Omikron maakt muizen minder ziek, T-cellen beschermen goed

Coronavirus Steeds meer onderzoeken laten zien dat Omikron minder ernstig ziek maakt dan eerdere varianten. „Maar de onzekerheidsmarge is nog steeds groot.”

Een onderzoeker verricht genetisch onderzoek aan monsters die positief zijn voor het coronavirus.
Een onderzoeker verricht genetisch onderzoek aan monsters die positief zijn voor het coronavirus. Foto Hanna Beier/Reuters

De Omikronvariant van het coronavirus veroorzaakt minder ernstige infectie in de longen bij muizen, vergeleken met eerdere varianten. Dat suggereert een nieuwe Britse studie. Deze muizen hebben een menselijke versie van het receptoreiwit waar het coronavirus op aanhaakt. De Britten meldden hun bevindingen deze week online in een voorlopige publicatie (preprint).

Het is de vijfde studie in minder dan twee weken tijd die dit beeld laat zien. De eerste was een studie uit Hong Kong, half december. Die liet zien dat Omikron menselijke longen duidelijk minder infecteert, maar zich wel 70 keer sneller vermenigvuldigt in de bovenste luchtwegen. Dat zou helpen verklaren waarom de variant wel veel besmettelijker is dan eerdere varianten, maar toch minder ziekmakend. Vervolgens toonden studies uit Tokyo, Cambridge, Leuven en nu ook Liverpool zeer vergelijkbare resultaten bij menselijke celkweken in het lab en bij proefdieren.

„Het is lastig dit soort studies te vertalen naar mensen”, reageert Marion Koopmans, viroloog van het Rotterdamse Erasmus MC, „maar dit past wel goed bij de andere recente signalen: dat er weliswaar meer mensen besmet raken, maar minder met ernstige longproblemen in het ziekenhuis lijken terecht te komen.”

Afweer door T-cellen

De verklaring, zo merkt Koopmans op, ligt wellicht deels in onze afweer tegen het virus. De T-cellen van het immuunsysteem blijken, als ze eenmaal in paraatheid zijn gebracht door een eerdere corona-infectie of vaccinatie, óók tegen Omikron zeer effectief. Dat bleek vorige week uit een voorlopige Zuid-Afrikaanse publicatie – en uit een studie die het Erasmus MC deze week zelf naar buiten bracht.

De Omikron-muizen in het nieuwe Britse onderzoek waren minder ziek dan hun soortgenoten met Delta of eerdere varianten. Ze herstelden sneller en vertoonden veel minder ontstekingen in de longen. „Alles bij elkaar ziet dat er goed uit”, stelt Koopmans, „maar het is echt te vroeg om te zeggen of dit voor mensen ook geldt, en hoeveel dat dan gaat uitmaken voor het aantal ziekenhuis- en IC-opnames.”

Ook de Britten zelf plaatsen kanttekeningen bij hun studie: „Geen enkel diermodel kan met zekerheid de gevolgen van infectie bij mensen voorspellen.”

Ook in algemene zin waarschuwen de Britten voor al te veel optimisme. „Hoewel de werking van T-cellen wellicht overeind blijft”, schrijven ze, „heeft Omikron wel zodanig veel veranderingen in het spike-eiwit dat aangepaste vaccins wellicht nodig zijn om ons te wapenen tegen de hogere besmettelijkheid en wereldwijde ziektelast. De ontwikkeling daarvan kan echter zo veel tijd kosten dat het te laat is om de verspreiding en effecten van Omikron in te dammen.”

Druk op de zorg

En dat is een probleem, benadrukken ze: „De betere overdraagbaarheid kan nog altijd leiden tot een enorme druk op de gezondheidszorg, zelfs als een kleiner deel van de geïnfecteerde mensen moet worden opgenomen in het ziekenhuis.”

Dat zegt ook Marion Koopmans. En zij voegt eraan toe: „De Britse Omikrondata komen tot nu toe vooral uit Londen. Daar zijn al heel lang weinig restricties. Het kan goed zijn dat veel mensen daar al eerder een infectie hebben doorgemaakt, en daarom nu minder ziek worden.” Dat maakt het zo lastig nu te zeggen hoeveel ziekenhuisopnames Nederland mag verwachten bij de besmettingsgolf die bij ons begin 2022 wordt verwacht: „Het zou mooi zijn als de infectie inderdaad milder verloopt, maar de onzekerheidsmarge is nog steeds heel groot.”