sympathieën hebben, kunnen en mogen wij als organisatie niet controleren. En als iemand in het geheim actief was, wisten wij dat als werkgever niet.” Volgens Abu Saif bevat het onderzoeksrapport diverse fouten, zoals naamsverwisselingen. UAWC beraadt zich op verdere stappen.

Twee voormalige medewerkers van UAWC zijn verdachte in een nog lopend terrorismeonderzoek in Israël. Zij zouden volgens de aanklacht betrokken zijn geweest bij een dodelijke aanslag, waarbij een zeventienjarige Israëlische om het leven kan. UAWC besloot de twee medewerkers direct te ontslaan zodra zij verdachte werden in de terrorismezaak. Mensenrechtenorganisaties twijfelen overigens aan de procesgang in de zaak; één van de verdachten zou bij ondervragingen zijn gemarteld.

Gevoelig moment

Het Nederlandse besluit komt op een uiterst gevoelig moment. UAWC is een van de zes organisaties die in oktober vorig jaar door Israël op een terrorismelijst werden geplaatst. De Europese Unie heeft steeds gezegd bewijs te willen zien voor dit Israëlische besluit. Demissionair minister Ben Knapen (Buitenlandse Zaken, CDA) zegt in de Kamerbrief dat Israël inmiddels meer informatie heeft gestuurd en dat Nederland in afstemming met andere donoren „zoveel mogelijk” tot een gezamenlijke beoordeling van die informatie zal komen.

In het Nederlandse rapport wordt een aantal andere Palestijnse organisaties genoemd die het onderzoeksbureau tot „de maatschappelijke tak van de PFLP” rekent. Volgens de Nederlandse regering zijn die beschuldigingen echter onvoldoende onderbouwd. Omdat „openbaarmaking onevenredige schade zou kunnen toebrengen aan de organisaties die in het onderzoeksrapport tot de maatschappelijke tak van de PFLP worden gerekend”, is het onderzoek alleen vertrouwelijk aan de Tweede Kamer ter inzage gegeven.

Lees ook: Israël frustreert EU-projecten voor Palestijnen

„Israël heeft tot nu toe geen bewijs geleverd om de beschuldigingen tegenover Palestijnse maatschappelijke organisaties te steunen”, zegt de Israëlische mensenrechtenadvocaat Michael Sfard, die een van de andere organisaties bijstaat. „Elke actie van een regering om banden door te snijden met deze organisaties betekent in de praktijk steun aan de vernietiging van het Palestijnse maatschappelijk middenveld.”

Nederland financiert behalve UAWC geen van de genoemde organisaties direct. Wel worden de Palestijnse afdeling van Defense for Children International en de prominente lokale mensenrechtenorganisatie Al-Haq indirect gefinancierd: Defense for Children via de Verenigde Naties en Al-Haq als uitvoerende organisatie van een project van SOMO, een Nederlandse organisatie die multinationals onderzoekt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken meldde eerder abusievelijk aan NRC dat Al-Haq niet meer werd gefinancierd door Nederland.