Mathieu van der Poel rijdt door rugproblemen ‘al anderhalf jaar niet op volle kracht’

Wielrennen Mathieu van der Poel (26) is voor onbepaalde tijd uit de roulatie vanwege een zwelling van een tussenwervelschijf. Zijn ploeg en hij zitten in onzekerheid. „Het is niet schitterend.”

Mathieu van der Poel bij zijn rentree als veldrijder op Tweede Kerstdag bij een wereldbekerwedstrijd in Dendermonde, België.
Mathieu van der Poel bij zijn rentree als veldrijder op Tweede Kerstdag bij een wereldbekerwedstrijd in Dendermonde, België. Foto David Stockman/Belga

Als Mathieu van der Poel eind juli bij zijn olympische debuut op de mountainbike al in de eerste ronde hard tegen de grond knalt omdat hij vergeten is dat er bij de grootste sprong op het parcours in het Japanse Izu geen plankje meer ligt nu de wedstrijd eenmaal begonnen is, grijpt hij meteen naar zijn rug. Het is zijn zwakke plek, al tijden.

Steeds als hij van fiets wisselt, en dan vooral in de zomer van de wegfiets naar de mountainbike, klaagt hij erover. Het heeft te maken met de houding op de twee fietsen, die nogal verschillend is. En ook met de krachten die vrijkomen op zijn onderrug bij het aanzetten voor korte, steile klimmetjes op bergachtig terrein. Die intensiteit valt niet te trainen, al doet hij nog zo trouw zijn stabiliteitsoefeningen. Van der Poel heeft wedstrijdritme nodig om eraan te wennen. Maar die tijd heeft hij niet. Waar anderen een vol seizoen op de mountainbike óf de wegfiets rijden, doet hij het in de zomer allebei. Een paar wedstrijden hier, en een paar daar, in de hoop dat zijn talent groot genoeg is om overal te kunnen domineren.

Terwijl hij in Izu nog versuft op de grond zit en het Japanse publiek met afgrijzen toekijkt, neemt hij de schade op. Versuft en met een besmeurd gezicht vervolgt hij zijn weg om, na een korte opleving op adrenaline, toch uit de olympische wedstrijd te stappen. Hier had hij vijf jaar naar uitgekeken. Hij kwam alleen voor goud naar Japan. Nu keert hij met lege handen terug naar huis.

Drie disciplines

Uit de eerste scans blijkt geen groot malheur. Gelukkig maar, want Van der Poel heeft geen tijd te verliezen. Nu de Spelen uit zijn gelopen op een sof, gaat zijn vizier op het volgende doel: het WK mountainbike, eind augustus in Val di Sole, Italië. Hij droomt ervan om in drie wielerdisciplines – veldrijden, mountainbiken en wegwielrennen – wereldkampioen te worden. Vooralsnog lukte dat alleen op de crossfiets. En wel vier keer.

Maar op hoogtestage in zijn geliefde Livigno blijkt zijn rug hem toch meer dwars te zitten dan gehoopt. Hij breekt het kamp vroegtijdig af en meldt zich niet veel later ook af voor het WK mountainbiken. „Mathieu heeft de laatste weken last van een rugblessure”, staat er in een verklaring van zijn ploeg Alpecin-Fenix. „De situatie is aan het verbeteren maar het WK komt te vroeg. Zijn intentie is om zich voor te bereiden op het volgende deel van het seizoen, inclusief Parijs-Roubaix.”

Opnieuw heeft Van der Poel nog geen maand om te herstellen. Het wordt een race tegen de klok om hem klaar te stomen voor het restant van het wegseizoen. In topvorm zou hij kans moeten maken op twee hoofdprijzen: de wereldtitel op de weg in Vlaanderen, en Parijs-Roubaix – waar hij zijn debuut maakt. Hij moet daar als ’s werelds beste crosser geweldig uit de voeten kunnen. De verwachtingen van zijn ploeg, de fans en van zichzelf zijn torenhoog. Al sinds zijn tienerjaren.

Terwijl hij zich in topvorm probeert te trainen, speelt de rug opnieuw op. Van der Poel moet zijn rentree op de wegfiets met weken uitstellen. De website wielerflits.nl meldt op basis van anonieme bronnen dat Van der Poel vocht tussen zijn rugwervels én een hernia heeft. Zijn ploeg bevestigt dat niet. Toch staat hij er half september gewoon weer. Bij de Antwerp Port Epic, een nieuwe wedstrijd met gravelstroken op het haventerrein rond Antwerpen, vreet hij de straatstenen op. Hij wint, maar er staat er geen topveld aan de start.

Op het WK, eind september, kan hij de vinnige versnellingen van de uiteindelijke winnaar Julian Alaphilippe niet volgen, terwijl hij de Fransman in maart – toen misschien wel in de vorm van zijn leven – in de Italiaanse semi-klassieker Strade Bianche met een machtige eindsprint te kijk zette. Een week later lijkt hij bij zijn debuut in Roubaix ondanks alles op weg naar de overwinning, als hij op de beroemde wielerbaan in Noord-Frankrijk uitgerekend in de sprint wordt geklopt, door twee man zelfs.

Zijn vader Adrie van der Poel kijkt er met bewondering naar. Hij weet dat zijn jongste zoon ook nu weer wordt gegeseld door een zeurende rugpijn. Alsnog wordt hij derde in een van de zwaarste edities van Parijs-Roubaix in jaren. De laatste 100 kilometer van de baggereditie bepaalde hij wat er gebeurde. „Ik denk dat Mathieu al anderhalf jaar zijn krachten niet 100 procent kan benutten”, zegt Adrie aan de telefoon. „Het is een opeenstapeling van nare valpartijen die hem parten hebben gespeeld. Steeds werd hij dan weer even opgelapt. Maar dat waren noodoplossingen. De pijn is nooit helemaal weggaan.”

Nieuw vierjarig contract

Na Roubaix neemt Van der Poel vakantie. Het is een rollercoaster van een jaar geweest, met het geel in de Tour de France als hoogtepunt. Zorgen over zijn toekomst hoeft hij zich niet te maken; in september tekende hij een nieuw contract dat hem opnieuw voor vier jaar aan Alpecin-Fenix bindt, de ploeg die mede dankzij hem in alle grote wedstrijden in het wegwielrennen van start mag gaan. Mathieu is een van onze pilaren, zegt zijn management. Die altijd en overal presteren moet.

Vier weken neemt Van der Poel gas terug, lang voor zijn doen. Maar als hij bij zijn terugkeer bij een training in het bos valt en zijn knie lelijk openhaalt, moet hij zijn rentree in het veld uitstellen. Veel belangrijker nog: zijn rugpijn is niet weggegaan. Op Tweede Kerstdag maakt hij nog wel zijn rentree, maar anderhalve veldrit later stapt hij gedesillusioneerd uit. Op scans wordt volgens zijn ploeg „een zwelling op een tussenwervelschijf” geconstateerd. Sofie Rummens, revalidatiearts aan het UZ in Leuven, vermoedt dat er ‘bulging’ van de tussenwervelschijf wordt bedoeld. „De tussenwervelschijf kun je zien als een ui met ringen. Bij bulging puilt de gehele schijf uit. Dat is iets anders dan een hernia, waar de uitpuiling meer gelokaliseerd is.”

Volgens Rummens hangt het per patiënt af of er pijnklachten ontstaan. Er zijn mensen die jaren kunnen rondlopen met een uitpuilende tussenwervelschijf zonder het te weten, omdat er geen zenuw of anderszins weefsel onder druk komt te staan.

Bulging is meestal een traag optredend proces dat evenwel acute klachten kan geven, zegt ze, en komt over het algemeen niet door een externe klap, of een valpartij. Haar patiënten raadt ze meestal aan in beweging te blijven. Ze geeft hen een revalidatieschema met oefeningen mee om de belastbaarheid van de rug te vergroten. De meerderheid van de mensen die ze met acute rugklachten ziet, is na zes weken weer pijnvrij. Dat bulging per definitie een voorstadium van een hernia is, doet Rummens af als onwaar.

Ergens is Van der Poel opgelucht dat er een oorzaak van zijn pijn is gevonden. Hij moet zijn fiets aanvankelijk nog tijdelijk aan de kant zetten. Er gaat niet zomaar een streep door het WK veldrijden eind januari in de Verenigde Staten. Van der Poel zou er zijn titel verdedigen. Hij deed de afgelopen tien jaar mee aan het WK, dat hij in 2015 als jongste ooit won.

Op Nieuwjaarsdag zit hij twee uurtjes op de wegfiets. Hij rijdt 61 kilometer, een peulenschil. ‘Back on the bike’ staat er bij zijn Strava-file. Dat zou slechts van korte duur zijn.

Familiekwaal

Woensdag maakt zijn ploeg bekend dat Van der Poel deze winter niet meer in actie zal komen. Alleen met rust kan zijn rugblessure worden verholpen, staat in een persbericht. „Ik heb mijn gewenste niveau al niet meer bereikt sinds de Tour”, zegt hij. „Het is bitter dat ik mijn wereldtitel niet kan verdedigen en frustrerend dat ik niet weet hoe dit zal duren. Maar ik maak me geen zorgen over mijn carrière.”

Ook zijn vader Adrie is ervan overtuigd dat het goedkomt. „De ruggenspecialist in Herentals, iemand met kennis van zaken, heeft gezegd dat hij pas weer kan gaan fietsen als de pijn weg is. Je moet daar geen einddatum op plakken en niets meer forceren. Zo was het in elk geval niet leuk meer. Ik vind het vooral vervelend voor hem.”

Rugklachten zitten in de familie, zegt Adrie. Hij en zijn oudste zoon, wielrenner David van der Poel, hebben er ook last van. „Ik kon er altijd goed mee dealen, kreeg het advies om er een beetje op te letten. Dat doe ik dus ook. Bij David gaat het de laatste tijd de goede kant op. Bij ons zit het probleem meer lángs de ruggenwervel. Maar wat er bij Mathieu is geconstateerd, hebben wij nooit gehad.”

Adrie denkt dat de schuin aflopende kanten bij veldritten, de laatste jaren steeds vaker aan het parcours toegevoegd om spektakel te bewerkstelligen, een boosdoener kunnen zijn. Hij hoort er veel veldrijders over klagen. „Schuin lopen en fietsen is kei-slecht voor je rug”, zegt hij. „Ga maar eens hardlopen op het strand. Dan voel je het.”

Hij ziet het snelle wisselen van fiets gedurende een seizoen ook als een potentieel probleem. „Mathieu heeft geen inrijdperiode, moet er vaak gelijk staan. Misschien zou het slim zijn als hij wat rustiger zou beginnen. En zijn manier van koersen vergt veel. Kijk wat hij doet in de Tirreno [in maart vorig jaar, een solo van 50 kilometer]. En het blijft niet bij één keer per jaar. Ik kon dat niet aan, moest veel meer met mijn hoofd rijden. Misschien moet hij dat ook wat meer gaan doen. Hij is geen twintig meer. Maar dat is moeilijk. Want hij fietst gewoon zo graag.”

Hoe Van der Poel zich momenteel voelt, wisselt van dag tot dag, zegt zijn ploegbaas Christoph Roodhooft. „Het is niet schitterend. Overal ziet hij ploegen zich presenteren met nieuwe tenues en fietsen voor het komende seizoen. De cross is nu echt overal. En hij verveelt zich.”

Wat knaagt is de onzekerheid. „Als je nu drie maanden rust en zeker weet dat het dan over is, dan gaat het. Maar we weten niks. Dat houdt Mathieu ook heel erg bezig.” Over een operatie is niet gesproken met de artsen. Een rug openhalen mislukt vaker dan dat het lukt, stelt Roodhooft.

Voor het bedrijf dat hij de afgelopen tien jaar bouwde op het talent van Mathieu van der Poel, is het een hard gelag. „Aan ons nu de uitdaging om te laten zien dat we er ook kunnen staan zonder hem.”