Opinie

Gardisten, milities of rechtse knokploegen - het vuur van de revolutie tegen de staat smeult

Blog recht en bestuur

Zijn er ‘heimelijke manoeuvres’ tegen de Staat gaande? In de Veiligheidscolumn ziet pre-revolutionaire ontwikkelingen online en op straat.
Een uitgebrande politie-auto op de Coolsingel in Rotterdam.
Een uitgebrande politie-auto op de Coolsingel in Rotterdam. Foto ANP / Hollandse Hoogte

Oud VVD-politicus Uri Rosenthal ziet „smeulend vuur” bij mensen „die met hun rug naar de democratische instituties staan” en geweld tegen de staat een goed idee vinden. Het idee van geweld is online vastberaden en grimmig. Geweld zien we in demonstraties en protesten richting politiemensen, hulpverleners en gezagsdragers. Een uitgebrande politieauto op de Coolsingel is het symbool.

Volgens de schrijver Curzio Malaparte is de standaard ‘politiereactie’ van de overheid op groepen mensen die met hun rug naar democratische instituties staan onbeholpen. Dat is het basisidee van zijn boek Techniek van een staatsgreep (1931). De ‘politiereactie’ richt zich op de massa. Geweld wordt toegepast om de openbare orde te handhaven. De ‘politiereactie’ richt zich op de afgrendeling van straten en pleinen. Op bescherming van gezagsdragers en andere bedreigde mensen (advocaten, journalisten, artsen). Nuttig maar oppervlakkig. Eerder symbolisch dan structureel inspelend op het ‘smeulende vuur’ zelf.

Wanorde

Mensen die geweld tegen de staat een goed idee vinden bekommeren zich niet of nauwelijks om oproer en demonstraties. Volgens de Russische revolutionair Leon Trotski is de staatsgreep eerder een machine die wordt bediend door technici. Niet door politici, bestuurders, vakbondsleiders of demonstranten. Niet een bestorming van het Winterpaleis noch die van het Amerikaanse Congres. De techniek gaat daaraan vooraf en maakt hoogstens gebruik van wanorde. Onderdeel van de techniek is inzet van – vooraf zorgvuldig geselecteerde en getrainde – rode gardisten (Trotski), bruinhemden (Hitler) en zwarthemden (Mussolini). Paramilitaire groepen burgers die onder, boven en naast de vaak redeloze massa opereren. Trotski noemt het „onzichtbare manoeuvres”. Kleine groepjes ‘technici’ die verstand hebben van gas- en waterleidingbedrijven, post- en telegrafiekantoren en hun weg weten te vinden in vitale regeringsgebouwen. Omdat zij daar gewerkt hebben. Of dat nog doen. Dan wel geestverwanten binnen staatsinstellingen hebben.

Knokploegen

De Russische revolutie en de bestorming van het Amerikaanse Congres zijn onvergelijkbaar. Het gaat mij om overeenkomsten in de techniek: de ‘onzichtbare manoeuvres’ van rode gardisten en de rechtse milities in de Verenigde Staten. In de verschillende lopende onderzoeken wordt onder de bestorming gekeken naar de organiserende rol van milities, de mogelijke informele banden met politiefunctionarissen, de rol van de chef- staf van Trump en (medewerkers van) Republikeinse volksvertegenwoordigers.

Ook in Duitsland en in Nederland zijn linkse en rechtse (digitale) groepen actief. Inlichtingendiensten waarschuwen hiervoor. De NCTV heeft die bronnen laatst netjes samengevat en constateert dat sprake is van een toename van rechts-extremistisch geweld in West-Europa. Eigenrichting en geweld worden niet uitgesloten. Door anderen wordt de vraag gesteld of tribunalen en knokploegen ons wachten? Wordt er gewerkt aan een stille overname? In België en Frankrijk hebben zich incidenten voorgedaan met rechtse knokploegen.

Mensen die met hun ‘rug naar democratische instituties staan’ zijn ook werkzaam binnen instituties van de staat. Sommige bestuursrechters, belastingambtenaren, marechaussees en politiemensen worstelen met artikel 1 van de Grondwet. Algoritmen worden omarmd maar pakken in de praktijk anti-democratisch uit.

De Raad van State waarschuwt voor de uitwerking van de voorgestelde Wet Gegevensverwerking van samenwerkingsverbanden die zal staan of vallen met de professionaliteit van uitvoerders. In een tijd waarin instrumentaliteit – ook op de werkvloer - hoogtij viert is dat een wankele basis.

Doelbewust lekken

Nog problematischer is een meer actieve betrokkenheid. In Duitsland kennen we een aantal geruchtmakende zaken waarin mensen van de inlichtingendienst en de politie ontvankelijk waren voor, of banden hadden met rechts-extremisten. Infiltratie van extreem-rechts in de politie wordt daar met argusogen bekeken. De Nederlandse politie concludeerde onlangs over de politieopleiding: „Wat wel echt is toegenomen, is het doelbewust lekken dan wel onzorgvuldig omgaan met vertrouwelijke politiegegevens.” Naar wie wordt er gelekt?

Het eerste probleem zijn de ontbrekende analyses van het smeulend vuur. De vraag naar de kwaliteit van de informatiepositie van de politie in groeperingen die de status quo betwisten moet veel indringender worden gesteld. In Rotterdam na de Coolsingelrellen wordt wat gemompeld („We waren verrast”) over de dynamiek van de snelle socialmediaorganisatie die er schijnt te zijn geweest. Sinds de vorming van de nationale politie heeft ook de eenheid Rotterdam een Real Time Intelligence Center dat sociale media koppelt aan politiebestanden. Maar werkt het?

Zicht op ‘heimelijke manoeuvres’ is er ook niet echt op landelijk niveau in het contra-terrorisme dossier. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid van Justitie concludeert onlangs dat er vrijwel geen sprake is van pro-actieve informatievergaring. De politie is voornamelijk reactief en vooral goed in het reageren op ambtsberichten van de AIVD.

Het tweede probleem is de rechte rug van publieke functionarissen die aan het einde van de dag de kracht van de rechtsstaat bepaalt. Ik twijfel of daar echt politieke en operationele aandacht voor is. Maar het is wel hard nodig. Rijksambtenaar Erik Pool geeft met zijn boek Macht en moed een prachtige voorzet om de rechtsstatelijkheid van de publieke sector weer centraal te stellen.

De Veiligheidscolumn wordt geschreven door deskundigen uit de politiewereld.