Regelmatig bezoek ik met twee goede vrienden het zuiden van de VS – we delen een liefde voor countrymuziek, goede barbecue en small town America. Zo’n reis is in grote lijnen van tevoren uitgestippeld. Maar hoe we van A naar B komen, laten we graag bepalen door de app Roadside America – your guide to uniquely odd tourist attractions.
Zo herinner ik me bijvoorbeeld nog levendig het ‘Grootste dubbeltje in een doos ter wereld’, in het plaatsje Dime Box, Texas. Tijdens onze laatste reis was het de ‘Cathedral of Junk’ die onze stoutste dromen overtrof: iemand had in zijn tuin in een tamelijk chique buitenwijk van Austin een bouwwerk van letterlijk twee verdiepingen hoog opgebouwd uit louter rommel – fietswielen, winkelwagentjes, krukken, straatnaambordjes en surfplanken.
Nu we weer niet naar een restaurant, theater of museum kunnen, het broodbakken allang onder de knie hebben en de vogelgids hebben uitgespeeld, denk ik vaak aan de Roadside America. Je verwonderen over zo’n kerel die het grootste deel van zijn leven heeft besteed aan het aan elkaar lassen van een zelfverzamelde vuilnisbelt, is een fijne manier om de uitzichtloosheid van de situatie wat te relativeren. Gelukkig is er de wereldwijde Atlas Obscura, voor al uw „curious and wondrous travel destinations”, die bij goed zoeken ook in onze regio een aantal waardige attracties herbergt.
Op een tiental kilometers over de grens bij Maastricht staat de toren van Eben-Ezer, een ‘middeleeuwse’ fantasietoren met vier groteske gevleugelde beesten op het dak. Daar vlakbij biedt sterrentent Rantrée een feestdagenbox van tien gangen aan. Ik ben tot nu toe terughoudend geweest met het bespreken van dinerboxen. Het samenstellen van een goede foolproof restaurantbox voor thuis is echt een ander vak dan het runnen van een restaurantkeuken. Maar we zijn onderhand twee jaar verder en nu toch wel nieuwsgierig geworden wat er zoal te krijgen is.
De toren van Eben-Ezer staat twee kilometer van de plek waar voor de Belgen de Tweede Wereldoorlog begon. Het is gebouwd tussen 1948 en 1963 door Robert Garcet als monument voor de vrede. De toren zit vol met numerologische verwijzingen en symboliek. Zoals een ingemetselde dinosaurus met de pauselijke tiara om zijn nek en raketten op zijn staart, die een lammetje vertrapt; erachter volgen banieren met SPQR en een hakenkruis in een optocht geleid door magere Hein. Aan de buitenkant zijn vier waterspuwers gemetseld, die de oplopende stadia van „valsheid van gevoelens” symboliseren: een reptiel, een generaal, een rechter en bovenaan een bisschop, die volgens de beschrijving „onzin, leugens, vergiffenis en gebeden uitkraamt voor gouden en zilveren munten.”
Mijn tweejarige peuter vond het een beetje „pannend”, maar voor iets oudere kinderen lijkt het museum me een aardige verzameling vuurstenen, fossielen en dino’s van papier-maché. Het dak bereiken we via een wenteltrap met een ‘ruggengraat’ in het midden als houvast. Vanuit het trapgat kom je direct uit tussen de benen van de griffioen – gelukkig zit de trap niet onder de stier, dan hadden we zeker ons hoofd gestoten. Tussen de vier enorme konten door is het uitzicht zeker de moeite waard, op onder meer een oude kalksteengroeve.
Puzzelen
De dinerbox van Rantrée is in theorie – zeker voor een Michelinzaak – heel toegankelijk. Je hoeft amper iets doen: paar dingen opwarmen, wat saus erover lepelen. Maar de aanwijzingen zijn zo summier – het is feitelijk een opsomming van het menu in steekwoorden met hier en daar een opwarm-aanwijzing – dat het voor een ongeoefende kok soms toch echt puzzelen is om het een beetje knap op het bord te krijgen. Als je erachter komt dat de wortel-bavarois te zacht is om met je vingers op te pakken, is het al te laat, zeg maar. Met een lepel uit een bakje met een hoge rand scheppen, geeft ook geen al te best resultaat. De oplossing bleek het randje van het kartonnen bakje insnijden, afscheuren en het zachte rechthoekje voorzichtig met een kaasschaaf over te zetten. Exemplarisch is ook de gouden envelop bij de wijnen: er staan prachtige beschrijvingen, maar nergens wordt vermeld wat we bij welke gang dienen te drinken.
Voorts permitteer ik mij één écht kritische noot: als je vegetariër bent, is dit niet jouw box. Er zitten aardige gerechten tussen, zoals de artisjok met aubergine, maar toen we na een handvol halfharde kikkererwten in bouillon als hoofdgerecht een matig gevuld tarteletje met tomaat en mozzarella moesten opwarmen, belde 1995 – of ze hun vegetarische menu terug mochten.
Anderzijds: als je er een beetje handigheid in hebt, kun je met de Rantrée-box een volwaardig chic tiengangendiner op tafel zetten. Het voor-gepocheerde ei komt, bij het nauwlettend volgen van de opwarm-instructies, perfect lopend op het bord. De asperges erbij precies knapperig. Het überluchtige, zalvende souffleetje met Hollandse garnalen komt ontzettend leuk omhoog dobberen als je voorzichtig de diepe, zoete garnalenbisque erbij schenkt.
De klapper is de kwartel. De cuisson van het halve vogeltje is opnieuw werkelijk precies à point, de foie gras loopt er nog net niet uit bij het aansnijden. Alles verpakt in een flinterdun deegjasje dat alles op z’n plek houdt en beschermt in de oven, en waarmee je ook nog wat van de truffelsaus kunt opsoppen. Dit had ik zelf nooit zo op tafel kunnen krijgen. Het is een beetje puzzelen met de wijnen (is ergens ook wel weer leuk), maar ze passen uiteindelijk goed. Ter afsluiting mag je dan – very restaurant-y – samen met je lepel een choco-sphere kapotslaan om het dessert te bevrijden.