De derde Spider-Manfilm met Tom Holland in de hoofdrol begint waar de vorige eindigde, met Mysterio die net heeft onthuld dat middelbare scholier Peter Parker eigenlijk Spider-Man is. Dat heeft grote gevolgen voor Peter, die samen met zijn vriendin MJ en beste vriend Ned op het punt staat te gaan studeren aan de MIT. Een rechts nieuwskanaal hitst de gemoederen nog eens extra op: Spider-Man is een gevaarlijke crimineel. Amerika raakt gepolariseerd en er ontstaan twee kampen: je bent voor Spider-Man of tegen hem.
Als het Peter allemaal te veel wordt, vraagt hij Doctor Strange om via een magische spreuk de wereld te doen vergeten dat hij Spider-Man is, met uitzondering van MJ, Ned en tante May, bij wie hij inwoont. Er gaat iets mis, waarna het multiversum opent en er allerlei gespuis achter Peter aankomt. Monsters die Spider-Manfans zullen herkennen uit de twee eerdere filmcycli rond de superheld, die met acteur Tobey Maguire (2002-2007) in de hoofdrol en die met Andrew Garfield (2012-2014).
Het levert een film op die anderhalf uur lang tamelijk oninteressant is, met weinig geïnspireerde actiesequenties en met bijpersonages die nauwelijks een functie hebben binnen de wat rommelige plot. Vriendin MJ heeft weinig meer te doen dan steun en toeverlaat zijn van haar geliefde, vriend Ned is er voor de flauwe grapjes.
In het laatste uur komt Spider-Man: No Way Home eindelijk tot leven, hier is de humor wél leuk en staat er ook echt iets op het spel. Maar daarover is verder niets zinnigs te zeggen zonder het weggeven van spoilers – het leven van een filmcriticus is soms net zo lastig als dat van een superheld. Wel is weer eens vast te stellen dat de thematiek van de Marvel-superheldenfilms behoorlijk afgekloven is, met de eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad. Waarbij Peter Parker ook nog eens voor de zoveelste keer leert dat superkrachten gepaard dienen te gaan met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.