Als je de afgelopen weken een vinylplaat hebt gekocht heb je het misschien al gemerkt: de prijzen zijn gestegen. De afgelopen maanden waarschuwden allerlei fabrikanten en muziekproducenten hier al voor, omdat de kosten voor de grondstof polyvinylchloride (PVC) en omliggende logistieke processen omhoog zijn gegaan.
Dit is natuurlijk jammer voor de consument, maar het kan ook kansen bieden. Want deze hoge prijzen kunnen bedrijven aanzetten tot vernieuwing en verduurzaming van de huidige productieprocessen van vinyl. Twee Nederlandse bedrijven zien hier in ieder geval hun kans schoon.
Het proces waarmee de huidige fabrikanten de platen persen bestaat al zeker vijftig jaar. PVC is uitermate geschikt voor dit proces, omdat het relatief stabiel is en de groeven goed blijven zitten. Het nadeel van dit type plastic is dat er giftige waterstofchloride-dampen ontstaan als je het te veel verhit. Daarnaast is het ook niet het makkelijkste plastic om te recyclen, want het reageert nauwelijks met andere moleculen, en verbranden is vanwege de dampen ook geen goed idee.
Ton Vermeulen, directeur van Record Industry, een bedrijf van 124 werknemers dat per jaar 11 miljoen platen drukt, gelooft nog wel in PVC. „Wij gebruiken een heel zuivere vorm van PVC, zonder onnodig opvulmateriaal en vervuiling. Dat maakt dat we het ook na het persen, bijvoorbeeld als er een kras op de plaat zit, gewoon kunnen granuleren en opnieuw kunnen gebruiken.”
Toch is de PVC-productiemethode niet echt duurzaam, want het kost relatief veel elektriciteit en gas om de stoom te verwarmen. Daarom wordt er op verschillende fronten gewerkt aan verduurzaming. Volgens Vermeulen is het tot nu toe niet makkelijk om hier winst mee te behalen. „We hebben wel gekeken naar alternatieve processen, maar het werkte elke keer net niet goed genoeg. De temperatuur bij het persen is heel precies, en dat werkt het beste met stoom.”
Oude gevangenis
Toch zijn er twee andere Nederlandse vinylpersbedrijven die wel geloven in duurzamere productie. Een daarvan is DeepGrooves in Leeuwarden. Zij begonnen vier jaar geleden met vier man op basis van het idee dat het persen van platen groener kan. Het bedrijf is inmiddels uitgegroeid tot 30 werknemers. DeepGrooves heeft in een monumentale voormalige gevangenis drie productielijnen opgezet, die samen 1 tot 1,5 miljoen platen per jaar drukken. Ze werken volgens het klassieke proces maar hebben dit geoptimaliseerd en drijven alles aan met groene energie. „We gebruiken 100 procent groene stroom en groen gas”, vertelt eigenaar Chris Roorda. „Daarnaast hebben we het proces zo efficiënt mogelijk gemaakt, zodat we zo min mogelijk verspillen. Zo worden alle afgesneden of mislukte stukken PVC weer vermalen tot granulaat en gaat dit direct weer de extruder in.”
Deze aanpak lijkt aan te slaan, want de fabriek is druk in bedrijf. In het pand waar alles verpakt wordt, een oude kerk op vijf minuten van de productielocatie, staan de stellingkasten tot de nok gevuld met dozen met platen die verstuurd moeten worden.
Aan een kleine tafel zijn medewerkers bezig met het handmatig inpakken van de laatste orders. „We krijgen bestellingen van over de hele wereld, vaak van klanten die specifiek een duurzaam persbedrijf zoeken”, vertelt Roorda. En ook dat versturen gaat zo duurzaam mogelijk. „We zoeken koeriers die op hernieuwbare energie rijden, of hun uitstoot compenseren. En de plastic hoesjes die wij om de platen doen zijn ook herbruikbaar, zodat je minder plastic afval creëert.”
Al deze aanpassingen leveren het bedrijf ook nog wat op, zegt Roorda: „Het is natuurlijk een investering, maar uiteindelijk is het proces hierdoor goedkoper geworden.” Een mooie stap, die de platenbranche duurzamer maakt, al is het de vraag of het niet beter zou zijn als het huidige proces minder energie zou verbruiken. Of dat er een alternatief, beter recyclebaar alternatief voor PVC wordt gevonden. Roorda betwijfelt of dat haalbaar is: „Dit proces bestaat al zo lang, er zit wel 3.000 manjaren aan kennis in. Dat vervang je niet zomaar. En je vindt ook niet snel een alternatieve grondstof met dezelfde kwaliteit. Bovendien is een lp geen wegwerpproduct: je ziet ze niet aan de kant van de weg liggen. Dus vind ik onze aanpak voorlopig duurzaam genoeg.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79883554-96e537.jpg|https://images.nrc.nl/zEdLnFY9vM1TBGu6Ai-1zrrVrII=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79883554-96e537.jpg|https://images.nrc.nl/0D0Tn3JY399GSWjWCyQuuURdeO0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79883554-96e537.jpg)
Proces omgegooid
Daar denkt Harm Theunisse, directeur van Green Vinyl Records, anders over. Hij leverde met zijn bedrijf Symcon in Veldhoven apparatuur en software aan bedrijven die cd’s en dvd’s maken, maar besloot zich vijf jaar geleden te verdiepen in het persen van platen. „Er was vraag naar machines om platen te persen, maar toen ik die zag, schrok ik van de verouderde techniek. Ik begon meteen te denken hoe het beter kon.”
Samen met acht andere bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen ontwikkelde Theunisse de afgelopen jaren een geheel nieuw productieproces, gebaseerd op spuitgieten. „Dit is een techniek waarmee je cd’s maakt”, legt hij uit. „Het grote verschil is dat je voor spuitgieten het mengsel verwarmt tot een hogere temperatuur, zodat het goed vloeibaar is, en dan in de mal spuit. Dan hoef je het alleen nog af te koelen en is de plaat klaar.”
We printen nu direct op de plaat, dus hebben geen papier meer nodig
Spuitgieten kan niet met PVC, omdat de temperatuur bij dit proces te hoog wordt, maar Theunisse vond een andere kunststof die goed werkt: „Het is een mengsel van verschillende soorten polyethyleen, oftewel PET. Het is goed te verkrijgen en gemakkelijk te recyclen. En het is doorzichtig, dus we kunnen de plaat tijdens het proces elke kleur geven die we willen.” En ook de labels zijn vervangen: „We printen nu direct op de plaat, dus hebben geen papier meer nodig.”
Omdat dit proces nieuw is, moesten de onderzoekers de machines en omliggende logistiek zelf opbouwen. Dat kostte vijf jaar, maar is inmiddels gelukt. „We zijn het proces nog verder aan het optimaliseren en de machines gebruiksvriendelijk aan het maken. Maar we kunnen al platen produceren. En uit onze metingen blijkt ook dat ze van goede kwaliteit zijn: pas na vierhonderd keer afspelen ontstaat er een beetje ruis. Bij PVC-platen is dat gemiddeld na zo’n 70 keer.”
De aanpak van Green Vinyl Records levert veel besparingen op: „We hebben al onze energieverbruik gemeten, en komen uit op een besparing van 93 procent ten opzichte van het klassieke proces, onder andere doordat we geen gas gebruiken”, zegt Theunisse. „Het proces is ook sneller, en we kunnen de installatie heel gemakkelijk aan- en uitzetten, waardoor hij minder vaak onnodig aan staat.”
Niet overgenomen
Het grote nadeel van de aanpak van Green Vinyl Records is dat het proces niet direct overgenomen kan worden door de huidige persers. Toch wil Theunisse niet per se zelf een grote productiehal opzetten: „We hopen dat grote spelers in de branche de voordelen van ons proces zien en het willen implementeren”.
Ton Vermeulen van Record Industry juicht de inventiviteit toe, maar ziet ook obstakels: „Dit zal een flinke investering zijn, want die nieuwe machines kosten al snel drie keer zoveel. Bovendien gaan de apparaten die hier staan al veertig jaar mee, dus waarom zouden we nieuwe kopen als het niet nodig is? Ik zie het de eerste tien tot twintig jaar nog niet gebeuren, maar wie weet daarna.” Record Industry zit overigens niet stil: „We hebben inmiddels ook zonnepanelen op ons dak, waar een deel van de productie al op draait.”
Chris Roorda van Deep Grooves denkt dat de vraag naar duurzaamheid blijft stijgen. „Klanten vinden het ook steeds belangrijker, dus ik denk wel dat er iets gaat veranderen in de branche. En het mag dan beginnen met een investering, uiteindelijk is het vaak kostenbesparend.” Op de korte termijn het proces omgooien is in zijn ogen niet haalbaar. „Ik denk dat het belangrijk is om eerst meer kennis op te bouwen over dit proces, om de risico’s te verkleinen. We blijven muziekfabrikanten. Het belangrijkste is dat de processen blijven draaien.”
Theunisse erkent deze bezwaren, maar toch houdt hij hoop. „Ik zie dit proces echt als de duurzame toekomst. Zeker als de stijgende grondstofprijzen en een hogere CO2-taks de prijzen van het ouderwetse proces verder doen stijgen, zullen bedrijven dit gaan overwegen. We kunnen nu al platen leveren voor dezelfde prijs, en als we grotere aantallen gaan produceren, zullen de kosten aanzienlijk lager worden dan het traditionele proces. En dan wordt het pas echt interessant.”