Opinie

Interview met Het Virus (14)

Frits Abrahams

Op mijn verzoek om terug te kijken op het voorbije jaar wilde Het Virus aanvankelijk niet ingaan. „Ik heb niks nieuws te melden”, mompelde hij in zijn mobieltje, „en die kerstkranten en oudejaarskranten puilen toch al uit van de interviews.”

„Maar een interview met jou blijft een zeldzaamheid waar de mensen naartoe leven”, vleide ik.

„Ik ben niet in de stemming”, waarschuwde hij weer.

Ik zei hem dat me dat hogelijk verbaasde. Had hij het afgelopen jaar niet alles gekregen wat zijn hartje begeerde: paniek, wappies, antivaxers, volle ziekenhuizen, doden, noem het maar op?

„Jawel”, zei hij knorrig, „maar ook Omikron.”

„Sinds wanneer ben jij tegen een nieuwe virusvariant?” vroeg ik verbluft.

Hij zuchtte diep. „Ik vind het te veel van het goede, als ik het zo mag noemen. De wereld had een zwaar coronajaar achter de rug en leek net wat op te leven toen Omikron opdook. Ik heb tegenstand nodig, voor mij is dit een spel, dat heb ik je altijd gezegd, een spel op leven en dood, maar toch – een spel. Wat heb ik aan een tegenstander die geen tegenstand meer kan bieden?”

Ik begreep er niets van. „Maar je had Omikron toch kunnen tegenhouden als hij tegen jouw belang inging?”

„Dat denk jij.” Er klonk in zijn stem iets door dat ik nooit eerder bij hem had waargenomen: een zekere beschaamdheid. „Omikron is een ongewenste afsplitsing van mij, een leerling die breekt met zijn meester. Omikron wilde zijn eigen brutale gang gaan, hij had mij niet meer nodig. Ik heb alles geprobeerd om hem tegen te houden, maar hij wilde niet luisteren. Hij had genoeg van de ouwe kliek, zei hij steeds. En om mij nog meer te pesten koos hij een naam waarvan de eerste twee letters precies dezelfde zijn als die van een bekende Nederlandse politicus die...”

„Dat moet stom toeval zijn”, onderbrak ik.

„Dan ken je Omikron slecht”, zei hij. „Omikron wil mij overnemen, wil mij kapot krijgen, net als...”

Weer stierf zijn stem even weg, alsof het hem moeite kostte zijn gedachte af te maken. Voor het eerst voelde ik enige compassie met hem. Hij had dan wel miljoenen slachtoffers gemaakt, maar misschien was hij zelf ook een slachtoffer, getraumatiseerd in een duister verleden waar wij niets van weten. Als wij mensen al twijfelen over het bestaan van een vrije wil, mogen we dan Het Virus wél helemaal verantwoordelijk houden voor zijn daden?

„Misschien heb je hulp nodig”, waagde ik. „Waarom zou je de strijd tegen Omikron in je eentje voeren?”

Voor het eerst hoorde ik een kort lachje. „Dat had ik zelf ook al bedacht. Ik mag er nog niets over zeggen, maar ik heb de eerste stappen al gezet.”

„Richting Den Haag?”

„Ik kan het bevestigen noch ontkennen.”

„Het Virus samen met Hugo de Jonge, Mark Rutte en, niet te vergeten, Jaap van Dissel ten strijde tegen Omikron? Laat Baudet het niet horen!”

„De geschiedenis kent meer monsterverbonden.” Weer dat lachje.

„En als Omikron wordt uitgeschakeld, hou jij dan ook op? Laat je ons eindelijk met rust?”

„We zullen zien, ik leg me nergens op vast.”

Ik wenste hem een voorspoedig 2022 – en meende het ook nog, enigszins.