Analyse

Zal het westen ooit nog interveniëren in een ver buitenland na het debacle in Afghanistan?

Militaire interventies Na twintig jaar dwongen de Taliban de westerse strijdkrachten tot een beschamende aftocht uit Afghanistan. Zal de wereldgemeenschap ooit nog een interventie plegen in een ver buitenland of is iedereen nu definitief op zichzelf aangewezen?

Illustratie Chuan Ming Ong

Een transportvliegtuig met call sign Reach 871 nam op 16 augustus van dit jaar 640 panische volwassenen en 183 kinderen aan boord en bracht ze veilig Afghanistan uit. De foto van het volgepakte ruim van de C-17 was een lichtpuntje in die bange dagen rond Hamid Karzai International Airport. Een dag later klampten zich tientallen mensen vast aan de Reach 885, die al taxiede op de startbaan. Toen het vliegtuig opsteeg, vielen er verstekelingen van de romp. Anderen stierven toen de piloot even later probeerde het landingsgestel in te trekken.

De chaotische evacuatie van het vliegveld van Kabul was het sluitstuk van het grootste internationale echec van de afgelopen jaren. De plompe Amerikaanse vliegtuigen symboliseerden de aftocht van een internationale troepenmacht die was gekomen om het land te bevrijden van Al-Qaida en de Taliban om na twintig jaar door diezelfde Taliban tot een beschamende aftocht gedwongen te worden.

De strijd in Afghanistan kostte naar schatting tussen 176.000 en 200.000 levens. De VS investeerden in Afghanistan (en Irak) 2.000 miljard dollar. Zal de wereldgemeenschap ooit nog eens interveniëren in een ver buitenland, of is iedereen na Afghanistan definitief op zichzelf aangewezen? Komt er met de val van Kabul een einde aan het tijdperk van westerse interventies, een tijdperk dat begon met de oorlog in Bosnië en naar Kosovo, Libië, Afghanistan en Irak voerde? Wat zíjn de lessen van de val van Kabul? Dit nooit meer?

Marsorder

Niemand praat graag over een nederlaag. Ook de NAVO niet. Toen het bondgenootschap het in het najaar op zich nam ‘Afghanistan’ te evalueren, luidde de interne marsorder daarom: wees snel, doe rustig aan met kritiek, niet te veel zwartepieten. De NAVO gaf vanaf 2003 leiding aan de door de VN goedgekeurde ISAF-missie en verschoof in 2015 de aandacht naar opleiding en training van het Afghaanse leger, in het kader van de missie Resolute Support.

De - vertrouwelijke - evaluatie was in luttele maanden afgerond. Het rapport was klaar voor de NAVO-top in Riga van begin december, die echter werd overschaduwd door een nieuwe crisis: de snel stijgende spanningen tussen Rusland en Oekraïne. Nu had al helemaal niemand meer behoefte aan een pijnlijk debat over schuldvragen en gemiste kansen. Onder druk van Poetins dreiging is demonstratieve cohesie voor de NAVO het hoogste gebod. Het bondgenootschap, hoor je in Brussel, heeft nu andere dingen aan het hoofd.

Toch is terugblikken onontkoombaar. Twintig jaar duurde de westerse bemoeienis. Ondanks de immense opoffering en torenhoge kosten is er enorme schade toegebracht aan de vooruitgang die werd geboekt op het gebied van democratie, vrouwenrechten en armoedebestrijding. En de vrees groeit dat Afghanistan weer een schuilplaats wordt voor terroristen. Terwijl Afghanistan voor de NAVO al langzaam verwordt tot geschiedenis, waarschuwen de VN voor hongersnood.

Lees ook Uitzonderingen op sancties tegen de Taliban om hongersnood te voorkomen

In het NAVO-rapport komen veel al vaker benoemde missers nog eens langs, zegt een NAVO-bron met kennis van het document. Overschatting van het eigen kunnen. Onkunde over lokale gebruiken en politieke verhoudingen. Overmoedige rapportages van commandanten die wel braaf rapporteerden hoeveel mensen ze opgeleid hadden, maar die geen oog hadden voor de moeilijker te kwantificeren vraag hoe loyaal die mensen waren aan de nieuwe machthebbers en hun buitenlandse bondgenoten. De missie leed onder vooringenomen optimisme.

De NAVO was weliswaar de enige internationale organisatie die een operatie als deze kon sturen, maar er waren veel factoren waar de NAVO helemaal geen invloed op bleek te hebben: de immense corruptie, de drugshandel, de rol van Pakistan als veilige haven voor de Taliban. Afghanistan was ook een schoolvoorbeeld van mission creep: de geleidelijke uitbreiding van een missie buiten de oorspronkelijke reikwijdte, focus of doelen, aangejaagd door aanvankelijk succes. In het geval van Afghanistan: de overgang van een beperkte missie om terroristen te bestrijden naar een enorme, kostbare en veelzijdige operatie om van Afghanistan een land te maken naar westerse snit.

Tegen het einde van het eerste Afghanistan-decennium raakte, mede onder invloed van Nederlandse ervaringen, de 3D-aanpak in zwang: een interventiemacht moet defensie, diplomatie en ontwikkeling (development) combineren om succesvol te zijn, heette het. De NAVO, goed in defensie, moest ook diplomatie en ontwikkeling op zich nemen. De VN en de EU lieten vaak lang op zich wachten en deden te weinig, waardoor de NAVO in het vacuüm moest springen. Het bondgenootschap moest taken uitvoeren die „buiten de kerncompetenties” liggen. Dat overkomt de militaire planners zo snel niet nog een keer, taxeert de NAVO-bron.

‘De VS vertrokken als een dief in de nacht en probeerden dat ook nog stil te houden’

Er was ook geen exitstrategie. Politici hadden geen einddoel gedefinieerd. Militairen hadden nooit over evacuatie nagedacht – laat staan dat ze er voor geoefend hadden. Ook dát laten de militairen zich niet nog een keer gebeuren, heet het in Brussel.

De aftocht was het werk van twee Amerikaanse presidenten. Donald Trump opende de gesprekken met de Taliban, die vredesbesprekingen werden genoemd, maar die vooral tot doel hadden het Amerikaanse vertrek voor te bereiden. De NAVO werd vrijwel niet geïnformeerd over deze besprekingen.

Vanaf het moment dat Joe Biden aantrad, begin dit jaar, werden de NAVO-partners wél geraadpleegd, maar uiteindelijk duwde Biden de terugtrekking door tegen het advies van Amerikaanse militairen en de wens van NAVO-partners in. De evaluatie werd dus geen ‘consensusrapport’.

De VS vertrokken „als een dief in de nacht” en probeerden dat ook nog stil te houden, zei de Nederlandse oud-commandant der strijdkrachten Dick Berlijn tegen VPRO’s Tegenlicht. Het was een „schande” voor de NAVO, een „afgang”. Europa moet zich volgens Berlijn dan ook afvragen of het niet te lang blind achter de VS is aangelopen.

< h2 class="gn4-crosshead">Zelfonderzoek

Terwijl de NAVO in Brussel de hete aardappel zo snel mogelijk kwijt probeerde te raken, begon ook in Washington zelfonderzoek. In de Amerikaanse Senaat ving voormalig ambassadeur in Afghanistan en Pakistan Ryan Crocker de lessen van Afghanistan in één enkele, simpele formulering. De VS hebben één grote makke, hield hij de senatoren voor: een gebrek aan strategisch geduld.

De tegenstanders van de VS hebben dat geduld wel én ze kennen het Amerikaanse ongeduld. Het is een van de redenen waarom Pakistan nooit 100 procent achter de VS ging staan en een frontale aanval op de Taliban altijd heeft vermeden. Vroeg of laat zouden de VS toch weer vertrekken en dan bleven de Pakistanen alleen met een nieuwe aartsvijand achter. „We weten dat je vroeg of laat weer zult vertrekken”, parafraseerde Crocker de opvattingen in de regio, „ it is what you do”.

Interventies zijn per definitie heikele affaires, zei Crocker. Interventies hebben niet alleen gevolgen „in derde en vierde instantie, maar in dertigste en veertigste”. Met andere woorden: je hebt eigenlijk geen flauw benul waar je aan begint. Dus het doel moet heel veel waard zijn, zei Crocker, wil je je in een per definitie ongewis avontuur storten.

Moet het Westen er dan maar van afzien als het in rapport na rapport kan lezen hoeveel er mis kan gaan, als het niet weet waar het aan begint en eigenlijk ook kan weten dat het niet genoeg geduld kan opbrengen voor projecten die decennia duren?

Voormalig voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker is stellig: interventie kan niet meer. „Het idee dat we van buitenaf kunnen ingrijpen in de interne ontwikkeling van samenlevingen die niet lijken op de onze was fout. Het heeft alleen maar tot mislukkingen geleid”, zei hij in een interview.

Onzekere toekomst

Niet iedereen is zo stellig. „Het is te gemakkelijk te veronderstellen dat de VS dat nooit meer zullen doen”, zei Laurel Miller, Azië-expert van de ngo International Crisis Group in de senaat. „De toekomst is te onzeker om te veronderstellen dat de VS nooit meer geconfronteerd zullen worden met situaties die onze leiders dwongen om twee decennia zo veel te investeren in Afghanistan.”

Na het echec van Vietnam waren antiterreuroperaties in Washington uit den boze, bracht Miller in herinnering. En na nation-building op de Balkan besloot de regering-Bush dat nation-building geen zinvolle besteding van Amerikaans geld was. Toch werden anti-terreuroperaties en nation-building de kern van de Amerikaanse aanpak in Afghanistan. Miller: „Never say never is de meest basale les die je nu uit Afghanistan kunt trekken.”

Als je enerzijds interventie niet helemaal in de ban wilt doen en anderzijds een grootschalig, bodemloos en beschamend project à la Afghanistan wilt vermijden, kom je uit op een soort Afghanistan-light. Een bescheiden operatie, met bescheiden risico’s en minder hooggestemde doelen.

Dat is de aanpak waar de Britse Afghanistan-kenner en voormalige politicus Rory Stewart al langer voor pleit. „Een duurzame missie met een kleine voetafdruk […] had de aanpak moeten zijn voor Afghanistan en voor interventies elders in de wereld”, schreef hij deze maand in Foreign Affairs. Kleine missies zijn langer vol te houden en richten minder schade aan. De westerse coalitie had dan niet alle problemen van Afghanistan opgelost, maar wel het leven van miljoenen Afghanen langdurig verbeterd.

Lees ook Alleen jongens weer naar school

De strategie van de kleine voetafdruk vereist wel dat het Westen leert omgaan met onvolkomenheden, en dat, denkt Stewart, die tegenwoordig lesgeeft aan de Yale-universiteit, is niet het sterkste punt van het Westen. De westerse cultuur is een cultuur die „ten onrechte denkt dat er voor elk probleem een oplossing is” en die „gedeeltelijke mislukkingen of rommelige resultaten” niet tolereert, zei hij tegen Yale News. „Alles moet opgelost worden en het moet ook snel.”

Stewart verzet zich tegen mensen die achteraf zeggen: we hadden de verkeerde strategie, we hadden geen goed plan. Maar, stelt hij, er kán geen plan zijn om een hele natie te bouwen. „Dat is te gecompliceerd en te chaotisch.” Er ligt nergens een magisch plan in een la dat uiteenzet hoe je dan wel een land moet bezetten om vervolgens elk probleem op te lossen. „Het was eenvoudig niet mogelijk voor buitenlanders om het zuiden van Afghanistan binnen te vallen en de hele politieke, economische en veiligheidsstructuur opnieuw op te bouwen. Een bescheidener missie was wel haalbaar geweest.”

En de NAVO, de hoofdaannemer in Afghanistan, wil die nog wel? Het bondgenootschap trekt niet de conclusie nooit meer te interveniëren. „Crisismanagement”, schrijft de organisatie, „moet een kerntaak van de NAVO blijven”. Maar terwijl de politieke tak van de NAVO Afghanistan zo snel mogelijk achter zich probeert te laten, zal de militaire kant van de organisatie de lessen voorlopig niet vergeten. ‘Afghanistan’ kwam er hard aan.