Mino Raiola in zijn kantoor in Monaco: „Niemand vindt het vreemd dat Ajax 150 miljoen verdient aan transfers van Matthijs de Ligt en Frenkie de Jong.”

Foto’s Michael Honegger

Interview

Mino Raiola: ‘Ik heb nooit beweerd dat ik goedkoop ben’

Topvoetbal Zaakwaarnemers gelden als de parasieten van het voetbal, Mino Raiola voorop. Hij ziet dat anders, en wil de transfermarkt hervormen. „Wat mij betreft schaffen ze transfersommen af.”

Telefoon voor Mino Raiola. Het is de voorzitter van FC Barcelona, Joan Laporta. Hij is in Turijn, heeft Raiola tijd voor een gesprek? Natuurlijk, Turijn is dichtbij. In een chic hotel spreken ze, eerder deze week, een paar uur. Laporta vertelt hoe FC Barcelona van zijn miljardenschuld af wil komen, hoe het opnieuw een winnend elftal denkt te kunnen smeden. En hij informeert naar de jonge Noorse spits Erling Braut Haaland (Borussia Dortmund), de meest gewilde speler van het moment. Laporta vraagt ook naar de toekomst van Ajax-verdediger Noussair Mazraoui.

Raiola – zaakwaarnemer van beide spelers – hoort het aan, knikt, geeft zijn mening. Het is een misvatting te denken dat hij daar zit om zijn spelers te verkopen. Clubs moeten zichzelf aan hém verkopen. „Bestuurders weten inmiddels hoe het werkt bij mij. Of ze nu linksom of rechtsom gaan, de uitkomst is wat Raiola wil. Niemand heeft me ooit wat kunnen maken. Daarom overleef ik al zo lang in dit vak.”

Carmine ‘Mino’ Raiola (54, Nocera Inferiore) vertelt over de ontmoeting met Laporta bij een kop koffie in zijn kantoor in Monaco. Hij praat snel, associeert veel, zoekt graag zijn toevlucht in vergelijkingen. Die zijn nodig om te laten zien hoe vreemd het professionele voetbal georganiseerd is, vindt hij, met allerlei regels die voor andere beroepsgroepen niet gelden. Want: „We denken dat het voetbal een aparte wereld is, los van de rest van de maatschappij. Maar het is gewoon een industrietak net als alle andere.”

Aan de wanden hangen ingelijste krantenartikelen over zijn spelers. Op de gang hun voetbalshirtjes. „From a viking, to a viking”, schreef Haaland op het zijne. „From the best, to the best”, staat op een shirt van Zlatan Ibrahimovic (AC Milan). Er hangen shirts van Matthijs de Ligt (Juventus), Paul Pogba (Manchester United), Gianluigi Donnarumma (Paris Saint-Germain).

Zonder twijfel is Mino Raiola – geboren in Italië, getogen in Haarlem – een van de meest invloedrijke zaakwaarnemers in het topvoetbal. Alleen de Portugees Jorge Mendes, die de zaken van Cristiano Ronaldo behartigt, kan met hem wedijveren. Zakelijk zijn ze elkaars gelijken, uiterlijk tegenpolen. Mendes gaat strak in pak, Raiola komt regelmatig in korte broek bij belangrijke besprekingen. „Daarin ben ik heel Nederlands”, zegt hij.

Als Raiola wordt geportretteerd is hij vrijwel altijd de ‘pizzabakker’ met die dikke buik en grote mond. Hij zit er niet mee, zegt hij. Het restaurant van zijn ouders in Haarlem, Napoli, wás ook zijn belangrijkste leerschool. Daar kwam iedereen, van burgemeester tot pompbediende. Raiola leerde dat je veel kon bereiken met hard werken, dienstbaarheid en contacten. Iemand één keer iets verkopen was makkelijk, zei zijn vader altijd, pas als een gast terugkwam had je je werk goed gedaan.

Napoli

Het was de perfecte omgeving voor een jongen met een handelsinstinct. „Toen ik 16 was, hielp ik een ondernemer die ik kende uit het restaurant. Hij had gedoe met een levering uit Italië. Daarop belde hij een vriend, die ook een probleem had in Italië en zo ging het balletje rollen. Binnen een jaar had ik dertig klanten, veelal bloemenhandelaren uit de buurt.”

Ook bestuurders van HFC Haarlem, inmiddels failliet, aten regelmatig bij Napoli. Via hen kwam Raiola in het profvoetbal terecht. Begin jaren negentig begeleidde hij zijn eerste transfer. Hij ‘bracht’ Brian Roy van Ajax naar Foggia en bleef ruim een half jaar bij hem wonen. In die periode legde hij de basis voor zijn netwerk. Een jaar later was Raiola betrokken bij de overstap van Dennis Bergkamp en Wim Jonk naar Internazionale. Toen hij de Tsjech Pavel Nedved, nu directeur bij Juventus, in 1996 overtuigde bij Lazio Roma te tekenen, was Raiola’s naam in de voetbalwereld gevestigd.

Sindsdien is er veel veranderd. Het voetbal is een miljardenindustrie geworden en Raiola heeft er talloze concurrenten bijgekregen. Toch is zijn positie nooit in gevaar gekomen, noch heeft hij zijn werkwijze veranderd. Raiola heeft geen website, hij heeft een klein team van specialisten in dienst. Hij begeleidt slechts enkele tientallen spelers, vaak internationale top of grote talenten. Een agenda houdt hij naar eigen zeggen niet bij.

Hij weet: zodra hij met een privévliegtuig ergens naartoe vliegt, komt de geruchtenstroom op gang. Kranten in Zuid-Europa en Engeland ruimen elke dag pagina’s in voor transfernieuwtjes. Supporters verzamelen zich waar Raiola komt – welke ster komt voor hun club spelen? En hij draagt actief bij aan de geruchtenstroom. Zoals deze ochtend, door tussen neus en lippen door te laten vallen dat Matthijs de Ligt, verdediger van Juventus, „toe is aan een nieuwe stap” – „dat vindt hij zelf ook”.

Een hype rond een speler is goed voor zijn onderhandelingspositie. En Raiola onderhandelt over grote bedragen. Terwijl het totaal aan betaalde transfersommen als gevolg van de coronacrisis dit jaar met 14 procent afnam tot 3,8 miljard euro, verdienden voetbalmakelaars juist iets méér dan een jaar eerder (450 miljoen euro), volgens recente cijfers van wereldvoetbalbond FIFA. Raiola vindt die vergelijking vals. Zaakwaarnemers halen hun inkomsten niet hoofdzakelijk uit transfers, zegt hij. Ze krijgen een percentage van het salaris van de spelers die ze begeleiden, en spelerssalarissen zijn door de bank genomen óók niet gedaald.

Lees ook: een achtergrondverhaal over conflicten tussen zaakwaarnemers en spelers. Waarom Memphis Depay en Stefan de Vrij vertrokken bij hun begeleider.

Desondanks zijn zaakwaarnemers de parasieten van het voetbal in de ogen van supporters, veel clubs én de FIFA. Raiola voorop. In 2016 ging Paul Pogba voor 105 miljoen euro van Juventus naar Manchester United. Iets minder dan de helft (48 miljoen euro) ging naar Mino Raiola, bleek uit Football Leaks-documenten. Hij liet zich betalen door zowel Juventus, Manchester United als Pogba. De deal kwam symbool te staan voor de ongezonde macht van tussenpersonen in het moderne voetbal.

Het imago van geldwolf deert hem niet, zegt Raiola. Wel heeft hij problemen met de pogingen van de FIFA om via strenge regelgeving de macht van zaakwaarnemers in te perken. „Allemaal indoctrinatie en propaganda” vindt hij - „niveau Noord-Korea”. Raiola is vastbesloten de oorlog met de FIFA te winnen en het voetbal op zíjn manier te hervormen.

Wat maakt u een goede zaakwaarnemer?

„In Italië zeggen ze: je kunt niet God en de duivel aanbidden. Je moet een keuze maken. Ik doe het voor mijn spelers. Dat betekent niet dat ik clubs kapot wil maken, zoals veel mensen schijnen te denken. Ik ben er wel op uit mijn spelers en hun economische belang tot op het bot te verdedigen.”

Brian Brobbey, opgeleid door Ajax, is dankzij u al jong naar RB Leipzig vertrokken. Nu zit hij daar op de bank. Is dat in zijn belang?

„Achteraf kun je zeggen van niet. Maar dat wist je niet van tevoren. Kijk naar Jude Bellingham, het grootste talent van Engeland, die nu bij Borussia Dortmund speelt. Net als Haaland. Jong vertrekken is niet per definitie slecht.”

Brobbey werkt met u samen omdat u kunt inschatten wat het beste voor hem is. Hij wilde bij Ajax blijven.

„Mijn spelers maken zelf hun keuzes. Ik schets het eerlijke verhaal. Ik zeg: dit betekent een keuze voor Ajax. Dit zijn de mogelijkheden daar, en daar, en daar. Natuurlijk voel ik me verantwoordelijk voor zijn situatie, zoals ik ook mans genoeg ben om te zeggen dat ik vind dat hij nu het beste terug kan gaan naar Ajax. Maar de club draagt zelf ook verantwoordelijkheid voor zijn vertrek.”

Ajax bood te weinig geld?

„Het gaat om vertrouwen. En dat heeft ook met geld te maken. Als de ene club 100 biedt en de andere 1.000, waar spreekt dan meer vertrouwen uit? En hij liep daar al vanaf zijn achtste. Hoe kan het dat Ajax pas bij hem aanklopt als hij bijna uit zijn contract loopt?”

Clubs ergeren zich aan het patroon: u wacht net zo lang tot spelers bijna uit hun contract lopen, zodat ze een machtspositie hebben ten opzichte van de club.

„Wat verwachten ze nou? Aan de andere kant van de tafel zitten professionals, economen, fiscalisten, noem maar op. Maar ze hebben het liefst dat een speler alleen zijn vader meeneemt. Spelers moeten vooral dankbaar zijn. Dan zijn ze bij mij echt aan het verkeerde adres. Bovendien zitten we ook met een regel die het spelers onmogelijk maakt in de eerste drie jaar hun contract op te zeggen. Clubs zijn juist supermachtig. Spelers zijn moderne slaven. Niemand vindt het vreemd dat Ajax 150 miljoen euro verdient aan transfers van Matthijs de Ligt en Frenkie de Jong.”

Voor moderne slaven krijgen uw spelers vorstelijk betaald.

„Logisch toch? Mensen spreken er schande van dat 75 procent van de clubbudgetten naar salarissen gaat. Ik zeg: daar moeilijk over doen is hetzelfde als klagen dat filmstudio’s 75 procent van hun budget aan acteurs kwijt zijn. Zíj maken de industrie. Zíj halen het geld binnen.”

Hoe komen spelers bij u terecht?

„Ik benader ze vrijwel nooit zelf. Meestal horen ze van andere spelers dat die tevreden zijn. Het is belangrijk dat we een evenwichtige relatie hebben. Heel veel spelers bellen mij en zeggen: ik wil dat je me wegbrengt. ‘Dan moet je een taxi bellen’, zeg ik. Het is ook mythevorming: Raiola brengt je weg. Maar je brengt jezelf weg. Ik probeer alleen de mogelijkheden te optimaliseren. Dat je er zelf zo veel mogelijk van profiteert. En ja: daar profiteer ik natuurlijk ook van.”

Uit gelekte documenten blijkt dat u bijna 50 miljoen heeft verdiend aan de transfer van Pogba. Hoe is dat te verantwoorden?

„Dat bedrag uit Football Leaks klopt niet.”

Hoeveel was het dan?

„Over die transfer zeg ik niets meer. Autoriteiten in verschillende landen hebben ernaar gekeken, er is niets illegaals gebeurd. Toch heb ik er nog altijd gedoe mee. Sinds de Pogba-deal heb ik een discussie met de Nederlandse belastingdienst, die vindt dat ik in Nederland woon. Onzin, ik woon al sinds 1997 in Monaco.”

„Natuurlijk gaat het bij dit soort transfers om grote bedragen. Waar denk je dat die topclubs die honderden miljoenen omzet aan te danken hebben? Waar denk je dat die transferbedragen uit voortkomen? Die komen uit televisierechten, sponsorinkomsten en kaartverkoop omdat mensen naar míjn spelers willen kijken.”

Dat Pogba veel geld krijgt is niet het probleem. Het probleem is dat u niet op het veld staat en óók zoveel geld krijgt.

„Dat is jaloezie. Wij zorgen ervoor dat spelers optimaal kunnen presteren. En dat de speler zijn fair share krijgt. Anders hadden we nog steeds gezeten met bierviltjes waarop wat bedragen werden gekrabbeld. Ik heb het geluk dat ik in een bedrijfstak werk die exponentieel is gegroeid.”

Mino Raiola: „Aan de andere kant van de tafel zitten professionals, economen, fiscalisten, noem maar op.” Foto Michael Honegger

De FIFA vindt dat u en uw collega’s te veel profiteren. De voetbalbond wil het commissiepercentage voor zaakwaarnemers maximeren op 3 procent van het spelerssalaris en 10 procent van een transfersom.

„Dat drijft de transfersommen alleen maar op, wat ten koste gaat van het salaris van de spelers om wie het allemaal gaat. Wat mij betreft schaffen ze die transfersommen af, dan blijft er meer geld over voor de spelerssalarissen. En zíj betalen mij. Maar dat durft de FIFA niet, want dan komen ze aan de belangen van de clubs en die heeft de FIFA nodig.”

Door zaakwaarnemers lekt het geld weg uit het voetbal, vindt de FIFA.

„Dat gebeurt toch ook als Zlatan een Ferrari koopt? Nogmaals, spelers betalen mij, net zoals ze hun beleggingsadviseur en fysiotherapeut betalen. Dat mogen ze toch zelf weten? Ik heb nooit beweerd dat ik goedkoop ben. Maar spelers voelen dat ik echt voor hun belang ga. Dat kun je niet faken. Anders had ik niet al 25 jaar lang de beste spelers ter wereld.”

De FIFA wil ook verbieden dat makelaars in één deal voor meerdere partijen optreden. U wordt soms betaald door de speler én de onderhandelende clubs.

„Ik zie het probleem niet. Neem die transfer van Matthijs de Ligt naar Juventus. Hij wilde daar heel graag heen. Maar Ajax vroeg steeds meer geld. Moet ik het er dan bij laten zitten? Nee – hij slaat met zijn vuist in zijn hand – dan adviseer ik speler én club, probeer ik ze bij elkaar te brengen. Daar profiteren ze allebei van. Niemand wordt ergens toe gedwongen. Als spelers en clubs het zonder makelaars willen doen, dan moeten ze dat doen.”

Als u meerdere partijen adviseert, dan dient u toch twee broodheren?

„Wie mij ook betaalt, mijn belang is altijd dat van de speler. Die moet daarom voortdurend weten wat ik doe en waarom. Niet een beetje, maar precies. Ik verberg niets.”

Toch is het een krachtig beeld dat de FIFA schetst. De man in Monaco die miljoenen opeist bij transfers.

„Opeisen, opeisen, ik eis niks op.”

Terwijl de fan soms 2.000 euro betaalt voor een seizoenkaart.

„Maar het is niet zo. Barcelona had, voor corona, meer dan een miljard euro omzet. Clubs verdienen gigantisch aan transfers. De FIFA doet net alsof zaakwaarnemers verantwoordelijk zijn voor financiële problemen van clubs.”

De FIFA wil de nieuwe regels volgend jaar invoeren.

„De FIFA wil een eigen arbitragecommissie, een eigen bank, ze willen een staat zijn. Maar ze hebben geen good governance, niks wat met een goede bedrijfsvoering te maken heeft. Het is een organisatie waarvan meerdere bestuurders in de gevangenis zijn gezet vanwege omkoping [Raiola doelt op het FIFA-schandaal, waarbij in 2015 een netwerk van corrupte topbestuurders werd opgerold]. Als FIFA-baas Gianni Infantino ergens komt, wordt hij ontvangen alsof hij Angela Merkel is. Maar ik laat me door dié FIFA echt niet vertellen hoe ik moet leven.”

Hoe zou u het transfersysteem hervormen?

„Ik wil een Europees transfersysteem buiten de FIFA om. Dat moeten we gebruiken om de markt te veranderen. Willen we dat de verschillen tussen clubs kleiner worden? Nou, dan keren we de financiële piramide om. Dan krijgen kleinere clubs hogere bedragen bij transfers. Ik zou graag een objectieve maatstaf ontwikkelen om te bepalen wat een speler waard is. Een algoritme, een formule, zodat we niet meer over prijzen hoeven onderhandelen.”

Hoe ver bent u in de strijd met de FIFA?

„Ik vertegenwoordig zo’n tweeduizend Europese zaakwaarnemers. Als FIFA daadwerkelijk met regelgeving komt, klagen we ze aan.”

U gaat er hard in?

„We hebben rechtszaken voorbereid in Italië en Frankrijk. Die gaan we winnen. Want de goeden winnen altijd.”