‘Pap, weet jij wie de moeder van God is?” Zelf was Julius de Clercq vergeten dat hij deze vraag ooit, als zevenjarig jongetje, aan zijn vader Florian had gesteld. Kort voor zijn overlijden haalde Florian deze herinnering op. Hij wilde ermee zeggen hoe blij hij is geweest met de „miljarden vragen” die zijn zoon altijd op hem heeft afgevuurd.
Julius: „En nooit antwoordde hij: ‘rare vraag’, ‘geen idee’, of ‘nu even niet!’ Hij was een intellectueel. Hij vond mijn nieuwsgierigheid prachtig. Zelf zat hij ook met duizenden vragen in zijn hoofd.”
Florian de Clercq was eigenaar van vijftigduizend appelbomen, tienduizend perenbomen, een knots van een boerderij, schuren en een zestal woningen op dertig hectare eigen grond tussen Lisse en Nieuw-Vennep. Sneller gezegd: van Landgoed de Olmenhorst, al in de familie sinds 1854. Direct na de drooglegging van de Haarlemmermeer had het zich ontwikkeld tot een uit de kluiten gewassen akkerbouwbedrijf.
Behalve een denker was Florian ook een prater. „Niemand kon zo prachtig redeneren en praten als mijn vader”, zegt oudste dochter Amber. „Zijn zinsbouw, zijn woordkeus – je hing echt aan zijn lippen.” Een tobber was hij ook. Jan Ham, buurman en geestverwant: „Hij zat vol visies en visioenen, maar hij had wel eens moeite die in daden om te zetten. Dan zei ik: mooi gedacht, Florian, maar wat ga je nu dóen, wat wordt je eerste stap?”
Hij was het eerste van drie kinderen van zijn moeder, en het vierde kind van zijn vader. Halfbroer Steven: „Onze vader is zesmaal getrouwd, hij had weinig geduld met vrouwen.” Florian werd geboren in het laatste huwelijk van zijn vader, dat stand hield. Hij las veel en trok op met een groepje hockeyvrienden, herinnert Steven de Clercq zich. Na de middelbare school koos hij voor twee studies tegelijk aan de VU in Amsterdam: medicijnen en filosofie.
Minder dan drie jaar later keerde hij het studentenleven tamelijk abrupt de rug toe. De Olmenhorst verkeerde in financiële nood. Hoge lonen en dure investeringen in landbouwmachines drukten zwaar op de exploitatie. Florian schoot zijn vader te hulp om de toekomst van het landgoed veilig te stellen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79988617-2c6112.jpg|https://images.nrc.nl/o-nvbQnI44u_F7DVRk14VC2IXGo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79988617-2c6112.jpg|https://images.nrc.nl/oFszjbgFOsKimgSN1UQLRS2JsDQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79988617-2c6112.jpg)
Hij was net 25 toen hij in 1986 de bedrijfsleiding overnam, als vijfde generatie in de familie De Clercq. De helft van de grond moest in die jaren worden verkocht om familieleden hun aandeel in het landgoedkapitaal te verschaffen.
Een derde van De Olmenhorst bestond al uit boomgaarden. Florian besloot zich volledig op de fruitteelt te richten. Daarbij koos hij begin jaren negentig radicaal voor biologische teelt, zonder kunstmest, zonder pesticiden. „Hij was zijn tijd ver vooruit”, zegt Irene Lugtigheid, jarenlang zijn rechterhand. „Toen hij ermee begon, werd er nogal schamper over gedaan, als ‘typisch geitenwollen sokken’.”
Trendsetter was hij ook met een zelfbedachte vernieuwing: adoptie van fruitbomen. Wie circa 40 euro per jaar betaalt, mag in de oogsttijd alle fruit van de ‘eigen’ boom komen plukken. Ruim negenduizend bomen op De Olmenhorst zijn nu geadopteerd. En landwinkel en horeca trekken bovendien zo’n honderdduizend bezoekers per jaar. Flesjes biologisch sap van De Olmenhorst zijn in veel cafés en restaurants verkrijgbaar.
Met echtgenote Rosemarie werkte Florian zeven dagen in de week aan de groei en bloei van het bedrijf. De kinderen Amber (nu 27), Julius (25) en Liselotte (22) kwamen alle drie in de jaren negentig. „Voor mijn ouders stonden wij en het bedrijf op nummer één,” zegt Amber, „en hun relatie stond op twee. Tien jaar geleden zijn ze uit elkaar gegaan, helaas.”
Toen Florian zestig werd, in de zomer van 2020, schakelde hij een coach/organisatieadviseur in voor een nieuwe ronde toekomstplannen. Door haar bijgestaan opende hij het gesprek met zijn kinderen: hoe zagen zijn hun toekomst voor zich, als zesde generatie ‘kinderen van De Olmenhorst’?
Zoon Julius, student financiële economie in Rotterdam: „Wij dachten dat we zeker vijf jaar de tijd zouden hebben voor deze gesprekken. Nu staan we jaren eerder voor grote vragen en beslissingen.” Zijn oudste zus werkt voor de Schiphol Group; zijn jongste zus is bijna klaar met een bachelor rechten in Utrecht.
Amber: „Onze vader brak zijn studie af en wijdde zijn leven aan De Olmenhorst. Het was zijn passie, maar het is voor hem persoonlijk ook een offer geweest. Wij voelen absoluut de liefde voor het landgoed en zeker ook de verantwoordelijkheid om het een mooie toekomst te geven. Wat uiteindelijk onze eigen rol daarin kan zijn, weten we nog niet exact. We hebben nu vooral ook tijd nodig voor verdriet.”
Florian de Clercq kreeg 25 september de diagnose alvleesklierkanker. Hij overleed minder dan zes weken later, op 5 november, in het huis waarin hij is opgegroeid en het grootste deel van zijn leven heeft gewoond.