Moet het eerst beroerder worden, voordat het beter gaat? „Het donkerste uur komt vlak voor het licht”, dichtte Ingmar Heytze eind vorig jaar. Of wie het wil zingen: The darkest hour is just before dawn. Een column over corona, dus.
De sluiting van niet-essentiële winkels en de andere restricties geven Nederland een vals gevoel van veiligheid. Reikhalzend wacht men op versoepeling. Demonstranten eisen het. Kijk je daarentegen naar Engeland, dan zie je wat er nog aan komt. De besmettingen staan daar door de Omikrongolf op recordhoogte. Er worden voorzorgsmaatregelen gepland om de verwachte verdere stijging en zelfs een mogelijke ontwrichting van het economisch leven het hoofd te bieden. De regering vroeg afgelopen week de publieke sector om plannen te maken voor het somberste scenario: een kwart van hun mensen zijn ziek. Hoe blijft het land functioneren? De Engelse regering houdt er kennelijk rekening mee dat vitale sectoren in de economie ontregeld kunnen raken.
De oproep deed me denken aan het interview met de plaatsvervangend ambassadeur van Nederland in Kabul afgelopen weekeind in de Volkskrant. Cees Roels beschrijft hoe Nederland achter de feiten aanliep en benoemt het verschil in reactie toen in maart en april 2021 de aftocht van het Afghaanse leger leek te versnellen. „Militairen, en zeker Amerikanen en Britten, denken anders. Die gaan zich gewoon voorbereiden op het ergste.”
Nederland wachtte af. Nu wacht Nederland op het nieuwe kabinet. Een wisseling van de wacht in crisistijd is altijd precair. De coalitiepartijen zijn wel dezelfde, maar op Mark Rutte na wisselen alle ministeries van politieke leiding. Oudgedienden ronden hun werk af of kijken naar hun nieuwe functie, nieuwkomers springen in het diepe.
Stel dat de Engelse regering met haar planning en een worstcasescenario van 25 procent ziekteverzuim niet dom is, hoe zou dat dan in Nederland uitpakken? Denk niet alleen aan mensen die zelf besmet zijn, maar ook aan quarantaines. Er zijn al personeelstekorten in de zorg en het onderwijs.
Weet iemand in Den Haag bij welk percentage ziekteverzuim vitale sectoren vastlopen? Dat ProRail geen treinen meer durft te laten rijden. Dat distributiecentra een deel van de bestellingen niet meer leveren. En zelf geleverd krijgen. Dat schappen leegraken en hamsteren van kwaad tot erger gaat. Om van de gevolgen van een golf aan ziekmeldingen in onderwijs en zorg nog maar niet te spreken.
De meest recente openbare cijfers over ziekteverzuim zijn één tot twee maanden oud. De trend? Omhoog. Alleen bedrijven en overheden zelf weten hoe ze er vandaag voor staan. Zij weten wanneer hun personele capaciteit krap wordt. En wanneer de zaak vastloopt. Maar in het altijd georganiseerde Nederland gebeurt dat laatste niet. Niet in vitale sectoren. Toch?
Een jaar geleden had NRC een bijlage getiteld ‘Business as usual’. Over de gevolgen van corona voor de economie en voor Nederland. Het wrange is: in sommige opzichten is er niets veranderd. Moet de gezondheidszorg op de oude decentraal georganiseerde voet doorgaan? Of is meer centralisatie nu praktischer? De vraag is onbeantwoord. Nu pas gaat het kabinet serieus nadenken over een langetermijnstrategie voor corona. Hoe moet dat?
Eén simpele suggestie. Deel het kernteam van ministers, ambtenaren en adviseurs in tweeën. De ene helft voert crisismanagement, de andere helft zet de strategie uit voor de komende drie jaar. Als 2021 iets heeft geleerd, is het wel dat de crisismanagers geen langetermijnperspectief bieden, terwijl daar nu in het donkerste uur dringend behoefte aan is.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/01/data80186034-df16bb.jpg)