D66 is, dat lijkt wel zeker, van plan om een stevig stempel te zetten op het kabinet-Rutte IV. Met de ministers van Financiën, VWS en Defensie krijgt de partij in het nieuwe kabinet zware posten, naast de ministers die de partij eerder al had, zoals Onderwijs, of waarvan in Den Haag al een tijdje de verwachting was dat die voor D66 zou zijn: Klimaat en Energie. Daar komt ook de minister voor Rechtsbescherming bij, eerder een VVD-post. D66 zou daarvoor de burgemeester van Almere Franc Weerwind hebben gevraagd. Voor Onderwijs zou de D66-kandidaat Robbert Dijkgraaf zijn, directeur van het Institute for Advanced Study (IAS) in Princeton.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2021/12/web-3012binhugohoekstra.jpg)
Dat partijleider Sigrid Kaag volgens ingewijden niet heeft gekozen voor haar grote liefde, Buitenlandse Zaken, maar voor Financiën – ze wordt ook vicepremier – versterkt dat beeld. Ze werkt dan nauw samen met de minister-president en heeft invloed op álle ministeries. Daar komt bij: een minister van Financiën hoeft in Nederland vaak weinig te doen om toch populair te zijn. Al lukte het CDA-leider Wopke Hoekstra niet om daar bij de verkiezingen zijn voordeel mee te doen.
Dat zíjn partij nu Buitenlandse Zaken krijgt, en hijzelf door bronnen genoemd wordt als minister op dat departement, lijkt er niet op te duiden dat het CDA de komende jaren zoveel mogelijk macht en invloed naar zich toe wil trekken. De minister van Buitenlandse Zaken is vaak weg. Het kan moeilijk zijn om dan ook nog een partij te leiden.
Als Hoekstra daar dus echt voor gekozen zou hebben, is de vraag welk plan het CDA heeft voor de komende jaren. Tot voor kort leek in die partij nog het idee te leven dat het CDA weer de grootste kon worden als Mark Rutte na zijn vierde kabinet vertrekt. Maar is dat, als je naar de slechte peilingen kijkt, nog wel realistisch? En wat is dán het doel? De partij redden uit de marge?
Handel voor de VVD
Het CDA krijgt in elk geval ook het belangrijk geachte ministerie van Sociale Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, én de partij zal iemand naar voren schuiven als minister voor Volkshuisvesting.
Bij Buitenlandse Zaken krijgt de CDA-minister een VVD’er erbij als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: Europarlementariër Liesje Schreinemacher. Als zij gaat doen wat bij een VVD’er het meest voor de hand ligt, voorál aandacht besteden aan handel en minder aan hulp, kan dat een risico zijn voor CDA en ChristenUnie – in hun achterban geldt die hulp juist als héél belangrijk.
De VVD krijgt, behalve het premierschap, ook het ministerie van Justitie: daar komt Dilan Yeşilgöz, nu staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Justitie is een zwaar ministerie, én riskant. Ministers van Justitie raken snel verzeild in affaires waar ze weinig greep op hebben, en het risico op voortijdig aftreden is relatief groot.
Er komt ook een VVD-minister voor het basis- en voortgezet onderwijs: Dennis Wiersma, nu staatssecretaris van Sociale Zaken. En net als in het vorige kabinet wordt een VVD’er minister voor langdurige zorg en sport: zorgbestuurder Conny Helder.
Tweede Kamerlid Mark Harbers wordt minister van Infrastructuur en Waterstaat en Eerste Kamerlid Micky Adriaansens wordt minister van Economische Zaken. De VVD krijgt ook een eigen minister op Landbouw, al is het een positie ‘vóór’ en niet ‘van’ Natuur en Stikstof: Christianne van der Wal, nu nog partijvoorzitter.
Minister vóór minder belangrijk
Ministers ‘vóór’ worden in Den Haag gezien als minder belangrijk: ze hebben geen eigen begroting. Maar als de portefeuille zelf zwaar genoeg is, zoals stikstof en ook basis- en voortgezet onderwijs, valt dat verschil in de praktijk vaak weg.
Dat moet ook de gedachte geweest zijn bij de ChristenUnie, waar Carola Schouten minister vóór Armoedebeleid wordt, op het ministerie van Sociale Zaken (naast dus een CDA-minister ‘van’). Zij zal haar gezag in kabinet moeten ontlenen aan haar vicepremierschap. In die positie zit ze ook altijd bij de belangrijkste overleggen van het kabinet.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/12/data79882397-3cc7a3.jpg)
De ChristenUnie krijgt wel weer een eigen minister van Landbouw: gedeputeerde Henk Staghouwer (59) uit Groningen. Al wordt dat een aanzienlijk minder zwaar ministerie nu er een VVD-minister bij komt voor Natuur en Stikstof. En de CU krijgt opnieuw een staatssecretaris op het ministerie van VWS: Maarten van Ooijen (31), nu nog wethouder in Utrecht. Zijn naam ging al een tijdje rond in de partij voor een kabinetspost, Hij wordt gezien als groot talent en mogelijk zelfs als opvolger van partijleider Gert-Jan Segers. Bij VWS neemt Van Ooijen de plaats in van Paul Blokhuis, die ook oud-wethouder was, in Apeldoorn, en graag had willen doorgaan in het kabinet.
Vanaf komende maandag ontvangt Rutte als formateur de aanstaande bewindslieden. Het zogenoemde ‘constituerend beraad’, waarin de ministers onderling nog afspraken maken over de taakverdeling, staat gepland voor volgende week zaterdag. De beëdiging van de bewindslieden en de bordesscène zijn dan op maandag 10 januari, net iets minder dan tien maanden na de Tweede Kamerverkiezingen.