De prijzen van consumentengoederen zijn vorig jaar harder gestegen dan de cao-lonen. Dat valt op te maken uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Werknemers met een collectieve arbeidsovereenkomst (een zogeheten cao) zagen hun loon vorig jaar met gemiddeld 2,1 procent stijgen. De gemiddelde prijzen in de winkels stegen echter sterker.
Het inflatiecijfer over 2021 wordt pas volgende week bekendgemaakt, maar in de eerste elf maanden van 2021 lagen de prijzen in de winkels gemiddeld 2,4 procent hoger dan in dezelfde periode in 2020. De cao-lonen zijn dus ongeveer 0,3 procentpunt minder gestegen dan de inflatie. Afgelopen november lag de inflatie boven de 5 procent in vergelijking met een jaar eerder. Als het inflatiecijfer in december ook relatief hoog blijkt te liggen, dan valt het jaargemiddelde over heel 2021 zelfs hoger uit dan 2,4 procent.
In de horecasector stegen de cao-lonen vorig jaar het minst, namelijk 0,3 procent. Volgens het CBS komt dit doordat de cao die geldt voor de sector vorig jaar is verlengd onder dezelfde voorwaarden. In 2020 behoorde de horeca nog tot een van de bedrijfstakken met de grootste loonstijging. De lonen stegen dit jaar het meest in de sector ‘overige dienstverlening’, namelijk 3,4 procent. Onder die bedrijfstak vallen bijvoorbeeld belangenorganisaties en de uitvaartbranche.
In 2020 stegen de cao-lonen met bijna 3 procent, de grootste stijging in twaalf jaar tijd, ondanks de coronacrisis. Dat kwam doordat het merendeel van deze cao-afspraken al voor het uitbreken van de pandemie was gemaakt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/12/data79510684-b9c4c2.jpg)