Energiebedrijf RWE krijgt vergunning voor groene waterstoffabriek Eemshaven

Waterstof De beoogde waterstoffabriek in Groningen is de grootste die in Nederland vergund is. ‘Groene’ waterstof wordt gezien als een belangrijke vervanger voor fossiele brandstoffen.

De Eemshaven in Groningen waar de RWE-waterstoffabriek gaat komen.
De Eemshaven in Groningen waar de RWE-waterstoffabriek gaat komen. Foto Kees van de Veen

Het Duitse energiebedrijf RWE mag een fabriek voor ‘groene waterstof’ bouwen in de Eemshaven. De provincie Groningen heeft daarvoor woensdag een milieuvergunning verstrekt. De beoogde groene waterstoffabriek van RWE is zover bekend de grootste die in Nederland vergund is. Bijna alle stroom van een bestaand windpark zal in de fabriek worden gebruikt.

De laatste jaren zijn de plannen voor een Nederlandse waterstof-industrie snel concreet aan het worden. Het huidige demissionaire kabinet kondigde vorig jaar aan dat het tot 2030 de bouw van tientallen grote ‘elektrolysers’ – die waterstof maken – wil bevorderen.

‘Groene’ waterstof, gemaakt met water en veel elektriciteit, wordt beschouwd als een belangrijke toekomstige vervanger voor fossiele brandstoffen, met name in de industrie en in de transportsector.

Groene waterstof wordt nu nog nauwelijks geproduceerd, omdat dat heel duur is. Er worden echter steeds meer subsidieprogramma’s voor opgetuigd, zowel landelijk als in de EU. Veel bedrijven hebben in de afgelopen jaren plannen aangekondigd voor de bouw van elektrolysers in Nederland. Met name multinationals zoals RWE, Nobian (de afgesplitste chemietak van Nouryon), Shell en BP willen erin investeren, al heeft geen van deze bedrijven hier tot nog toe een beslissing over genomen.

Vergunningen provincies

De afgelopen maanden hebben provincies wel al de eerste vergunningen verstrekt voor de bouw van elektrolysers. De beoogde fabriek van RWE is daarvan de grootste, met een vermogen van 50 megawatt (MW). RWE is van plan waterstof te leveren aan de methanolfabriek van BioMCN en de waterstofperoxidefabriek van Evonik, beide in Delfzijl. „Wij zien waterstof als belangrijk voor ons energiebedrijf”, aldus een woordvoerder van RWE, „voor de industrie, en op termijn ook voor onze gascentrales.”

Voor de fabriek moet nog wel een bouwvergunning worden verstrekt, maar volgens de provincie Groningen is de nu verleende milieuvergunning het belangrijkst.

Lees ook: Aan de pomp betalen voor een groene waterstofindustrie

De benodigde elektriciteit voor de waterstoffabriek van RWE komt van zijn eigen windpark Westereems. RWE wil het in 2009 gebouwde windpark inkrimpen tot 80 MW (circa 25 molens) en de windstroom voor het overgrote deel voor de elektrolyser gaan gebruiken. De elektrolyser vraagt dan naar schatting jaarlijks ongeveer evenveel stroom als enkele tienduizenden huishoudens.

Nog één andere partij heeft inmiddels vergunningen gekregen voor de bouw van grootschalige elektrolysers in Nederland. Energiebedrijf VoltH2 kreeg afgelopen herfst toestemming om twee elektrolysers te bouwen van elk 25 MW in Vlissingen en Terneuzen.

Directeur André Jurres van VoltH2 wil de waterstof in Zeeland met name leveren aan de transportsector, vertelt hij. „Zware vrachtwagens kunnen niet elektrisch rijden. En door onze ligging aan het kanaal Gent-Terneuzen zouden we ook waterstof kunnen gaan leveren aan de binnenvaart.”

VoltH2, dochter van het Amerikaanse energiebedrijf Vision H2, wil komend voorjaar in Nederland een subsidieaanvraag indienen voor het ‘opschalingsinstrument’. Dat is een nieuwe subsidiepot van 252 miljoen euro voor elektrolysers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

Risico’s goed beheerst

Advocaat Caren Schipperus, directeur van Alex Advocaten in het Gelderse Wijchen, is ook geïnteresseerd in de vergunningen van de waterstoffabrieken. Volgens haar zijn de risico’s van elektrolysers, zoals explosiegevaar en geluidhinder, goed ingeperkt in de vergunningen die zij tot nog toe inzag. „Zulke regels worden al gebruikt voor producenten van andere gassen.”

De vraag is nog hoe de nieuwe fabrieken hun waterstof gaan afvoeren. Op dit moment zijn er nog nauwelijks pijpleidingen voor waterstof. Het ministerie van EZK wil het komend decennium een landelijk waterstofnet aanleggen. Verschillende provincies werken intussen al aan regionale netten.

In Zeeland sloten Gasunie en havenbedrijf North Sea Port afgelopen najaar een overeenkomst om in het Scheldegebied zo’n waterstofnet te ontwikkelen. Ook RWE is in gesprek met Gasunie over waterstofleidingen rond Eemshaven, zegt de woordvoerder van RWE. Anders moet de geproduceerde waterstof per schip of in vrachtwagens worden afgevoerd.

Correctie 31 december: RWE zal voor de elektrolyser weliswaar de stroom van zijn hele windpark Westereems gebruiken, maar RWE wil dat park de komende jaren wel sterk inkrimpen van 170 MW naar 80 MW. Het windpark zal dan niet altijd genoeg stroom leven om de elektrolyser te laten draaien. RWE zei dat het ter aanvulling ook elektriciteit uit biomassa wil gebruiken, maar dat blijkt toch niet het geval. Als er geen wind is, staat de elektrolyser stil. Het stroomverbruik van de elektrolyser en de herkomst van de stroom zijn hierboven aangepast.