Het coronavirus SARS-CoV-2 kan in de nieren rechtstreeks leiden tot de vorming van littekenweefsel. Dat ontdekten onderzoekers van het Radboudumc in Nijmegen, samen met Duitse collega’s, na onderzoek aan nierweefsel van patiënten en aan gekweekte ‘mininiertjes’ (Cell Stem Cell, 24 december).
Nierschade is een bekend fenomeen bij Covid. Een groot Amerikaans onderzoek onder 90.000 patiënten liet zien dat zij in de eerste maand na infectie een 35 procent verhoogde kans op nierschade hadden. Spaanse onderzoekers stelden ernstige nierschade vast, gekoppeld aan verhoogde sterfte, bij één op de vijf coronapatiënten op de IC.
„Het was nog altijd niet duidelijk waardoor die acute nierschade precies ontstaat”, zegt Jitske Jansen, onderzoeker bij het Radboudumc en hoofdauteur van de studie. „Bijvoorbeeld door de beademing of de medicijnen op de IC? Door een overreactie van ons immuunsysteem, of misschien door reacties in de niercellen zelf?”
Ragfijne bloedvaatjes
Jansen en haar collega’s onderzochten nierweefsel van overleden covidpatiënten en van een levende patiënt. „In deze weefsels zagen we opvallend veel littekenweefsel tussen de niercellen in”, vertelt Jansen. „Zóveel dat het niet verbazingwekkend is dat die nieren hun werk niet meer goed kunnen doen.”
Onze nieren filteren het bloed en scheiden water en afvalstoffen uit in de vorm van urine. Dat filteren gebeurt in zo’n 1,5 tot 2 miljoen nierfiltertjes. Elk filtertje bestaat uit een zogeheten zeeflichaampje (een bolletje bestaande uit ragfijne bloedvaatjes) en een nierbuisje, dat water en afvalstoffen afvoert via het nierbekken naar de blaas. Het littekenweefsel blokkeert die filterfunctie. „Die schade is onomkeerbaar”, benadrukt Jansen. „Dat littekenweefsel gaat niet meer weg.”
In hun lab kweken Jansen en haar collega’s nierweefsel vanuit menselijke stamcellen: cellen die nog kunnen uitgroeien tot elk weefseltype. Met de juiste signaal- en voedingsstoffen groeien daaruit niertjes van enkele millimeters groot. „Het zijn prachtige structuurtjes”, zegt Jansen, „compleet met die bolletjes, nierbuisjes en beginnende bloedvaatjes.”
Extra bindweefsel
Het coronavirus blijkt niercellen net zo goed te kunnen infecteren als longcellen. Vervolgens neemt het virus de hele machinerie van de cel over. Die gaat daarna vooral virus produceren. Jansen: „De hele biochemie van de cel staat op zijn kop.”
De niercel produceert ook allerlei stressmoleculen. In een levend lichaam gaan sommige daarvan als boodschapper richting het immuunsysteem, dat de infectie gaat bestrijden. Soms vinden dan echter te veel ontstekingsreacties plaats, met orgaanschade als gevolg. Vooralsnog zien medici dit als een van de mechanismen achter ernstige Covid. „Maar in onze mininiertjes zitten alleen niercellen, geen immuuncellen”, zegt Jansen. „Al die effecten die we dáár zien, zijn dus puur het gevolg van wat er in de nieren gebeurt.”
De stressstoffen uit geïnfecteerde niercellen bereiken ook de zogeheten fibroblasten: de cellen tussen de niercellen in, die voor stevigheid zorgen. „De fibroblasten reageren daarop door extra bindweefsel te maken”, vertelt Jansen. „Dat heeft niet direct een functie, maar is puur een stressreactie van die cellen. Zo ontstaat dat littekenweefsel. Dat zien we ook in onze mininiertjes.”
We gaan nog onderzoeken of Omikron minder nierschade veroorzaakt
Jitske Jansen onderzoeker
Kunnen artsen op de IC iets met deze kennis? „Dit benadrukt dat je zo veel mogelijk moet voorkómen dat het virus de niercellen in gaat”, antwoordt Jansen. „Wij zagen in onze mininiertjes dat een bepaalde stof, een proteaseremmer, dat heel goed blijkt te kunnen.” Een vergelijkbare stof is onlangs door de Amerikaanse en Europese medicijnagentschappen goedgekeurd; naar verwachting kunnen artsen die binnenkort gaan gebruiken.
Jansen en haar collega’s gebruikten voor dit onderzoek een van de eerste SARS-CoV-2-varianten. „We gaan nog onderzoeken of Omikron minder nierschade veroorzaakt, en in hoeverre vaccinatie tegen nierschade beschermt.”
Ook is nog weinig bekend over een eventuele rol van nierschade bij long covid, de chronische variant van de ziekte. „Nu we weten hoe ernstig en blijvend die nierschade is, hopen we dat artsen de nierfunctie van hun longcovidpatiënten extra goed zullen blijven volgen”, zegt Jansen. „Dan kunnen ze eerder ingrijpen als die nierfunctie achteruitgaat.”