Schaatsen, zegt Koen Verweij (31), is eigenlijk net als traplopen. Soms loop je heel makkelijk omhoog, van hop-hop, maar een volgende keer krijg je het ene been niet voor het andere. Blijf je plakken op de treden. Dat heeft met de aansturing van je spieren en de schakels tussen je zenuwen te maken. Die hebben een geheugen. Van jaren trainen in zijn geval. Kan je nog zo’n rommelige aanloop hebben gehad, ineens kunnen de dingen zomaar op hun plaats vallen. Dan kríjg je ’m per ongeluk, zo zeggen schaatsers dat. Maar dan moet je motorisch wel goed in elkaar steken. Nou, dat is zo. Hij durft wel te stellen dat hij beter en sterker is dan ooit. Op de fiets dan. Waarden om van te likkebaarden. Nu al dat geweld nog overbrengen op het ijs. Hij krijgt één kans om zich voor zijn derde Winterspelen te plaatsen, donderdag op de 1.500 meter. Het zou een godswonder zijn.
Vooral omdat-ie twee maanden geleden nog plat moest met rugklachten. Een hernia speelde op, niet voor het eerst. Drie weken kon hij niks doen, hooguit een beetje wandelen. Hij voelde zich net een ouwe vent. En dat is niet makkelijk als je weet dat de concurrentie ondertussen doortraint en de hele wereld over reist om zich met de besten te meten. Dan heb je het gevoel dat je aan het verliezen bent. Zeker met nog maar een paar weken tot het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Heerenveen. En aansluitend de Spelen van Beijing.
Op de fiets in Portugal
Hij stond er meestal alleen voor. Want Jutta Leerdam (22) was wereldbekers schaatsen, had haar eigen olympisch traject. En hij wilde zijn vriendin niet tot last zijn. Zou je Juut vragen of ze door heeft gehad dat hij verging van de rugpijn, dan zou ze nee zeggen. Aan medelijden heeft hij een hekel. Weinig erger dan dat. Hij knokte zich liever in de luwte terug.
Eerst op de fiets in Portugal. Uren en uren werkte hij aan zijn duurvermogen. Pas drie weken geleden stapte hij weer op het ijs. Eerst rustig startjes maken. Dan wat intervalletjes, langzaam richting wedstrijdsnelheid. Eigenlijk tegen beter weten in. Want zijn route naar de Spelen is verre van ideaal. Hij zegt het zelf: het is eigenlijk niet mogelijk. En toch twinkelen zijn ogen.
Die rugklachten kwamen niet uit de lucht vallen. Zijn lichaam drukte op de stopknop. Een jaar eerder constateerden artsen een hernia. Hij had veel te veel van zichzelf gevraagd, jaren van roofbouw gepleegd. Koen Verweij draait ook al zo lang mee. Achter zijn naam staan een wereldtitel allroundschaatsen, gouden medailles op mondiale afstandskampioenschappen, hij is olympisch kampioen ploegenachtervolging én hij pakte zilver op de Spelen van Sotsji in 2014, op drieduizendsten van het goud.
Maar naast de baan was er vaak wat met hem. Hij kwam meer dan eens in conflict met zijn ploeg. Hij zou schaatsers nopen tot een machtsovername, hen tegen coaches opzetten. Niet uit eigen gewin, zegt hij nu. Hij is altijd opgekomen voor de belangen van de schaatsers. Vaak hekelde hij „de tussenlaag” tussen sponsor en sporter. Hij zag het management een goed leven leiden en nooit eens naar zichzelf kijken. Zij zaten aan de knoppen. Stuurden schaatsers weg als er even niet gepresteerd werd. Nooit lag het aan de mensen die de lijnen uitzetten. Daar moet je bij hem niet mee aankomen. Tegenwoordig zou hij het anders aanpakken. Rustiger, verstandiger, mét elkaar.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80107212-084eb1.jpg)
Eiland in commerciële wereld
Vanaf 2015 hopte hij als een nomade van ploeg naar ploeg. Twee keer had hij een sabbatical nodig om op adem te komen. Hij sloot zich een jaargang aan bij Russische schaatsers, was een soort eilandje in een wereld die door commerciële ploegen wordt gedomineerd. Twee jaar geleden kreeg hij een stageplek bij Team Reggeborgh aangeboden. Maar na een seizoen was dat ook alweer voorbij. Zij wilden niet met hem door. En andersom ook niet.
Met zijn ervaring vragen jongere schaatsers hem nogal eens om hulp. En hij is de beroerdste niet. Van een ander sterker maken wordt hij zelf ook beter. Samen in een flow raken. Maar dat kan door de begeleiding als een bedreiging worden gezien, denkt hij. En dan moet je vertrekken. Want hij kan alleen maar hard schaatsen als alles klopt. Als er onderhuids niets ettert.
Eerst zou hij als eenpitter doorgaan tot de Spelen, gecoacht door Kosta Poltavets, de Rus die hij een visionair noemt. Maar toen zijn talentvolle vriendin in de eerste coronagolf met hem meetrainde en aangaf dat ze het gedrieën zo leuk vond, veranderde dat alles. Want hij had allang gezien dat Juut tot grote dingen in staat zou zijn, zolang ze over de juiste faciliteiten kon beschikken: goede fysio’s, fijne trainingskampen en ijs in Thialf op christelijke tijdstippen. Er zat niets anders op dan een eigen ploeg te starten. Maar dat doe je niet zomaar. Daar zou hij zich nog lelijk op verkijken.
Corporate niveau
Een schaatsploeg is niet als een beginnende onderneming, waar je vaak de tijd kan nemen voor de opstartfase. Zo kort voor de Spelen kan je je helemaal geen vertraging veroorloven. Alles moet kloppen. Je moet kundige stafleden zien te vinden, een visie formuleren, geldschieters aantrekken. Het is eigenlijk gewoon een fulltime job. En in coronatijd ligt het geld niet voor het oprapen. Op corporate niveau kijken ze wel link uit waar ze hun centen in steken.
Terwijl anderen na een zware training konden rusten, belde hij in die lege uren bedrijven af. Hij stuurde mailtjes naar potentiële sponsoren, voerde gesprekken met managers. Zelfs tijdens een trainingskamp in oktober ging hij met een geldschieter om tafel. Er hing nogal wat van af. Zouden zij instappen, dan kon hij tot en met april volgend jaar zijn ploeg draaiende houden. Anders moest hij het begrotingstekort zelf dichten.
Hij wilde zo graag een omgeving creëren waarin schaatsers zorgeloos topsporter kunnen zijn, zonder stress over de huur van een huis, het kunnen betalen van dure sportvoeding of medische behandelingen. Die dingen moeten bij hem gewoon geregeld zijn. Tegelijkertijd wilde hij zijn vriendin begeleiden en moest hij zelf topfit zien te blijven. Alles bij elkaar brak dat zijn lichaam op.
Jutta is met haar volgers op Instagram het kapitaal van de ploeg
Hij was juist zo fit, wilde het aan zichzelf laten zien. En ook aan de buitenwereld. En aan de partners van de ploeg. Hij raakte teleurgesteld in zijn lichaam. Maar hij wist: als er iemand iets speciaals kan, dan hij. Vraag het maar aan alle trainers die heeft gehad. Hij doet áltijd overal zijn best. Doet de rest een dutje, werkt hij een extra training af. Hij doet van jongs af aan niets anders; een doel stellen, en dat dan halen. Of er in elk geval héél dicht bij in de buurt komen. Van onzekerheid en twijfel wordt hij scherper.
Twee weken geleden vond hij zichzelf terug op de ijsbaan waar het allemaal begon, in Alkmaar. Zijn ouders op de tribune, de spanning in zijn lijf. Omdat hij zich door die rug niet had weten te plaatsen voor de wereldbekers, moest hij zich bij de Holland Cup bij de beste drie schaatsen om zich te kwalificeren voor het OKT. Dat lukte, op de 1.000 en 1.500 meter. Maar het leek nog nergens naar. Hij wilde te graag, bewoog gehaast. Het had weinig met schaatsen te maken. Het was meer beuken.
Tegen de stroom in
Hij denkt dat niemand rekening met hem zal houden donderdag. Maar dat heeft hij wel vaker gehad. En het dan wel doen. Roeien tegen de stroom in. Dat is zijn stijl. Als hij zijn timing op orde krijgt, heeft de rest een zware dobber aan hem. Want van de tijden die dit seizoen zijn gereden, wordt hij niet bang. Zelfs niet in de wetenschap dat hij pas vanaf oktober, toen een tweede sponsor aanhaakte, weer rust vond om zich topsporter te voelen. En de vrijheid om zich alleen op zijn herstel, en later op het trainen te focussen. Maar hij zegt niet voor niets: na dit seizoen zullen we zien wat er met mij gebeurt.
Want misschien wel boven alles voelt hij zich voortdurend verantwoordelijk voor zijn vriendin, Jutta Leerdam, een van de uithangborden van de sport. Zij heeft de toekomst, is met een bereik van twee miljoen volgers op Instagram het schaatsend kapitaal van zijn ploeg. Ze kan achter hem schuilen, als het moet. Hij vangt de klappen wel op. Zij is altijd zijn uitgangspunt geweest. Zolang zij kei- en keihard kan schaatsen, dan komt de rest vanzelf. Hij zal er daarom alles aan doen om te zorgen dat ze niet in de positie terechtkomt waarin hij zo lang heeft gezeten. Zoekende, zonderling glijdend door de Friese schaatshal. Dat mag gewoon nooit aan de orde komen. Het gaat er om dat zij rust heeft. Ook als dat ten koste gaat van zijn eigen carrière. Ja, zou kunnen dat dat soms al zo is. Maar Jutta staat voorop. Dat is een ding dat zeker is.
Stressvrije omgeving
Na dit seizoen gaat hij met haar zitten. Kijken wat ze van de voorbije twee jaar vond, zien hoe ze zich kan ontwikkelen. En weer met de partijen om tafel. Als hij opnieuw sponsoren vindt, ziet hij zijn eigen loopbaan ook doorlopen. In een stressvrije omgeving denkt hij zelfs aan een wereldrecord; 1.39 op de 1.500 meter. Waarom niet?
Bijvoorbeeld omdat er in het schaatsen zo moeilijk aan geld te komen is. Bedrijven die instappen zijn alleen in de winter veel met hun logo’s op tv. Maar hij ziet het zelf optimistischer in. Videoland maakte het afgelopen jaar een driedelige documentaireserie over hem en Leerdam, die vanaf januari beschikbaar is. Het stel spreekt kennelijk een nieuw schaatspubliek aan. Jongeren, die genieten van glamour, showbizz. Hij denkt dat ze samen iets kunnen brengen dat voor potentiële partners het jaar door interessant kan zijn.
Het is even voor later zorg. Nu gaat het om zijn 1.500 meter op het OKT. Een week vooraf maakt hij zich niet druk. Het is zoals het is, en het komt zoals het komt. Hij gaat ervan uit dat zijn brein en de schakelingen tussen zijn zenuwen hem goed krijgen. Die vallen niet te trainen. Niet meer.
Topvorm creëren, dat doe je ook onder je hersenpan.