Opinie

De O van Omikron als een gapende muil

Gemma Venhuizen

Ergens op een politiebureau in Siberië liggen mijn vingerafdrukken. Tien zwarte stempels, na afloop had ik eindeloos staan schrobben om de inkt van mijn handen te krijgen. Het was juli 2018, en ik had me aangemeld voor een zomercursus van de universiteit van Tomsk – de stad die, volgens sommigen, het geografische middelpunt is van het Euraziatisch continent. Vanuit Tomsk zouden we naar het Altajgebergte rijden, op de grens met Kazachstan en Mongolië, om daar de gletsjers te bestuderen. Maar toen de bus vertrok zat ik op het politiebureau.

Waaróm ik naar het politiebureau moest, zal ik nooit volledig doorgronden. Het was iets met een papiertje, niet groter dan een Fruittella-wikkel, dat ik wel had moeten hebben maar niet had. Ik liet mijn visum zien, mijn paspoort en de toelatingsbrief van de universiteit, maar de politiecommissaris schudde zijn hoofd. Ik werd teruggebracht naar de universiteit, waar ik drie dagen en nachten doorbracht op een kamer zonder gordijnen. De middernachtzon verlichtte de kakkerlakken die over de vloer kropen. Eéntje was groter dan de rest. Ik noemde hem Zaza, naar zijn soortgenoot uit Pluk van de Petteflet. Het waren 72 uren met weinig slaap. Af en toe praatte ik tegen Zaza. Uiteindelijk haalde de tolk me op en legde uit dat er geld nodig was, omgerekend 600 euro. Toen mocht ik vertrekken. 22 uur in een taxi, in één ruk naar de Altaj.

Vannacht lag ik in bed met een koortsig lijf, voor het eerst had een zelftest twee streepjes laten zien in plaats van één. In mijn halfslaap doemde de O van Omikron op als een gapende muil. Russische roulette.

Ik dacht aan de nieuwe wet die deze week ingaat in Rusland. Die schrijft voor dat buitenlanders die in het land wonen elke drie maanden een medische en psychische keuring moeten doorlopen. Soatest, drugstest, röntgenfoto’s, vingerafdrukken, voor iedereen vanaf 7 jaar. De regel zou moeten bijdragen aan de nationale volksgezondheid, maar zorgt voor frustratie en onbegrip. De onderzoeken zijn duur en tijdrovend, en niemand zit te wachten op een dosis röntgenstraling elk kwartaal. Er zouden mogelijk racistische motieven aan ten grondslag liggen; veel arbeidsmigranten komen uit Centraal-Azië.

Opeens miste ik Zaza. De beroemde bioloog E.O. Wilson, die vorige week overleed, schreef in 2007 in het voorwoord van het standaardwerk Cockroaches een prachtige ode aan de kakkerlak. Hij bekende dat hij aanvankelijk walgde van deze ‘uitwerpselen etende rioolbewoner’, maar in Suriname een ‘delicate en vlinderachtige’ kakkerlak tegenkwam en het dier in zijn hart sloot: „Let the lowly cockroach crawl up, or, better, fly up, to its rightful place in human esteem!” Toen sliep ik in en droomde over een kakkerlak met een kroon.

Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft op deze plek elke woensdag een column.