Mondmaskers voor eenmalig gebruik, staat op de doos. Wegwerpmondkapjes, heten ze in de volksmond. Wegwerpen is op zich dus de bedoeling. De plastic wegwerpkapjes horen na gebruik in het restafval – niet in de papierbak! – maar belanden vaak op straat. Sinds Covid-19 uitbrak, zwerven maar liefst tachtig keer meer mondkapjes als afval rond op straat dan daarvoor. Dat blijkt uit een analyse van zwerfvuil uit elf westerse landen dat is verzameld tussen september 2019 en oktober 2020, waarover Britse onderzoekers onlangs schreven in Nature Sustainability.
Het Verenigd Koninkrijk telde de meeste zwerfkapjes, ruim 5 procent van het zwerfvuil bestond daar aan het einde van de onderzoeksperiode uit mondkapjes. Nederland lijkt het goed te doen, het aandeel mondkapjes was nooit meer dan 1 procent van het straatafval. Maar schijn bedriegt, weten mensen die weleens rond stations en winkelstraten naar beneden kijken. De stijging van het aandeel zwerfkapjes blijkt sterk samen te hangen met het gevoerde mondkapjesbeleid in het desbetreffende land. In het Verenigd Koninkrijk werden mondkapjes eind juli 2020 al verplicht, in Nederland pas in december 2020 – na de onderzoeksperiode dus.
De uitgeplozen zwerfafvalgegevens zijn afkomstig uit de app Litterati, waarin zwerfvuilrapers kunnen bijhouden wat ze aantreffen. Die app bestaat sinds 2015, wat vergelijken in de tijd mogelijk maakt, maar of het alleen om wegwerpmaskers of ook om huisvlijtmaskers gaat, is niet goed te onderscheiden.
Wel is de paniek van de eerste maanden nadat de pandemie werd uitgeroepen goed te zien in de gegevens. Veel mensen waren toen driftig bezig met ontsmetten en zo min mogelijk dingen aanraken. In het zwerfafval werden veel meer plastic handschoenen en desinfecterende doekjes aangetroffen dan voor de pandemie. Na een aantal maanden nam dat weer af. Maar mondkapjes zijn hardnekkiger. Tijd voor beter mondkapjesinzamelbeleid, vinden de onderzoekers.